Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdNatal,plaats op Sumatra's Westkust, net boven de evenaar. Ten tijde van dd.'s werkzaamheden aldaar, was Natal een afdeling van de assistent-residentie Ajer Bangies, behorende tot het toenmalige gouvernement van Sumatra's Westkust, waarvan kolonel *Michiels de gouverneur was. dd. aanvaardde op 30 november 1842 het ambt van controleur te Natal. Hij leefde er in slechte verstandhouding met zijn chef, *Adriaan van der Ven. Zijn functies waren talrijk: bestuursambtenaar, politiehoofd, politierechter, voorzitter van de inlandse rechtbank, ambtenaar van de burgerlijke stand, postmeester, beheerder van het zout- en rijstpakhuis, agent van de Wees- en Boedelkamer, opzichter over's lands gebouwen en werken, ontvanger van in- en uitvoerrechten, zegeldebitant, wisselagent, vendumeester, en wellicht nog enkele meer (vw viii, p. 102). Van der Ven was assistent-resident, de resident van Ajer Bangies was *Weddik. Al op 25 mei 1843 werd dd. door Van der Ven beboet met f 5,- per dag wegens nalatigheid in het indienen der verantwoordingen. Op 9 juni stelde Van der Ven voor dd. over te plaatsen, op 30 juni was dd.'s *kastekort opgelopen tot f 860. Op 3 juli kreeg hij een waarschuwing van gouverneur Michiels. Op 15 juli schreef Michiels in een brief aan gouverneur-generaal P. Merkus dat dd. ongeschikt of onwillig was. Op 18 juli kwam er een klacht van Van der Ven over dd.'s weigering om aan zijn verplichtingen te voldoen. dd. werd op 1 september 1843 ontslagen en op 8 januari 1844 geschorst. Daarna volgde een gedwongen verblijf te *Padang (zonder wedde) tot september 1844, de overtocht naar Batavia (met wachtgeld) in december 1844, en opheffing van de schorsing op 10 september 1845. Bij besluit van de gouverneur-generaal van 10 september 1845 werd aan dd. uitbetaald: ‘a. tractement als kontroleur 2e klasse op Sumatra's Westkust ad f 275 's maands, Deze uitkeringen werden in mindering gebracht op het kastekort van f2106. *Si Pamaga |
|