Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 54]
| |
[pagina 55]
| |
Ja, ja, ja, ja, weet niet hoezeer ik u min.
Ja, ja, ja, ja, weet niet hoezeer ik u min.
Zoo, zoo als ik u minne,
Zoo, zoo min mij voorlaan,
Dan, dan zal mij van binnen,
Eeuwig het hart voor u slaan.
Ja, ja, ja, ja, eeuwig het hart voor u slaan. (bis.)
Doch, doch durf ik vertrouwen,
Gij, gij, luchtig van aard,
Gij, gij zoudt op mij bouwen,
Wist gij, hoe lief gij mij waart.
Ja, ja, ja, ja, wist gij, hoe lief gij mij waart. (bis.)
En, en als schoon gescheiden,
Mijn, mijn beeld u verschijnt,
Dan, dan wensch ik ons beiden
In geest vereenigd te zijn.
Ja, ja, ja, ja, in geest vereenigd te zijn. (bis.)
|
|