Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdAan Multatuli,1. ‘een stem uit het Nederlandsche Volk’, gedicht van G.S. (G. Swart), met aan het slot de wens dat m. zijn dwaze strijd met God ‘nog op tijd zal staken’: ‘De schuld, de zonde erkend en diep betreurd,/In ootmoed 't hoofd naar Christus Kruis gebeurd./Dáár blinkt de Hoogste Liefde en Wijsheid uit;/Dáár wordt de bron des kwaads ontdekt, gestuit.’ (3e druk, Rotterdam, 1875) Beantwoord met het gedicht ‘Met Multatuli! De stem van G.S. is het Nederlandsche volk onwaardig’ van Aletheia (Waarheid). Mer als slot: ‘Te denken onvermoeid, te werken zij ons streven,/Laat volgen ons die leer: dàt zij het doel van 't leven./Waar recht en rede is, dáár blinkt de wysheid uit,/Dáár wordt de bron des kwaads, de leugentaal gestuit.’ (2e druk, Rotterdam 1875) Beide gedichten zijn opgenomen in: Publicaties over Multatuli in reprint (s.l., s.a., p. 133-144). 2. Brief van *David Post, student in de theologie. 3. Gedicht van *C. Vosmaer in De Nederlandsche Spectator van 20 december 1873, opgenomen in een noot uit 1874 bij Idee 748 (vw iv, p. 695; ook in: C. Vosmaer, Een zaaier. Studiën over Multatuli's werken, 1874 en Gedichten, 1887). |
|