Woord vooraf
Deze uitgave van het Naembouck is langer uitgebleven dan ons lief was. Vooraleer daartoe over te gaan, moest eerst onze Vergelijkend-chronologische lijst op de Colloquia af, daarna onze studie over Dasypodius-Schorus en de alphabetische omwerking van het. Vocabularius Rerum van Paludanus. Daar was telkens heel wat tijd mee gemoeid en wegens andere werkzaamheden kon de laatste hand niet gelegd worden aan de Inleiding, die sedert enkele jaren haast geheel klaar lag. Buiten de boven genoemde lexicografische werken, hadden wij er gaarne nog enkele andere in ons onderzoek betrokken. Dit zou de publicatie echter weer hebben vertraagd, afgezien nog van de onmogelijkheid om thans zeldzame drukken te kunnen raadplegen, en ten slotte wilden wij het Naembouck niet langer onthouden aan hen, die zich voor de Nederlandse lexicografie interesseren en wel enig recht hebben verkregen op deze herdruk.
Onze inleiding put dus niet alle kwesties uit, die naar aanleiding van het Naembouck kunnen gesteld worden. Wij hebben daarin slechts enkele punten behandeld, die in 't bijzonder onze aandacht gaande hielden. Er is nog stof genoeg voor een uitvoerige Kritiek op het Naembouck. Wij hopen echter, dat, wat wij den lezer aanbieden, hem welkom moge zijn, al begrijpen wij, dat hij wellicht nog meer had verlangd.
Een woord van hartelijke dank mag hier niet ontbreken aan hen, die op de ene of andere wijze ons bij deze uitgave hebben geholpen. In de eerste plaats denk ik aan de bekende bereidwilligheid van wijlen Maurits Sabbe, die ons het exemplaar van het Naembouck geruime tijd ter inzage toezond en aan de vriendelijke toegeeflijkheid van zijn opvolger, Dr. H. Bouchery, die ons een tweede maal het werk toevertrouwde tijdens het verbeteren van de proeven. Verder gaat onze dank aan onzen oud-assistent Dr. M. Rutten, die de aantekeningen