Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Punchlied. Weg met den wijn, 't is koud en guur, 't Heeft al zijn tijd en wijs: Wij lus - ten bij het knap-pend vuur, Geen pur-perkleu - rig ijs. Wanneer de Hondstar blaakt en brandt Dan lust ik rooden wijn; Dan smaakt mij 't vocht uit Frankenland En nectar van den Rijn. Maar als de stormwind buiten loeit, En 't lijf van kou verstijft Dan wil ik vocht, dat in mij gloeit, En 't bloed door de aders drijft. Dan is mij Bacchus' nat te koud, En 'k drink gelijk de Brit, Het vocht dat glinstert als het goud En bloed en brein verhit. Drink ik dit aan den warmen haard Bij mijne vriendenrij, Dan is er Vorst noch Prins op aard Wien ik zijn troon benij. Vorige Volgende