Propaganda
Ieder land in de wereld mag het Italië van vandaag de onvolprezen organisatie van de propaganda benijden. Van de propaganda voor het tourisme vooral. Duizenden vlugschriften, honderden affiches, een stroom van uitnemend verzorgde lectuur openbaart de vreemdeling de schoonheid van het schiereiland, en roept de lust bij hem wakker zèlf te ontdekken wat nòg schooner is en nog niet beschreven.
Ik begrijp heel goed, hoe de Fransche deputé's zich hebben gevoeld, die in een schrijven de minister van het Fransche verkeerswezen op de leemte in de organisatie van het tourisme in hùn land hebben gewezen, en het pleit voor hun objectiviteit, dat ze duidelijk aan hun bewindvoerder Italië ten voorbeeld hebben gesteld.
Want hoe men deze propaganda ook beziet, uit artistiek, uit reclame-psychologisch, of uit economisch opzicht, steeds moet men erkennen dat alles sluit als een bus, dat nergens iets aan het toeval, of aan de vroeger in dit land zoo'n groote rol spelende slordigheid is overgelaten.
De beste schilders teekenen de bonte, aantrekkelijke vouwbladen, en een behoorlijk versneden pen schrijft voor de ENIT de suggestieve begeleidende teksten. Men mag dan van tijd tot tijd een Italiaan ontmoeten, die het niet kan verkroppen, dat hij de volle prijs moet betalen voor zijn spoorkaart, terwijl bijna iedere vreemdeling geniet van de duizendvoudige kortingen op de tariefsprijs, het is niet moeilijk in te zien, dat