meters door deze zee bespoeld (de kust van Corsica, die 718 kilometers meet, niet meegerekend), terwijl dit land aan de Noordzee en Atlantische Oceaan 4052 kilometers meet. Italië ligt over een lengte van 7989 aan dezelfde zee. Daarmee is het lot van dit land volledig van de toestand op en rond het zeebekken afhankelijk.
Het land leeft en teert op de Middellandsche Zee, en in 1921 wees Balfour er ter Conferentie van Washington dan ook op, hoe Italië, al is het geen eiland, uit strategisch oogpunt gerust als zoodanig beschouwd mag worden. In een groote oorlog, zeide hij, zal het bijzonder moeilijk blijken dit land van voedsel en leeftocht te voorzien, omdat, worden de scheepsverbindingen lam gelegd, het aan een zuivere blokkadetoestand is overgeleverd. Frankrijk daarentegen (een land dat toch reeds in staat is, althans over veel grooter mogelijkheden beschikt, om zich zelf te onderhouden) heeft een geweldig uitgestrekte landgrens en daarover heen verbindingen met de grootste wereldmarkten.
In de importcijfers van ieder willekeurig jaar, bijv. van 1928, ligt dit duidelijk afgeteekend: Italië importeerde 22.575.309 ton aan goederen over zee, en slechts 6.813.165 over land.
Met deze cijfers, en de feiten er in opgesloten, voor oogen, is het niet vreemd dat Italië, door het bezit van Lybië en de Egeische Eilanden een van de belangrijkste, zoo niet dè belangrijkste machthebber over de Middellandsche Zee geworden, deze macht steeds versterkt en verstevigt, en bij het beheer van Tripolitanië en Cyrenaica immer de strategische beteekenis