Om de oude wereldzee. Deel 1
(ca. 1907)–Abraham Kuyper– Auteursrecht onbekendAbraham Kuyper, Om de oude wereldzee. Deel 1. Van Holkema & Warendorf, Amsterdam z.j. [ca. 1907] (2de druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Princeton Theological Seminary Library, signatuur: KUYPER D973 .K85 v.1, scans van archive.org
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de tweede druk van Om de oude wereldzee. Deel 1 van Abraham Kuyper uit ca. 1907. De eerste druk dateert uit 1907.
redactionele ingrepen
p. 224: in het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 401: I → 1: ‘1 Juli 1907.’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, t.o. II, IV, t.o. 57, t.o. 207, t.o. 243, t.o. 329, t.o. 377, t.o. 409, t.o. 489, t.o. 505, t.o. 521, t.o. 541) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
OM DE OUDE WERELDZEE
[pagina III]
OM DE OUDE WERELDZEE
DOOR
DR. A. KUYPER
I
HET AZIATISCH GEVAAR - RUMENIË - RUSLAND - DE ZIGEUNERS - HET JOODSCHE PROBLEEM - CONSTANTINOPEL - KLEIN AZIË - SYRIË HET HEILIGE LAND
GEÏLLUSTREERD
TWEEDE ONVERANDERDE DRUK
AMSTERDAM - VAN HOLKEMA & WARENDORF
[pagina 544]
INHOUDSOPGAVE VAN HET EERSTE DEEL.
Blz. | ||
---|---|---|
voorrede | i-iv | |
I. | het aziatisch gevaar | 1-42 |
Herleving van de oude tegenstelling tusschen Azië en Europa, p. 1. - Azië, door Europa overheerd, door Japan wakker geschud, p. 3. - Azië voor de Aziaten, p. 5. - Oeconomische wedstrijd, p. 7. - Bedenkelijk voor de Nederlandsche Koloniën, p. 8. - Het kolenvraagstuk, p. 9. - Het religieuse vraagstuk, p. 10. - Religie wortel van alle Aziatische cultuur, p. 13. - Veerkracht van het Boeddhisme, p. 15. - De positie van den Levant, p. 16. - De kracht die nog in den Islâm schuilt, p. 20. - Zullen de drie monotheïstische religiën saamgaan? p. 22. - Antithese dezer drie tegenover het Polytheïsme en het Pantheïsme, p. 25. - Wat Europa aan Azië te danken heeft, p. 27. - Onderscheid tusschen Europeaan en Aziaat, p. 30. - Waar de verzoening ligt, p. 32. - Spanning in Voor-Indië, p. 34. - De Muslîm onder Aga-Khân, p. 35. - De Islâm werft in Japan, p. 37. - Pan-Islamisme, p. 40. - Gevaar voor onze Koloniën, p. 41. | ||
II. | rumenië | 43-101 |
Staten van den tweeden rang, p. 42. - Rumenen buiten Rumenië, p. 44. - De nationaliteitsbeweging, p. 46. - De Rumeensche nationaliteit, p. 48. - Het Latinisme en de eigen nationaliteit, p. 50. - Het Dacisch, Romanisch en Slavisch element, p. 51. - Nog jonge ontwikkeling, p. 53. - Komst van Koning Carol, p. 54. - Zijn persoonlijkheid, p. 55. - Carmen Sylva, p. 57. - Haar werkzaamheid voor en onder het volk, p. 61. - Sinaia en Castel Pelesch, p. 62. - Bucharest, p. 64. - Bucharest als vesting, p. 67. - Het platteland, p. 69. - Dreigende Jacquerie, p. 71. - Moldavië en Jassy, p. 72. - Rumenië's verleden, p. 72. - Latinistische reactie, p. 76. - Gespannen toestand tijdens den Fransch-Duitschen oorlog, p. 77. - De Russisch-Turksche oorlog van 1877 de keer in der Rumenen historie, p. 79. - De Joden-quaestie en het verdrag van Berlijn, p. 80. - Het koningschap en de aanwijzing van een erfprins, p. 81. - Het Rumeensche leger, p. 82. - Intellectueele ontwikkeling, p. 85. - Oeconomische ontwikkeling, p. 88. - Financiën en Gouvernement, p. 94. - Het godsdienstig leven, p. 96. - Het partijleven, p. 97. - Rumenië's beteekenis voor de afwikkeling van het Oostersche vraagstuk, p. 99. - Het monarchaal gezag, p. 100. - Dankbetuiging, p. 101. |
[pagina 545]
III. | rusland | 102-164 |
Aankomst te Ungheni, p. 102. - Odessa, p. 102. - Begin van de troebelen, p. 104. - Ernst van het Russische volkskarakter, p. 106. - Sebastopol, p. 107. - Het manifest van 30 Dec. 1905, p. 109. - Eerste dooden die vielen, p. 110. - De Kniaz Potemskin, p. 111. - De Grieken in de Krim, p. 113. - Het Russische assimilatievermogen in den gang van zijn historie, p. 114. - Communale ontwikkeling, p. 118. - De Mir, p. 119. - De mystieke grondtrek van het Russische karakter, p. 125. - Dat mystieke in de revolutie, p. 128. - Het sectewezen, p. 130. - Aangrijpende consequentie van dit sectewezen, p. 132. - De Russische Staatskerk, p. 137. - Het kloosterwezen, p. 141. - Godsdienstvrijheid, p. 143. - De revolutionnaire elementen, p. 147. - De revolutie en de religie, p. 148. - Het agrarisch vraagstuk, p. 150. - Hervormingen, p. 152. - De oorlog met Japan, p. 156. - De berichten omtrent de revolutie te sterk gekleurd, p. 157. - Ruslands territoriale en oeconomische vooruitgang, p. 157. - De bureaucratie, p. 160. - Het occidentalisme kan Rusland niet redden, p. 162. - Eisch is ontwikkeling naar zijn nationale ideosyncrasie, p. 163. | ||
IV. | de zigeuners | 164-238 |
Talrijkheid der Zigeuners in het Oosten, p. 164. - Wat hen verdringt, is de toenemende dichtheid der bevolking, p. 166. - Ze verliezen hun nomadisch karakter, p. 167. - De Zigeuners en de Religie, p. 169. - Hun schijn-aansluiting bij de Landsreligie, p. 170. - Hun aloude eigen religieuse voorstellingen, p. 173. - Hun guichelarij, p. 178. - Het occultisme, p. 180. - Droomuitlegging, p. 183. - Hun voorstellingen omtrent den Dood, p. 184. - Hun volksfeesten, p. 186. - Satanische orgiën, p. 188. - Herkomstig uit Voor-Indië. p. 190. - Schedelmeting, p. 193. - Hun groote tocht in 1417, p. 195. - Drie horden, p. 197. - Aanvankelijk als pelgrims gastvrij ontvangen, p. 198. - Ontmaskering vooral in Frankrijk, p. 199. - Maatregelen tegen hen in Frankrijk, Spanje en elders, p. 200. - Exportatie, p. 201. - De Zigeuners in Rumenië, p. 202. - De Zigeuners in Hongarije, p. 202. - De Zigeuners in Engeland, p. 204. - De Gitano's in Spanje, p. 206. - De boekverkooper van Logrono, p. 207. - Hun taal, p. 211. - De Zigeuners in Rusland, p. 212. - De Zigeuners in Turkije, p. 215. - De Zigeuners in Portugal, p. 216. - La vie bohémienne, p. 217. - Die Bohème in Duitschland, p. 220. - Hun hooghartig zelfgevoel, p. 221. - Hun wraakzucht, p. 222. - Hun inborst, p. 224. - Hun levenswijs, p. 226. - Hun wreedheid, p. 227. - Pogingen om hen tot hoogere ontwikkeling te brengen, mislukt, p. 228. - Welke houding tegenover hen is aan te nemen door de Regeeringen, p. 230. - Hun verderfelijke invloed, p. 235. - Hun Kerstening, p. 237. | ||
V. | het joodsche probleem | 239-324 |
De beteekenis van het Joodsche vraagstuk voor het Oosten van Europa, p. 239. - Het aantal der Joden, p. 240. - De Azkenazim en Sephardim, p. 242. - De Karaieten, p. 244. - De Chasidim, p. 244. - De Fallascha's, p. 245. - Hun uiteenloopende positie tegenover de moderne cultuur, p. 246. - Zeven à acht millioen leven voort in hun oude traditie, p. 247. - De vier andere groepen, p. 248. - Proces in deze denationaliseering, p. 251. - De Hellenistische en Spaansche Reformperiode, p. 251. - Hun geboorte- en sterftecijfers, p. 253. - |
[pagina 546]
Vormen de Joden een natie? p, 256. - Lombroso's theorie, p. 257. - Het Joodsche type, p. 260. - Religieuse en nationale eenheid, p. 261. - Hun religieuse positie in haar verval, p. 263. - Joodsche Renaissance, p. 264. - De ‘neue Juden’ en de Christus, p. 265. - Verwachtingen voor de toekomst, p. 267. - Het Zionisme, p. 268. - Oppositie er tegen, p. 271. - Palestina-staat, p. 273. - De zeven fractiën in het Zionisme, p. 275. - Het Anti-Semitisme in beginsel evengoed tegen het Christendom als tegen de Joden gekeerd, p. 276. - Vormen van het Anti-Semitisme, p. 279. - Voorstelling van de historie als worsteling tusschen den Arischen en Semitischen geest, p. 280. - Isolement der Joden, p. 282. - Vanwaar de antipathie tegen de Joden, p. 283. - Het Anti-Judaïsme niet religieus, p. 284. - Machtspositie der Joden in het Westen, p. 287. - Financieele en intellectueele meerderheid, p. 288. - Crimineele statistiek, p. 290. - Tweezijdige positie als ingezetenen van een Europeeschen staat, p. 291. - Israels behandeling van den vreemdeling, p. 292. - De Jood zoo geworden door de behandeling hem aangedaan, p. 294. - Intellectueele invloed van het Talmudisme, p. 296. - Zij alleen pleitbezorgers van het zuivere Monotheïsme, p. 297. - De Jodenquaestie heel anders in het Westen dan in het Oosten, p. 299. - De Joden in Rumenië, p. 300. - Verloop van de Joodsch-Rumeensche quaestie, p. 301. - De Joden in Rusland, p. 308. - De Joden in Turkije, p. 316. - Het Joodsche vraagstuk voor het Westen van Europa, p. 317. - Het Joodsche vraagstuk voor het Oosten van Europa, p. 320. - Beiden, het Anti-Semitisme en het Anti-Judacisme, te veroordeelen, p. 323. | ||
VI. | constantinopel | 325-369 |
De pracht van den Bosporus, p. 325. - Constantinopel wereldstad, p. 327. - De Turken veroveraars, geen natie, p. 328. - Tribuutbetaling hoofdzaak, p. 329. - Geen organisch, een mechanisch ineengezet geheel, p. 331. - De waardigheid van den Turk, p. 333. - De andere nationaliteiten buiten het leger, maar in den civielen dienst gebruikt, p. 334. - Het formalisme en mysticisme van den Islâm, p. 335. - Vooruitgang van het stedelijk bestuur, p. 336. - Stamboel, Galata en Pera, p. 337. - Het corps diplomatique, p. 340. - De Ramazan, p. 341. - De Salemlik, p. 343. - Het Turksche leger, p. 344. - Het Khalifaat, p. 346. - De Moskeeën, p. 347. - De eeredienst en predicatie, p. 348. - De Aya-Sophia, p. 349. - De Turbe's, p. 352. - De Tekkiehs of kloosters, p. 353. - De dansende Derwischen, p. 354. - De positie van de vrouw, p. 356. - De immoreele werking der polygamie, p. 358. - De Harem, p. 360. - Turksche baden, p. 362, - Het gebruik van Narcotica, p. 364. - De Gouden Hoorn, p. 365. - De Bazaar, p. 365. - De Alexander-Sarcophaag, p. 366. - De Janitsaren-uitroeiïng, p. 367. - Dankbetuiging, p. 368. | ||
VII. | klein-azië | 370-401 |
Gunstig seizoen, p. 370. - Van Haydar Pacha naar Khonia, p. 371. - Eschkischahir, p. 372. - Positie van Klein-Azië, p. 373. - Bevolking van Klein-Azië, p. 374. - Christenen in Klein-Azië, p. 374. - Oeconomische achterlijkheid, p. 376. - De Bagdadspoor, p. 377. - Politieke indeeling, p. 378. - Het vilayet Khonia, p. 378. - Het dorp op de rotsen, p. 379. - Ontvangst te Khonia, p. 380. - De Seldschucken te Khonia, p. 381. - De overblijfselen van de kunstontwikkeling onder hun bestuur, p. 382. - |
[pagina 547]
Moskeeën, scholen en kerken, p. 383. - De autoriteiten te Khonia, p. 384. - Politie en financiën, p. 385. - Het Derwischen-klooster, p. 386. - De Meslevi-orde, p. 387. - Perzische invloed. p. 388. - Het Derwischisme in zijn opkomst en in zijn beteekenis voor den Islâm, p. 389. - Het Sufisme, p. 390. - De graden, p. 391. - Inmenging van het Neoplatonisme, p. 392. - Invloed der orde te Constantinopel, p. 393. - Affioen Kabissar en Oechack, p. 394. - Smyrnasche tapijten, p. 395. - Aankomst te Smyrna, en de ‘Nederlandsche natie’ aldaar, p. 395. - Bevolking van Smyrna, p. 397. - Religie en schoolwezen, p. 397. - De ligging der stad, p. 398. - Bezoek aan Epheze, p. 399. - De tempel van Diana en de overige bouwvallen, p. 400. | ||
VIII. | syrië | 402-432 |
Maronitische gids, p. 402. - Gezicht op Beyreuth, p. 403. - Christelijke stad, p. 404. - Twee Christelijke Universiteiten, p. 404. - Syrië staalkaart van Mohammedaansche en Christelijke fracties, p. 406. - Indeeling en bevolking van Syrië, p. 408. - Nog altoos de oud-Phenicische karaktertrek, p. 409. - Missie en Schoolwezen, p. 410. - Over den Libanon naar Baälbec, p. 410. - De Maronieten, p. 411. - De ceders van den Libanon, p. 412. - Baälbec het oude Heliopolis, p. 413. - De prachtige ruïnen, p. 413. - De muren van den Acropolis, p. 413. - De Zonnetempel, p. 415. - De gewezen Basiliek, p. 415. - De Bacchus-tempel, p. 415. - De Venus-tempel, p. 416. - Naar Damascus, p. 417. - Christenmoord in 1860, p. 418. - Herinneringen aan den Apostel Paulus, p. 419. - Het industrieele leven in Damascus, p. 420. - De autoriteiten, p. 421. - Verbetering van stedelijk bestuur en hygiëne, p. 422. - Particuliere huizen, p. 423. - De Meidan, p. 424. - De Omayaden-moskee en de Turbe van Saladin, p. 425. - Naar Hauran, p. 426. - Spoorlijnen door Hauran, p. 426. - Het land der bouwvallen en der vervallen steden, p. 427. - De bevolking, p. 429. - De Druzen en hun religieuse denkbeelden, p. 429. - Een zendeling onder de Druzen, p. 431. - Aankomst in het Heilige Land, p. 432. | ||
IX. | het heilige land | 433-543 |
Aankomst te Samack, p. 433. - Het meer van Gennesareth, p. 434. - Bedenkingen tegen een bezoek aan het Heilige land, p. 435. - Subjectief element hierbij in het spel, p. 436. - Waarom het Heilige land? p. 437. - De toenadering van den Vader der geesten, p. 439. - Het Wonder in de Openbaring onmisbaar, p. 440. - Geographische gesteldheid, p. 442. - Oeconomische achteruitgang, p. 443. - Handel en bevolking, p. 444. - De Christelijke actie in Palestina, p. 445. - Het Joodsche element, p. 449. - Tiberias, p. 450. - Haar Joodsch karakter, p. 452. - Kapernaüm tegenover Tiberias, p. 453. - Jezus' optreden te Kapernaüm, p. 456. - Naar den Thabor, p. 458. - Jezus te Caesarea Philippi, p. 461. - Zijn erkenning als Messias, p. 462. - Van Caesarea naar den Thabor, p. 463. - De verheerlijking op den Thabor, p. 464. - De critiek op de heilige plaatsen en de Vereenigingen voor het onderzoek van Palestina, p. 465. - De Thabor als berg der verheerlijking tegen de critiek verdedigd, p. 467. - Van den Thabor naar Nazareth, p. 471. - Tradities in Nazareth, p. 473. - Nazareth als plaats van Jezus' woning, p. 474. - Tocht naar Haifa, p. 475. - De Duitsche Kolonie te Haifa, p. 477. - |
[pagina 548]
De Karmel, p. 478. - Elia op den Karmel, p. 479. - De Karmel en Jezus' optreden in Galilea, p. 481. - St. Jean d'Acre, p. 481. - De Babisten, p. 482. - De religie der Babisten, p. 484. - Het Babisme en het Evangelie, p. 487. - Door Samaria, p. 487. - Ontvangst in de Joodsche Kolonie te Zimmarim, p. 489. - De Joodsche kolonisatie vóór het Zionisme, p. 490. - De Joodsche kolonisatie onder den invloed van het Zionisme, p. 491. - Beteekenis van deze kolonisatie voor het Heilige land, p. 495. - Aankomst te Jaffa, p. 496. - De Duitsche Tempelieren, p. 497. - De Kolonie van Mrs. Spafford, p. 498. - De vier Duitsche koloniën, p. 498. - Haar ideaal doel en practische uitkomst, p. 500. - Jaffa als zeepoort van Jeruzalem, p. 503. - Aankomst te Jeruzalem, p. 505. - Jeruzalem en het verleden, p. 506. - Sion als de van God verkoren plaatse Zijner ruste, p. 507. - Individueele en communicale vroomheid, p, 508. - Jeruzalem het geestelijk centrum der wereld, p. 509. - Jeruzalem en de Christus, p. 510. - De Tempelheuvel, p. 511. - De heilige rots in de Omar-moskee, p. 512. - De Gouden poort, p. 513. - Gethsemané, p. 514. - De drinkbeker, p. 515. - De via dolorosa, p. 516. - De kerk van het Heilige graf, p. 517. - Golgotha, p. 518. - De critiek ook hier ongegrond, p. 520. - De spelonk der Verrijzenis, p. 521. - Aardsche en hemelsche majesteit, p. 523. - De Jordaan en de Doode Zee, p. 524. - Jericho, 525. - De verzoeking van Jezus, p. 526. - Terug naar Jeruzalem. Bethanië. Lazarus' graf, p. 527. - Naar den Olijfberg, p. 528. - De Derwischen op den Olijfberg, p. 529. - De Hemelvaart, 530. - Kerstfeest te Bethlehem, p. 531. - Bethlehem's ligging en bevolking, p. 533. - De heilige plaatsen te Bethlehem, p. 535. - De twist der Christenen bij de heilige plaatsen, p. 536. - Terug naar Jeruzalem, p. 539. - Jeruzalem als stad, p. 540. - Het missionaire leven te Jeruzalem, p. 541. - Vertrek naar Jaffa, p. 542. - Afscheid van het Heilige land, p. 542. | ||
inhoudsopgave van het eerste deel | 544-548 |