De bloemen geuren aan de teere takkeneinden, wasachtig wit, wasachtig groen, en nu worden geur en suizelen een enkele gewaarwording, een beweging die luide aromen afgeeft en duizelig maakt.
Dit is dan wat de oase, gezegend en geprezen, geven kan: de takken zijn gestut, en nog scheurt het weeke hout uit, waar de tak aan de stam ontspruit. Trossen, slingers, guirlanden van hardgele vruchten, tien aan een enkele twijg, honderd aan een tak, duizend aan een enkele gedrongen boom.
Mijn gastheer steekt ergens de hand naar binnen in de haag van het loover en breekt de tros, die ik niet ontwaren kon: negen, barstensrijpe, vruchten aan een enkele top.
Vruchten van Kanaän, vruchten van het beloofde land.