Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 180] [p. 180] Vlaggelied. o Schittrende kleuren van Nederlands vlag! Wat wappert gij fier langs den vloed, Hoe klopt ons het har - te van vreugd en ont-zag, Wan-neer het uw ba- nen be - groet. Ont-plooi ze, waai uit nu van sten-gen en stag, Gij blijft ons het tee - ken. o Hei-li - ge vlag! Van trouw en van vroomheid, Van vroomheid en moed, Van trouw en van vroomheid en moed. [pagina 181] [p. 181] Of is niet dut blauw, in zijn vleklooze pracht. Der trouw onzer vad'ren gewijd? Of tuigt niet dat rood van hun mannlijke kracht En moed in zoo menigen strijd? Of wijst niet de blankheid, zoo rein en zoo zacht, Op vroomheid, die zegen van Gode vervracht, Den zegen, die eenig gedijt? Waai uit dan, o vlag, en vertolk onze bee Om trouw en om vroomheid en moed. De wereld ontzie u op golven en ree: Maar daaldet gij ooit op den vloed, Wij heffen uw Wit uit de schuimende zee En voeren naar 't Blauw van den hemel u mee, Al kleurt zich uw Rood met ons bloed. Vorige Volgende