Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 216]
| |
[pagina 217]
| |
Vrij van kom-mer, vrij- van pijn,
Steeds door voorspoed mild be-scha-duwd,
Ef-fen als uw vlak-te zijn.
Dan, helaas! dees wisslende aarde
Schenkt geen ongestoorde vreugd;
Vaak verdrijven leed en smarten
Zelfs het schuldeloost geneugt;
Maar wat hier ons lot moog' wezen,
Hij die steeds der deugd zich wijdt,
Ziet, van alle smart ontheven,
Eens zich 't zaligst lot bereid.
Ja, mag ik uw beeld niet dragen,
Lieve beek! die zachtkens vliet;
Mag ik hier de rust niet smaken,
Die gij storeloos geniet;
Eens toch zal de morgen dagen,
Die mij voert naar beter oord,
Waar de reinste hemelweelde
Door geen ramp meer wordt verstoord.
|
|