iedere zandhoop langs de weg de naam en wat er verder wetenswaardigs aan is.
Tot alle gemoederen in beslag worden genomen door een stilstaande camion, ver voor ons uit op de weg. Ik hoor nu pas dat er vanmorgen al een vóór ons vertrokken is. Een ‘burgerwagen’, zooals dat hier heet, dus een vrachtwagen van een of andere firma in Tripoli, die bouwmaterialen of andere goederen in opdracht van het militaire bestuur de woestijn inbrengt.
Als we naderen, zie ik de beide bestuurders rustig op de treeplank zitten, uit de zon en uit de wind. Ze rooken cigaretten en staan pas op, als we stoppen, vlak achter hun vehikel.
Een kapotte bougie, en nog een paar kleinigheden; maar de wet van de weg is hier streng, en er is geen denken aan dat we vertrekken, eer de pechvogels geholpen zijn.
Ik zie ons chauffeurtje in de motorkap van de andere wagen duiken, disputeerend, gesticuleerend, en binnen eenige minuten zelfs verbitterd betoogend. De onkunde van de anderen moet het ontgelden, maar het is mij wat al te lawaaierig, die garage-herrie midden in de doodstille vlakte, en ik slenter dan ook de weg af, het eindelooze in....