Het tafelspel bij de rederijkers (2 delen)
(1988-1989)–P. Lammens-Pikhaus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |||||||||
II. BronnenTer verantwoordingBij het samenstellen van deze bronnenopgave hebben wij ons in de eerste plaats laten leiden door het werk van W.M.H. Hummelen, Repertorium van het rederijkersdrama 1500 - ca. 1620, Assen, 1968. Dit werk heeft ons, zoals de titel reeds laat vermoeden, ingewijd in de dramatische produktie van de rederijkers van de XVIe en begin XVIIe eeuw. Het bleek dan ook voor het verzamelen van ons materiaal een onontbeerlijke en buitengewoon goed hanteerbare bron, waaruit wij voortdurend hebben geput. Het werk werd in 1984 door Hummelen en W. Hüsken voorzien van addenda: Hans van Dijk, Wim Hummelen, Wim Hüsken en Elsa Strietman, ‘A Survey of Dutch Drama Before the Renaissance’ in Dutch Crossing 22 (1984) april, blz. 97-131, zodat het Repertorium aanspraak kan maken op grote volledigheid. Het werk heeft bovendien de verdienste een ‘Lijst van de technische termen voor de soortaanduiding’Ga naar voetnoot(1) te bevatten, waar wij terecht konden voor de eerste informatie in verband met tafel-, bruilofts- en presentspelen. Aan het Repertorium hebben wij de indeling in vier hoofdgroepen ontleend:
Wij kwamen tot de vaststelling dat het onmogelijk bleek het materiaal te ordenen op grond van auteur of jaar van ontstaan, omdat deze gegevens doorgaans onvolledig zijn of geheel ontbreken. De volgorde binnen de vier hoofdgroepen is derhalve accidenteelGa naar voetnoot(3). Bij de beschrijving van handschriften en drukken dienden we ook andere bronnen te raadplegen. Voor de handschriften leverde dit slechts weinig moeilijkheden op, aangezien wij ons - in navolging van Hummelen - beperkten tot het vermelden van aantal bladzijden (resp. | |||||||||
[pagina 36]
| |||||||||
folia) en de gebruikte materie (papier of perkament). Deze elementaire gegevens konden we betrekkelijk gemakkelijk in de verschillende beschrijvingen terugvinden. Voor de drukken deden zich ernstiger moeilijkheden voor. We beschikten over tal van beschrijvingen die verschillende methodes en technieken gebruikten. Dit was te wijten enerzijds aan een verschil in chronologie - negentiende-eeuwse beschrijvingen hebben een andere werkmethode dan meer recente werkenGa naar voetnoot(4) -, anderzijds aan een verschil van uitgangspunt en doeleinden. De Bibliotheca Belgica wil een zo volledig en nauwkeurig mogelijke beschrijving geven van alle boeken gedrukt in de Nederlanden in de XVe en XVIe eeuw en van de belangrijkste werken gedrukt vanaf 1600 tot de huidige tijdGa naar voetnoot(5). Hummelen daarentegen wil de literatuurhistoricus helpen een inzicht te krijgen in de betrekkelijk uitgebreide dramatische literatuur der rederijkers. Hij heeft zijn Repertorium vooral uit literaire belangstelling samengesteld met alle ‘gevaren’ daaraan verbonden: Zo valt dus de nadruk in sterke mate op de inhoud en zullen de codicoloog en de bibliograaf wellicht niet tevreden zijn met de summiere aandacht, aan de overleveringsvorm besteed. Maar ik ben op hun terrein niet competent; het was bovendien van literatuur-historische zijde dat op de behoefte aan een repertorium als het onderhavige werd gewezen en ik meen dat voor het voldoen aan die behoefte met het hier gebodene voorlopig kan worden volstaan. Als ik het niet op deskundige schouders af kon schuiven, heb ik bij het beschrijven van drukken en handschriften getracht niet meer te geven dan waar een leek zich naar mijn idee veilig aan wagen konGa naar voetnoot(6). Dit is dan ook ons standpunt geweest: ‘niet meer geven dan waar een leek zich veilig aan wagen kan’. Voor de drukken hebben wij gepoogd het formaat en de signaturen, die in de verschillende beschrijvingen niet steeds op dezelfde manier werden aangeduid meestal na vergelijking met de bron zelf of met een fotocopie ervan, overal op uniforme wijze weer te geven. De beschrijving van het titelblad echter hebben we overgenomen uit de aangegeven bronnen, zodat enkele inconsequenties wat betreft de aanduiding van verschillende lettertypes en de normalisatie van het hoofdlettergebruik hiervan het gevolg zijn. Aangezien we onze | |||||||||
[pagina 37]
| |||||||||
beschrijvingen zeer beknopt gehouden hebben, worden belangstellenden telkens verwezen naar uitvoeriger beschrijvingen of naar de werken zelf. De gegevens met betrekking tot de spelen, opgenomen in Hummelens register (hij nam slechts op wat nog aanwezig was in of na het jaar 1774)Ga naar voetnoot(7), berusten rechtstreeks op het handschrift, de druk of een fotocopie daarvanGa naar voetnoot(8). Wij hebben hem dan ook overal gevolgd, tenzij we andere bronnen gebruikten. Wij dienen echter te wijzen op de volgende punten. In Hummelens register (blz. 8) werd: bij de transcriptie van handschriften de spelling van de i/j, u/v en uu/w aangepast aan de hedendaagse en het gebruik van hoofdletters genormaliseerd; de afkortingen zijn zonder nadere aanduiding opgelost. Bij de drukken zijn spelling en hoofdlettergebruik ongewijzigd en werden de opgeloste afkortingen gecursiveerd. De verschillen in lettertypes werden verwaarloosd, wat bij geheel kapitaal of klein-kapitaal gezette gedeelten normalisatie van het hoofdlettergebruik inhield. Bij de transcriptie van signaturen werd geen verschil gemaakt tussen berekende en aanwezige signaturen, tussen verschillende cijfer- en lettertypes (tenzij het onderscheid distinctief is) en tussen hoofd- en kleine letter. Ongesigneerde katernen die aan de eerste gesigneerde voorafgaan worden aangeduid met π; andere ongesigneerde katernen met χ. Deze opmerkingen gelden niet voor de verzamelingen onder III S en onder IV C en IV D in onze lijst, waar wij gebruik maakten van andere bronnen. Bij de handschriften gelden deze opmerkingen alleen maar voor de titels en de lijst personages. Waar wij elders in deze studie citaten uit handschriften hebben aangehaald, bleef de spelling van i/j, u/v en uu/w ongewijzigd en het gebruik van hoofdletters en leestekens behouden. Afkortingen werden, zoals in de drukken, opgelost en gecursiveerd. Letters waarvan twee of meer varianten voorkomen, zoals de d, hebben wij op uniforme wijze door één letterteken nl. d weergegeven. Het onderscheid tussen y en ij is niet altijd duidelijk, daar de rederijkers zelf allerlei schrijfwijzen hanteerden, y, ÿ stelden wij voor als y; ij en ÿ als ij. Hoofdletter J kan zowel staan voor i/j als I/J en werd aangepast aan het huidige spellingsgebruik. Wij vangen onze beschrijving aan met het lemma. Het bevat de aanduiding van de bibliotheek en signatuur waaronder de handschriften worden bewaard; voor de drukken hebben we een verkorte titel, plaats en jaar van uitgave en naam van de drukker vermeld. Daarop volgen beknopte bibliografische gegevens voor handschriften: aantal bladzijden (folia), zo nodig gespecificeerd of ze al of niet gepagineerd (gefolieerd) zijn en of ze uit papier/perkament vervaardigd zijn; voor drukken zijn van belang: formaat, aantal bladzijden (folia), zo nodig gespecifieerd in verschillende pagineringen (foliëringen) (liminaria) en collatieformule. | |||||||||
[pagina 38]
| |||||||||
Voor de handschriften vermelden we vervolgens de naam van de afschrijver, auteur, eventueel eigenaar en de datering, indien te achterhalen. Bij de drukken wordt ook gewezen op de herdrukken die voor ons van belang zijn. Na de verwijzing naar uitvoeriger beschrijvingen, volgt de beschrijving van het titelblad van de drukken. De grens tussen twee regels wordt aangegeven door een dubbele verticale streep. Zowel voor handschriften als drukken volgt de aanduiding van het tafel-, bruilofts-, presentspel in kwestie (binnen welke paginering (foliëring)). Om het verwijzen naar spelen gemakkelijk te maken, hebben we een systeem van doorlopende nummering gebruikt (aan de paginering (foliëring) voorafgaand, tussen ronde haken). Soms hebben we verwezen naar een ‘paralleltekst’ of ‘jongere druk’Ga naar voetnoot(9) van een spel, zonder ons verder uit te laten over de relatie tussen beide. Zij krijgen het zelfde nummer door toevoeging van a/b/c/d gevarieerdGa naar voetnoot(10). Voor spelen die ook door Hummelen zijn opgenomen, hebben we bovendien het nummer vermeld waaronder ze in zijn Repertorium te vinden zijn (naast de aanduiding van het tafel-, bruilofts- of presentspel, tussen ronde haken). Deze verwijzing kan meer informatie verstrekken over de samenstelling en inhoud der (verzamelingen) handschriften en drukken. Spelen die het woord ‘tafel-, bruilofts- of presentspel’ niet in de titel dragen, worden aangeduid met *. Elke beschrijving besluiten we met de opgave van de meest recente edities en de literatuur. Onze bronnenopgave werd afgesloten op 1 jan. 1984. |
|