Christelijcke en vermakelijcke gesangen(1647)–Franciscus de Laat– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 201] [p. 201] Liedeken, Stemme: 'k Voelde maer de teyle lipjes, van u suyckersoete lipjes. 'K Sagh u lieffelijcke lonckjes En u soete Minne-vonckjes, Doe 'k u badt mijn Rosemond Om een kusje voor u monde. 2.[regelnummer] Maer mijn bidden mocht niet baten, Ghy en woudt het niet toe-laten; En ick most van stonden aen Van u troostloos henen gaen. 3.[regelnummer] Daer ick al de Herderinnen [pagina 202] [p. 202] Sagh betoonen weder-minne, Most ick u in haeste sien Verde van my henen vliên. 4.[regelnummer] Daer ick u langh van te voren Voor mijn deel had uytverkoren; Kreegh ick voor mijn trouwigheyt Anders niet als straffigheyt. 5.[regelnummer] Daer ick meynde voor mijn sterven Uwe weder-min te erven; Sondt ghy met een blaeuwe scheen Uwen trouwen dienaer heen. Vorige Volgende