Gezelschapsliederen of uitgezochte verzameling van 145 Nederlandsche Zangen en 14 Volksliederen
(ca. 1900)–Jb. Kwast– Auteursrecht onbekend
[pagina 10]
| |
[pagina 11]
| |
Van alle Talen hier op aard,
Is Hollands taal mij 't meeste waard,
Ze is zuiver van gebreken; (bis.)
Op maagdenlippen klinkt zij zacht;
Een man kan nooit met forscher kracht,
Dan in het Hollandsch spreken, (bis.)
Van alle Zeden hier op aard,
Zijn die van Holland 't meest mij waard,
Waar zij niet zijn bedorven, (bis.)
Gaan vreugde en godsdienst hand aan hand,
Door moed en zeden heeft ons land,
Zijn grootsten roem verworven, (bis.)
Van alle Meisjes hier op aard,
Zijn die van Holland 't meest mij waard,
'k Wist nergens ze op te sporen, (bis.)
Die zoo beminlijk zijn en goed,
Dan die bij ons zijn opgevoed,
In Holland zijn geboren. (bis.)
Van alle vrouwen hier op aard,
Zijn die van Holland 't meest mij waard,
Zij doen ons gaan op bloemen, (bis.)
Waar kan men meer op huwlijksmin,
Op trouw en zorg voor 't huisgezin.
Dan hier in Holland roemen, (bis.)
Van alle Dichters hier op aard,
Zijn die van Holland 't meest mij waard,
Hoe voelen we ons ontgloeien, (bis.)
Wanneer er van hun godenlier,
Met zachtheid, kracht en edlen zwier,
De schoonste zangen vloeien, (bis.)
Van alle vorsten hier op aard,
Is Neerlands Koning 't meest mij waard:
Zijn welvaart is de mijne; (bis.)
Geboren op denzelfden grond,
Stond zijn wieg waar de mijne stond,
Mijn graf zal staan bij 't zijne, (bis.)
Van alles wat men vindt op aard,
Is Holland mij het meeste waard;
Want waar we ons ook begeven, (bis.)
Naar Noord of Zuid naar Oost of Mest,
In Holland vindt men alles 't best,
Lang, lang, moet Holland leven! (bis.)
|
|