Verleden tijd
Er is een dag gekomen, waarop de laatste adelaar, moe en overwonnen, rustend op de kruisstijl van de standaard, verdween aan de Noorderkim, het land latend tot een leeg, onafzienbaar en onherbergzaam jachtveld voor dieven en moordenaars en buitgierigen. En er is weer een dag gekomen, eeuwen en beschavingen daarna, dat dezelfde oude weg, dezelfde uitwaaierende karavaanpaden, mannen naar het Zuiden zagen trekken, gekomen uit hetzelfde land.
Waar de centurio zijn kamp opsloeg, rustten ook zij. Waar de Romein zijn sterkten bouwde, bouwden of veroverden zij sterkten naast de zijne. Terra nova romana....
Maar geen wereldrijk droeg hen, en hen dreef niet de vaste wil de oude macht te herstellen. Geen vrees ging hun naam vooraf, en de glanzende faam bleef niet, als weleer, overal hangen, waar zij voorbij gingen.
En als ik nu een plaats zoek tusschen ruïne en heden, tusschen het voorbije en de werkelijkheid, dan durf ik niet langer omzien naar wat Rome in het verleden schiep.
En dan werp ik ook de scherven weg van de waterleidingbuizen, die de centurio gebruikte, en de gladde kruikbodem die ik beurde om mee te nemen. Het is beter te vergeten dan blij te zijn met de afval en het puin van een tijd, die sterker en verhevener was dan de onze.