Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Te vroeg. Te vroeg, o acht het nooit te vroeg, Als 't goede dient ge daan,- Geen uit-stel op des levensweg, Men komt bij tijds nooit aan! Des levensmorgen schijnt ons lang, tot de avond hem ver-joeg: Sta op en werk, wan-neer 't is dag, het zij u nooit te vroeg! Sta op en werk, wanneer 't is dag, het zij u nooit te vroeg. [pagina 165] [p. 165] Geen bosch en boomgaard sierde de aard, En graan noch bloem het veld, Had 't korreltje, aan den grond vertrouwd, Het werken uitgesteld. Een taak is allen opgelegd, 't Wordt avond, ras genoeg, De bloemen bloeien altijd weer.} bis. En nimmer één - te vroeg.} bis. Vorige Volgende