Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdNatal, Gedicht op de rede van-,gedicht van dd., geschreven tijdens zijn verblijf te *Natal in 1843, opgenomen in zijn ‘Brief aan A.C. Kruseman’ (24 februari- 6 mei 1851, vw ix, p. 130-131). Een gedeelte van het gedicht is in gewijzigde vorm opgenomen in de Max Havelaar (vw i, p. 146-147). De eerste strofe in de brief aan Kruseman luidt: ‘Gij vraagt waarom toch de Oceaan/Die gansch Sumatre omspoelt/Schoon elders minzaam en gedwee,/Onstuimig slechts op Natals reê/Gedurig schuimt en woelt?’ In de Max Havelaar luidt deze strofe: ‘Ge vraagt waarom toch de Oceaan/Die Natals ree bespoelt,/Schoon elders minzaam en gedwee,/Onstuimig slechts op Natals ree,/Gedurig kookt en woelt?’ In zijn brief aan Kruseman levert dd. het volgende commentaar bij het gedicht: ‘Ik ben de citatie voorbij, zie ik, en merk dat de rest heel soeperig wordt, zóó:/la la lalà; la la lala/la la, - la la; la laa! Zing het eens. Het gedicht verscheen in een Duitse vertaling van H.C. Flemming in Sang und Klang (1882). |
|