Kleeren hadden zij niet meer, zelfs geen lendendoek, terwijl zij overdekt waren met lidteekens en uitslag, en sommigen met groote, open wonden en verminkingen rondliepen, etterend en zwerend.
Het waren wezens, die alleen in de verte nog aan menschen herinnerden, half gek van honger en ellende.
Maar met nog genoeg menschelijks om zich diep te schamen over hun toestand. De toestand, waarin zij verkeerden, was het laatste gevolg van het zegenrijk bestuur dat, tot enkele dagen voor de Italianen de stad namen, Abd-el Nebi Belcher over hen had gevoerd.
Toen de Italianen de stad tot op twee dagmarschen genaderd waren, riep hij de bevolking tezamen, en kondigde haar aan, dat, zoodra de Italianen de stad waren binnengetrokken, een ieder, man, vrouw en kind, zou worden gefusilleerd, omdat de Italianen wraak zouden nemen over de rebellie van 1914.
Hij overreedde hen, alles wat waarde had op kameelen te laden, het vee bijeen te drijven, en onder zijn hoede en bestuur de vlucht te nemen naar het Zuiden.
De bevolking, die meende dat er geen uitweg was, gaf gehoor aan de raad, met als gevolg dat dit pronkstuk van alle vrijheidshelden, nadat men slechts enkele uren de stad achter zich had gelaten, zijn mannen bevel gaf de bevolking van Murzuch terug te drijven naar haar gebied.
Met een enkel stuk kleeren kwamen de bedrogenen weer in hun ruïneuze stad terug, en Nebi Belcher voerde hun bezittingen, de vrucht van jaren werken en sparen, mee.