Aardewerk
Naast de hospitieuze gewelven van de wijnkoopman is een aardewerkwinkel. De man heeft niet de dwaze angst over zich, dat mijn schilderende metgezel zijn modellen copieert. En daarom ben ik gedwongen, zoo lang het potlood langs het papier gaat, temidden van potten, kruiken, kannen en tellooren, geduldig te wachten, totdat alles zal zijn geconterfeit.
Ik betreur mijn wachten niet, want er zit nog iets meer achter deze potterij dan een vlammende oven en een draaischijf. Het meerendeel van het vaatwerk kon zoo uit den tegenwoordig overal omgegraven bodem gekomen zijn. Amphoren en ampullen, wasch-bekkens en drinkschalen, de lijn en de curve van het oudromeinsche vaatwerk is er in bewaard gebleven. Niet alléén bewaard, lévend ook. De man, die dit maakt, en voor het werk zijner handen niet meer vraagt dan een paar dubbeltjes het stuk, moet de