Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 56]
| |
[pagina 57]
| |
Is de liefde dan onedel?
Is ze een grove, lage drift
Die den grooten mensch vernedert,} bis.
Voor de wijsheid tegengift?} bis.
Waarlijk, hij die dit kan wanen
Kende nooit haar reine kracht,
't Is de wellust, die hij offers} bis.
In haar heilge namen bracht.} bis.
Zuivre, ware, trouwe liefde,
Is een rijke gaaf van God,
Die den mensch verheft, veradelt,} bis.
Meer geschikt maakt voor zijn lot.} bis.
Zij ontwikkelt eedle krachten,
Die nog sluimerden in 't hart,
Maakt hem minder eigen zoekend,} bis.
Minder in zijn drift verward.} bis.
't IJdel, kort genot der zinnen
Is haar oorsprong noch haar doel,
't Zijn de zielen die beminnen,} bis.
Stofflijk spreekt dit zielsgevoel.} bis.
Ruim zoo ver van dieren grofheid
Als van englen geestelijkheid,
Werkt het dier en de engel samen} bis.
Tot haar stille zaligheid.} bis.
Gloeit zij schuldloos aan den boezem,
Spreekt zij in een smachtend oog,
Heft zij bij bezielde kussen} bis.
't Stil genietend hart omhoog.} bis.
Hemelgeesten zien dan vroolijk
Zulk een lievend menschenpaar,
's Levens zorgen, 's levens vreugde} bis.
Teeder deelen met elkaar.} bis.
Zien het al de bloemen plukken,
Die er geuren voor zijn voet,
En voldaan met zijn bestemming} bis.
Worden wat het worden moet.} bis.
Waarom zou dan 't meisje blozen,
Als zij rein, onschuldig mint,
En haar lot, haar hart, haar aanzijn} bis.
Aan een eedlen man verbindt?} bis.
Bond meer ware liefde op aarde
't Lot der menschen niet naar schijn,
Hoeveel rozen zouden geuren} bis.
Waar nu niets dan doornen zijn.} bis.
|
|