| |
| |
| |
Inventaris van de onderzochte tafelspelen
Toelichtingen bij de inventaris
In onderstaande lijst werden een aantal gegevens samengebracht die een beknopt overzicht bieden van de tafelspelen welke ook in de bronnenopgave voorkomen. Zij hebben vooral betrekking op de uiterlijke verschijningsvorm van de spelen en zijn bedoeld als illustratie bij de bespreking van de verschillende aspecten van het tafelspel.
Elk tafelspel beschikt over een nummer en een verkorte titel, wat verwijzen naar de spelen binnen deze studie eenvoudiger maakt. Wanneer twee of meer varianten van eenzelfde spel hetzelfde aantal verzen tellen en vrijwel identiek zijn, worden zowel de a-, b-, c- als d-versie samen in een kolom vermeld. Zijn er verschillen in lengte en tekst dan worden zij elk afzonderlijk onder elkaar besproken.
Na het nummer en de titel volgt het aantal personages en de soort. Doorgaans wordt voor elk spel slechts één getal vermeld, maar wanneer er zowel in de proloog als in het eigenlijke spel verschillende personages optreden, wordt dit afzonderlijk aangeduid. De som van beide getallen geeft dan het totale aantal personages weer. De personages kunnen van verschillende aard zijn. In vele gevallen worden ze allegorisch uitgebeeld en hebben symbolische waarde. Ze worden dan aangeduid met de letter A. Zijn het historische of bijbelse figuren, dan krijgen ze respectievelijk de letters H en B. De letter M staat voor de mythologi sche figuren in het spel. Personages die als type van een sociale stand of functie op de scene komen, worden onderscheiden van de anderen door de letter T. Het al dan niet aanbieden van een present lezen we af in de vierde kolom. Voor meer informatie over de presenten en de doorgaans symbolische betekenis die de rederijker eraan vastknoopt, verwijzen we naar de lijst van presenten.
Bij de vaststelling van de lengte van de stukken hebben we het rijmwoord als begrenzing voor het vers genomen. Dit heeft als gevolg dat er soms twee gevallen vermeld worden. Het eerste geeft dan het door ons getelde aantal verzen aan; het tweede getal, gevolgd door de kapitaal R, stemt overeen met het door de rederijker zelf aangeduide regelaantal. Bij het tweede getal hebben we geen rekening gehouden met de juistheid ervan. Ook waar de rederijker zich bij het tellen vergist heeft, behouden we zijn aanduiding. Wanneer de aangegeven regels kloppen met het aantal verzen, wordt alleen de oorspronkelijke telling van de rederijker vermeld. Heeft de auteur en/of afschrijver zich niet de moeite getroost de regels te tellen, dan geeft het enige getal het aantal verzen weer. Sommige stukken zijn onvolledig overgeleverd wat ook op passende wijze wordt aangeduid.
In de zesde kolom volgt de aanduiding van de verzen waarin een rechtstreeks contact tot stand wordt gebracht met het aanwezige publiek in de vorm van vragen, gelukwensen, begroetings- of afscheidsformules.
| |
| |
Deze verzen worden gecursiveerd. Daardoor onderscheiden ze zich van die verzen waarin alleen allusies gemaakt worden op een aanwezig gezelschap. In monologen is het vaak zo dat de gehele tekst tot het publiek gericht is. Ook hier echter worden alleen de specifieke toespreking van en de directe vragen aan het publiek (cursief) en/of alleen de allusies op aanwezige feestgasten (romein) aangeduid. Op deze wijze is het voor de lezer duidelijk hoe vaak verwezen wordt naar of contact genomen is met de toeschouwers en op welke plaats in het spel dit gebeurt.
Onder het begrip ‘ Tafel’ wordt aangeduid in welke tafelspelen dit woord inderdaad vermeld wordt (plusteken). Spelen waarin een of meer verwijzingen voorkomen naar spijzen, maaltijd, dis e.d. worden aangeduid met het plusminusteken. Spelen waarin alleen allusies te vinden zijn op drinken, wijn, bier e.d. en ook die waarin dergelijke verwijzingen geheel ontbreken, krijgen een minteken daar we geen zekerheid hebben dat het feestgezelschap rondom de tafel is geschaard.
De laatste kolom geeft een inhoudskenmerk weer. Wanneer in de spelen - en dit is meestal het geval - getwist wordt, een of meer ideeën in de vorm van een dzicussie naar voren worden gebracht of wanneer een personage zich in een monoloog tot het publiek richt en de aanwezigen inschakelt als tegenspelers, dan krijgen ze een plusteken. Vaak vinden we dan ook in de tekst zelf verwijzingen naar een aan de gang zijnde ‘arguatie, questie, twist e.d’. Gaat het in de spelen eerder om soms ingewikkelder uitbeelding van een of meer anekdoten, of komt er meer dan in andere tafelspelen actie voor, dan volgt er na het plusteken een A.
Soms komen er in de verschillende kolommen vraagtekens voor. Dit is het geval bij spelen waarvan slechts een gering aantal verzen zijn overgeleverd (59) of welke zelfs helemaal verdwenen zijn (61). Vaak kunnen wij uit de titel nog enkele gegevens halen, maar meestal hebben we geen informatie over het verloop en de aard van het spel.
In deze lijst namen we geen gegevens op over de gelegenheden waarbij tafelspelen werden opgevoerd. Hoewel zij vaak invloed hebben op de inhoud van de spelen, vormen zij toch slechts de externe aanleiding voor het schrijven of opvoeren van de stukken en zijn zij niet inherent verbonden aan de tekst van de tafelspelen zelf. Voor een gedetailleerde bespreking hiervan verwijzen we naar de desbetreffende paragrafen in onze studie. Bij het opvoeren van tafelspelen werd vaak gebruik gemaakt van decorstukken, toneelattributen en -aanwijzingen, rondelen en/of liederen. Door hun hoeveelheid en gevarieerdheid zijn deze gegevens echter niet geschikt om in tabelvorm te worden weergegeven en kunnen we enkel in een uitvoeriger bespreking het belang van deze aspecten belichten.
| |
| |
NUMMER + VERKORTE TITEL |
AANTAL PERS. |
SOORT |
PRESENT |
LENGTE |
1. De spigel |
3 |
T/A |
+ |
151 |
2. De Lansknechr |
1 |
T |
- |
215 |
3. Boerdelic Pleghen ende Ghenoughelic Voortstel |
3 |
A |
- |
292 |
4. De beke |
3 |
A |
+ |
268 |
5. Hoedeken van Marye |
3 |
A |
+ |
296 |
6. De nyeuwe Priestere |
4 |
A |
+ |
455 |
7. De zeven bloetsturtynghen |
2 |
A |
+ |
313 |
8. Joncheyt ende Redene |
3 |
A |
+ |
343 |
9. De berch |
3 |
A |
+ |
230 |
10. Jubile |
3 |
A |
- |
239 |
11. Die geboorte van vrou Margriere |
4 |
A |
+ |
527 |
12. Een present van Godt Loondt |
3 |
A |
+ |
280 |
13. Ghewonelicke Vruecht |
2 |
A |
+ |
85/98R |
14. Een Man ende een Wyf ghecleet up zij boerssche |
2 |
T |
+ |
219/214R |
15. Weereltsche Gheleerde en Godlicke Wijse |
2 |
A |
+ |
494 |
16. Heijmelic Lijden |
3 |
A |
+ |
454 |
17. Twee Sotten |
2 |
T |
+ |
199 |
18. Drie Sotren |
2 + 3 = 5 |
A |
- |
77 + 380 + 18 = 475 |
19. Meest Elcken en dOnruste Conscientie |
3 |
A |
+ |
306 |
20. De Sorchvuldige Mensche en Troost der Schrifrure |
2 |
A |
- |
197 |
21. Sottelijck Voortsrel en Warachtige Liefde |
3 |
A |
+ |
394 |
22. Merken Bouwens en Slimmen Diel |
3 |
T |
- |
321 |
|
CONTACT MET + ALLUSIES OP PUBLIEK |
TAFEL |
DISCUSSIE |
1. |
13-16, 32-35, 43-45, 51-52, 90, 100, 103-08, 109-22, 137-38, 141-51 |
- |
+ |
2. |
1-90, 115-29, 138, 181, 206-15 37, 137, 162-67, 201, 273, 289, 290-92 |
- |
+ A |
3. |
37, 137, 162-67, 201, 273, 289, 290-92 |
- |
+ A |
4. |
11-90, 93-97, 105-10, 242-68 |
+ |
+ |
5. |
13-18, 60-88, 96-97, 107-10, 111-16, 129-42, 158-59, 167-68, 173, 216-19, 229-31, 233-39, 240-64, 265-96 |
+ |
+ |
6. |
22-25, 28-31, 83-84, 222-24, 342-47, 359-74, 445-55 |
- |
+ |
7. |
1-8, 13-16, 63-64, 65-68, 69-83, 84-94, 134-35, 135-38, 158-59, 181-82, 183-86, 215-16, 237-44, 260-62, 285-313 |
- |
+ |
8. |
30-31, 36, 183. 194-98. 246-48, 251-57, 258-69, 270-91, 292-99, 329-343 |
- |
+ |
9. |
28-35, 40-53, 54-61, 216-30 |
- |
+ |
10. |
1-8, 34, 41-160, 201-212, 213-39 |
+ |
+ A |
11. |
20, 439-94, 509-27 |
- |
+ |
12. |
10, 16-17, 25, 95, 136-39, 155, 182, 199, 208-80 |
- |
+ |
13. |
1-11, 16-17, 18-25, 36-40, 47-52, 53-59, 60-80, 81-85 |
- |
+ |
14. |
3, 32-35, 90-91, 102-03, 108-10, 130-31, 141-43, 145-49, 213-19 |
- |
+ |
15. |
7-19, 20-45, 52-53, 59, 425-40, 485-94 |
± |
+ |
16. |
1-8, 192, 390-427, 436-54 |
± |
+ |
17. |
1-8, 12, 33-34, 81-84, 91-92, 131-38, 139-44, 149-50, 155-57, 175-78, 196-97 |
+ |
+ |
18. |
76-77, 9, 11-12, 30, 41-42, 61-62, 97-102, 374-80, 16-18 |
- |
+ |
19. |
64, 179, 190, 272, 290, 295, 296-306 |
- |
+ |
20. |
170-71, 191-97 |
- |
+ |
21. |
1-9, 10-26, 27-32, 39-48, 66, 79-80, 86-95, 134-37, 196-206, 207-18, 230-34, 244-59, 264-77, 302-07, 308-24, 325-326, 327-39 346-49, 350-94 |
± |
+ |
22. |
35, 112-21, 56, 300-01, 315-21 |
+ |
+ A |
| |
| |
NUMMER + VERKORTE TITEL |
AANTAL PERS. |
SOORT |
PRESENT |
LENGTE |
23. Wel Gemaniert |
3 |
A |
? |
230 (onvol.) |
24. Bot Verstant en Cloucken Geest |
2 |
A |
- |
324 |
25. Vastelavont en Vasten |
2 |
A |
+ |
217 |
26. Een Kuijper ende drie Herders |
4 |
T |
- |
345/362R |
27. Die Wijcan ende die Pispot |
2 |
A |
- |
290/298R |
28. Idel Gepeijns ende Goede Wille |
2 |
A |
+ |
272/291R |
29. Schipper. Pelgrim en Post |
3 |
A |
+ |
455/500R |
30. Logen ende Waerheijt |
2 |
A |
- |
290/300R |
31. Dagelicxs Onderwinden |
2 |
A |
- |
286/308R |
32. Twee Rabbouwen |
2 |
T |
+ |
350/372R |
32b. Twee Bedelaers |
2 |
T |
+ |
350 |
33. Grooten Honger ende Goeden Appetijr |
2 |
A |
+ |
238/246R |
34. dEen en dAndet: verliefdheid bespot |
2 |
T |
- |
206/209R |
35. sMenschen Vetnuftheijt |
1 |
A |
+ |
204R |
36. Berispinge van tQuaet |
1 |
A |
+ |
162/160R |
37. Redelick Verstant |
1 |
A |
+ |
96/95R |
38. Lantman Steven |
1 |
T |
- |
103/101R |
39. Een Marot noodt tet bruijloft |
1 |
T |
- |
105R |
40. Een Marot Sot Geclap |
1 |
T |
+ |
167/170R |
41. Een Boer met eijeren |
1 |
T |
- |
69 |
42a. Oorspronck van Sonden |
2 |
A |
- |
305/330R |
42b. Die Menichfuldicheit des Bedrochs |
2 |
A |
- |
303 |
43. Goet Jonstich Hart |
2 |
A |
+ |
370/390R |
|
CONTACT MET + ALLUSIES OP PUBLIEK |
TAFEL |
DISCUSSIE |
23. |
1-6, 7-13, 14-85, 125, 137 |
+ |
+ |
24. |
56-65, 72, 92-93, 98-101, 121-24, 129-30, 137-42, 157-59, 162-70, 176, 293, 298-301, 316-17, 323-24 |
± |
+ |
25. |
1-7, 45, 56-61, 72-81, 109-118, 214-17 |
+ |
+ |
26. |
1-16, 332-45 |
± |
+ |
27. |
89-94, 263-90 |
+ |
+ |
28. |
1-13, 19-35, 36-42, 73-75, 76-81, 90-95, 132, 135-44, 149-85, 188-209, 223-39, 247-49, 257-71 |
± |
+ |
29. |
14-19, 26-34, 53, 116, 118, 171-72, 184-92, 245, 248, 284-86, 355-56, 404-13, 456-55 |
- |
+ |
30. |
1-10, 17-22, 29-39, 76, 141-42, 147-56, 161-64, 169-74, 184-87, 238-45, 262-71, 278-90 |
± |
+ |
31. |
1-26, 45-47, 55, 276-86 |
- |
+ |
32. |
211-12, 217-18, 219-68, 269-76, 305-06, 308, 328-31, 332-50 |
± |
+ |
32b. |
217-18, 222-23, 224-78, 307, 328-31, 332-50 |
± |
+ |
33. |
61-63, 121-22, 128-65, 189-91, 192-238 |
± |
+ |
34. |
198 |
- |
+ |
35. |
1-7, 70, 190-204 |
- |
+ |
36. |
1-162 |
- |
+ |
37. |
1-10, 15-19, 20-34, 52-53, 56-70, 74-75, 80-85, 92-96 |
- |
+ |
38. |
1-11, 15, 17, 25, 33-37, 40-45, 70, 85-103 |
- |
+ |
39. |
1-11, 22, 30-31, 45, 47, 53-56, 60-64, 72, 85-105 |
± |
+ |
40. |
1-8, 10-11, 18-20, 65-67, 91, 115-17, 134, 142, 152-67 |
± |
+ |
41. |
1-16, 29, 39, 41, 45, 49, 56, 61-69 |
- |
+ |
42a. |
1-26, 287-92, 293-96, 297-305 |
- |
+ |
42b. |
1-23, 286-89, 290-93, 294-303 |
- |
+ |
43. |
1-9, 10-42, 44-55, 56, 61-72, 74-84, 92, 106-11, 126-27, 134, 156-60, 340-46, 350-52, 355, 357-70 |
± |
+ |
| |
| |
NUMMER + VERKORTE TITEL |
AANTAL PERS. |
SOORT |
PRESENT |
LENGTE |
44. Prijs der Vruechden |
2 |
A |
- |
380/430R |
45. Onbedochre Jonckheijt |
3 |
A |
+ |
295/321R |
46. Goodts Goetheijt |
2 |
A |
- |
292/336R |
47. Een Quacksalver ende een Boer |
2 |
T |
- |
240/260R |
48. Een Comen met liedekens |
1 |
T |
- |
128R |
49. Jonstige Minne en boerdelick Weesen |
3 |
A |
+ |
346/363R |
50a. Aert van Idelheijt |
2 |
A |
- |
323/358R |
50b. Gheest van Amoureusheden |
2 |
A |
- |
452 |
51. Jan Fijnart |
11 |
T |
- |
666 |
52. Ruijdt Verstant en Rachel |
4 |
A/B |
+ |
447/533R |
52b. Ruijt Verstant en drie bijbelse vrouwen |
4 |
A/B |
+ |
315 begin en eind ontbt. |
53. Amoureus Hette en Lachende Mont |
3 |
A |
+ |
301/332R |
54. Kijck inde Krijch |
3 |
A |
+ |
461/539R |
55. Jongeling en Wulps Leven |
3 |
A |
- |
440/441R |
56. Van Als Genoech |
2 |
A |
+ |
319R |
57. Wel Hebben en Wel Meugen |
3 |
A |
+ |
371/395R |
58. Patrija |
3 |
A |
+ |
455/462R |
59. Philosophische Scientie |
3 |
A |
? |
61 onvol. |
60. Al Hoy |
3 |
A |
+ |
371 |
61. De Letter en de Geest |
2 |
A |
+ |
279 |
62. Onlytsaemheyt |
2 |
A |
- |
223 (onvol.) |
63. Eerlick Leven |
2 |
A |
? |
? |
|
CONTACT MET + ALLUSIES OP PUBLIEK |
TAFEL |
DISCUSSIE |
44. |
1-4, 7-10, 15-17, 261-95, 363-80 |
- |
+ |
45. |
230-35, 242, 243-46, 249-54, 255-59, 261-95 |
- |
+ |
46. |
73, 258-92 |
- |
+ |
47. |
19, 23-25, 35, 39-46, 53, 60, 202, 212-13, 215, 240 |
- |
+ A |
48. |
1-24, 32, 39, 45, 51-52, 53-60, 61-85, 92-93, 94-101, 102-28 |
± |
+ |
49. |
1-10, 14-15, 23, 30, 73, 78, 120, 129, 133, 142-45, 147-50, 156, 157-78, 185, 206, 209, 210-65, 268-71, 276-96, 299-318, 319-22, 325, 326-46 |
- |
+ |
50a. |
1-59, 314-23 |
- |
+ |
50b. |
1-71, 444-52 |
- |
+ |
51. |
664-66 |
+ |
- A |
52. |
5-6, 12-21, 33, 37, 62-65, 113-14, 132-35, 141-52, 153-55, 154-64, 178-79, 180-83, 186-91, 193-97, 200-05, 208, 236, 240-41, 266-68, 305, 308, 312, 318, 402-447 |
- |
+ |
52b. |
29-30, 48-50, 56-67, 68-70, 71-79, 88, 93-94, 95-98, 101-06, 108-12, 115-20, 123, 149, 152-53, 178-80, 188, 218, 222, 225, 231 |
- |
+ |
53. |
79, 188-93, 202-03, 213-23, 224-37, 244-60, 261-63, 264-74, 275-78, 279-85, 286, 289, 296-301 |
- |
+ |
54. |
1-8, 9-13, 15-21, 22-23, 24-29, 40-42, 175-78, 259-65, 288, 296-98, 305, 309, 394-95, 412, 429-40, 445-46, 447-61 |
+ |
+ |
55. |
428-31, 436-440 |
- |
+ |
56. |
26, 30-32, 36-39, 63, 222, 237-39, 249-54, 302-319 |
± |
+ |
57. |
62, 110, 136-38, 160, 190, 222-24, 262-64, 342-51, 352-55, 368-71 |
± |
+ |
58. |
1-8, 122, 390-404, 411-20, 447-55 |
- |
+ |
59. |
6, 12, 20-22 |
± |
+ |
60. |
17-21, 53-54, 122-23, 128, 203-04, 303, 307, 328, 343, 368-69, 370-71 |
+ |
+ |
61. |
1-5, 139-42, 169, 194, 197-99, 237-61, 271-79 |
- |
+ |
62. |
1-8, 10, 44-50, 214-23 |
- |
+ |
63. |
? |
? |
? |
| |
| |
NUMMER + VERKORTE TITEL |
AANTAL PERS. |
SOORT |
PRESENT |
LENGTE |
64. De Vasten en de Vastenavont |
2 |
A |
+ |
296 |
65a. Niemans Eijghen en Mijselfs Onvrij |
3 |
A |
- |
332 |
65b. Myns Zelfs Onvty |
3 |
A |
- |
336 |
66. Een Man en een Wachter |
2 |
T |
+ |
221 |
67. Den Man en 't Sotte Kint |
2 |
T |
+ |
98 |
68. Den Man, dat Wyf en den Herinck |
2 |
T |
+ |
30 |
69. Een jong getrout paar |
2 |
T |
- |
99 |
70ab. Een Droncken Man ende zijn Wijf |
2 |
T |
- |
212 |
71. Een present van Jonste, Vrientschap en Trouwe |
3 |
A |
+ |
414 |
72. De Sotslach |
2 |
T |
+ |
415 |
73. Het beclach van Vlaenderen |
2 |
A |
- |
217 |
74abc. De thien excelentien des houwelycx |
3 |
A |
+ |
304 |
75ab. Ongherustich Sin en Gheveynst Herte |
3 |
A |
+ |
295 |
76abc. Gouweloos Uutslach |
2 |
A |
+ |
216 |
77. De bonte kapkens |
1 |
T |
- |
119 |
78. Hanneken Rane |
2 |
T |
- |
157 |
79. Locht, Aerde en Mensche |
3 |
A |
+ |
368 |
80. 't Vyer en 't Water |
3 |
A |
+ |
340 |
81. Bouwen en Pleun |
4 |
T |
- |
351 |
82. Een Droncken Boer |
1 |
T |
+ |
151 |
83. Jan ende Claer |
2 |
T |
- |
172 |
84. Waech-dragher Kees |
5 |
T/A |
- |
392 |
85. Een Quacksalver |
1 |
T |
- |
122 |
86. Een Droncken Boer die uut vryen gaet |
1 |
T |
- |
149 |
|
CONTACT MET + ALLUSIES OP PUBLIEK |
TAFEL |
DISCUSSIE |
64. |
1-28, 34-35, 37-40, 42-48, 183-88, 190-97, 215-18, 219-38, 245, 252-56, 257-60, 287-96 |
± |
+ |
65a. |
241-52, 322-32 |
- |
+ |
65b. |
310-19, 332-36 |
- |
+ |
66. |
1-10, 13,15, 74-77, 113-14, 201-21 |
- |
+ |
67. |
1-5, 36-37, 39-40, 64-72, 73-76, 77-79, 93 |
- |
+ |
68. |
1-7, 27-30 |
- |
+ A |
69. |
1-4, 5-8, 9-13, 20-25, 26-62, 77-78, 88, 95, 96-97, 98-99 |
- |
+ A |
70ab. |
43, 56, 60-67, 71-76, 84-85, 99-100, 170-71, 201-02 |
- |
+ A |
71. |
1-9, 211-13, 215-29, 232-47, 252, 256, 273, 293-97, 385-88, 395-414 |
- |
+ |
72. |
1-26, 35-42, 43-50, 69-76, 93-94, 114-20, 193, 250-51, 260-61, 279-80, 289-308, 345-46, 389, 393-95, 403-15 |
± |
+ A |
73. |
214-17 |
- |
+ |
74abc. |
24-27, 44, 48-60, 67-81, 166-171, 176-81, 273-304 |
- |
+ |
75ab. |
1-22, 125-30, 157-60, 167-69, 193-94, 203-06, 252-95 |
+ |
+ |
76abc. |
5-6, 11-12, 19, 36, 49-52, 54-56, 57-58, 60, 81-84, 85-87, 88-92, 93-144, 145-50, 152-59, 162-66, 175-99, 200-02, 204-16 |
+ |
+ |
77. |
1-113 |
± |
+ |
78. |
1-5, 151-57 |
- |
+ A |
79. |
1-7, 341, 343-68 |
- |
+ |
80. |
6-11, 24-25, 169-70, 310-11, 316-32, 333-40 |
- |
+ |
81. |
49, 165, 347 |
- |
+ A |
82. |
87, 148-51 |
- |
+ |
83. |
32, 79, 170-72 |
- |
+ A |
84. |
1-8, 383-92 |
- |
- A |
85. |
1-9, 10-122 |
- |
+ |
86. |
1-122, 145-49 |
- |
+ |
| |
| |
NUMMER + VERKORTE TITEL |
AANTAL PERS. |
SOORT |
PRESENT |
LENGTE |
87. De Onghetrooste en de Welgheminde |
2 |
A |
- |
252 |
88. Herte, Ooghe, Wille |
3 |
A |
- |
387 |
89. Meer hopen dan Twijffelen |
3 |
A |
- |
439 |
90. Meester Kackadoris |
2 |
T |
- |
413 |
91abc. Een Lansknecht die teghen zijn schaduwe vechr |
1 |
T |
- |
275 |
92. Een Sor met een marot |
1 |
T |
- |
98 |
93ab. Jaep Seldenthuys |
2 |
T |
+ |
251 |
94. Moetwilligh Bedrijf |
2 |
T |
- |
437 |
95abc. Vrijers verkocht door een Cramer |
1 |
T |
- |
182 |
96. Blijde Ghelaet |
1 |
A |
- |
210 |
97. Sint Lasanr |
1 |
T |
- |
184 |
98. Mechelen: presentspel in Mechelen 1620 |
5 |
A/M |
- |
300 |
99ab. Een Dronckaert die wonder sier |
1 |
T |
- |
284 |
100. Wel Vernoeght in Trouw |
2 |
A |
+ |
298 |
101. Pover en Armoede |
2 |
A |
- |
361 |
102. Ceres, Neprunus, Aeolus |
3 |
M |
+ |
353 |
103. Thijs en Beelirgen |
2 |
T |
- |
246 |
104. Vonnisse van Minos |
4 |
H |
- |
441 |
105. Menich Bedruckt Herte en d'Arm Gemeynte |
3 |
A |
+ |
286 |
106. Vercondigher des Vredts |
3 |
A |
+ |
340 |
107. Een Quacksalver |
1 |
T |
- |
110 |
108. Soer en Suer |
2 |
A |
+ |
181 |
109. Blijden Will en Sotte Cout |
2 |
A |
+ |
340 |
|
CONTACT MET + ALLUSIES OP PUBLIEK |
TAFEL |
DISCUSSIE |
87. |
231-38, 239-46, 247-52 |
- |
+ |
88. |
363-87 |
- |
+ |
89. |
58-60, 416-39 |
- |
+ |
90. |
1-18, 19-53, 80-123, 128-30, 332-33, 347-49, 360-61, 159-60, 183-84, 378-413 |
- |
+ A |
91abc. |
1-17, 131, 183, 200, 207, 262-75 |
- |
+ A |
92. |
1-8, 29-32, 47-48, 49-50, 76, 78, 86-87, 90-98 |
- |
+ |
93ab. |
100, 174-76, 180-81, 187, 201-07, 208-251 |
- |
+ |
94. |
429-437 |
- |
+ A |
95abc. |
6-11, 12-182 |
± |
+ |
96. |
1-8, 89, 206-10 |
- |
+ |
97. |
9-10, 40, 45-48, 52-60, 70-71, 78-80, 83-93, 132-37, 142-46, 148-84 |
- |
+ A |
98. |
- |
- |
+ |
99ab. |
8, 12, 38-40, 50-53, 279 |
- |
+ |
100. |
1-8, 15-16, 19-20, 37-40, 53-54, 71, 79-83, 97-99, 120, 137-40, 220, 224-25, 238-39, 249, 253, 282-98 |
- |
+ |
101. |
18-25, 55-56, 65-66, 156-57, 194-95, 214, 222, 236, 289-93, 313-24, 339-40, 347-61 |
- |
+ A |
102. |
10-17, 34, 235, 241, 263, 296, 298-99, 329-53 |
+ |
+ |
103. |
13, 58, 71-73, 238-45 |
- |
+ A |
104. |
- |
- |
+ |
105. |
25, 282-86, 251-81 |
- |
+ |
106. |
18-19, 63-64, 102, 287-91, 295, 332-40 |
- |
+ |
107. |
5-24, 46-47, 52-63, 74-110 |
- |
+ |
108. |
1-8, 9-10, 13-14, 18, 31-32, 36, 38-42, 68-69, 84-85, 91-92, 114, 115-16, 166-81 |
- |
+ |
109. |
31-36, 51-52, 82-83, 91-110, 130-39, 141, 146, 166-74, 178-85, 189, 192-204, 216-21, 246-50, 290-93, 304-40 |
± |
+ |
| |
| |
NUMMER + VERKORTE TITEL |
AANTAL PERS. |
SOORT |
PRESENT |
LENGTE |
110. Kees Knol en Neel Jans |
2 |
T |
- |
305/202R |
111. Vrijsters verkocht door een Cramer |
1 |
T |
- |
268 |
112. Meester Canjart |
2 |
T |
- |
367 |
113. Prochiaen, Coster, Wever |
1 + 3 |
T |
- |
2598 |
114. Goet Onderwys |
4 |
A |
- |
192/203R |
115. Clerc, Huysman en Soldaet |
4 |
T |
- |
196 |
116abcd. De Wynkanne, de Toeback-tolle, de Pis-pot |
3 |
A |
- |
355 |
117. Wauter Dicksteert en Beerte |
2 |
T |
- |
169 |
118. De Menighe. Elc en deen. Redene |
4 |
A |
? |
? |
119. Een Cramer met drollighe liedekens |
1 |
T |
- |
237 |
|
CONTACT MET + ALLLUSIES OP PUBLIEK |
TAFEL |
DISCUSSIE |
110. |
83, 122, 219-20, 297-305 |
- |
+ A |
111. |
1-9, 16, 19-30, 40-41, 46-47, 51, 54-60, 70-73, 83, 90-101, 119-25, 158-77, 190-97, 213-68 |
± |
+ |
112. |
1-10, 13-20, 55, 65, 153-56, 158, 164, 202-05, 265-66, 366-67 |
+ |
+ A |
113. |
64 |
- |
+ |
114. |
179-92 |
- |
+ |
115. |
1-8, 13-15, 18, 20-28, 157-66, 179-80, 184-90, 191-96 |
± |
+ |
116abcd. |
65-66, 87-89, 278-82 |
+ |
+ |
117. |
12, 26, 157, 168-69 |
- |
+ A |
118. |
23, 27, 45? |
? |
+ |
119. |
1-5, 6-7, 8-14, 36-37, 44-45, 149-50, 154-55, 182-83, 205-06, 225-26, 232-34 |
- |
+ |
|
|