Buthe, de-,
het buiten dat Jan Douwes Dekker in juni 1859 gehuurd had in Brummen. Tine vond er met haar kinderen een gastvrij onthaal in augustus 1859, nadat zij uit Antwerpen gevlucht was en van Van Heeckeren geld gekregen had om door te reizen.
dd. verbleef intussen te Brussel, waar hij tussen midden september en 13 oktober de Max Havelaar schreef. Begin november ontving Tine in Brummen het gebonden handschrift van het pas voltooide boek, dat door Jan Douwes Dekker via W.J.C. van Hasselt naar J. van Lennep werd gestuurd (cf. brief aan Tine d.d. 11 november 1859, vw x, p. 100). Het landhuis werd later gesloopt.