Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 178]
| |
[pagina 179]
| |
Daar-om riep hij een hei - lige aan.
De Heilge Michel kwam en sprak:
'Ge schijnt niet zeer op uw gemak,
'Maar 'k zal u helpen in den nood,
'Want 'k zie uw smart is waarlijk groot;
'Drink voortaan maar wat minder wijn,
'Dan zult ge ook niet meer kattrig zijn.'
En Noach zuchtte: 'Och, Edle Heer,
'Zie toch op mij genadig neer!
''t Is mij zoo wonderlijk te moe,
'Ik zwaai gelijk een molenroe;
'Bedenk den roem van mijn geslacht,
'Uw kracht zij in mijn leed volbracht!'
'Geef mij toch eenige artsenij,
'Die heilzaam en verkwikkend zij;
'Ik voel het, hartig moet die zijn,
'Geen stuk van een gebraden zwijn;
'Dewijl een jood van d' echten slag,
'Geen ham of metworst eten mag!'
En Noach riep weer luid: 'o waai!
'Wat heb ik het op heden taai!'
'Hoe' sprak Michel, - veracht gij 't zwijn,
'Waaraan de drank gelijk doet zijn?
'Geloof me, wat geschapen is
''t Is alles goed, al 't vleesch en visch.'
'Doch daar de beste, braafste man,
'Ook wel eens dronken worden kan,
'Geef 'k u als artsenij een visch,
'Die heilzaam en verkwikkend is.
'Wanneer gij door het wijngebruik
'Soms pijn gevoelt in hoofd of buik!'
Toen nam Michel uit Eden's rijk
Een haring aan een snoek gelijk,
En gaf dien Noach, die verblijd,
Ging springen zeven passen wijd,
En het present in d' eigen stond,
Met huid en haar geheel verslond.
En zoo kreeg Noach weder dorst,
Al at hij dan geen spek of worst,
En had hij soms wat pijn in 't haar,
Dan at hij blanken haring maar.
Zoo is voor Christen en voor Jood,
De haring redding in den nood.
|
|