Oorlogspsychose
Het was geen toeval, dat ik in Locarno, in het uurtje dat ik er rondwandelde onder de arcaden, in een boekhandel die stapel Italiaansche centsboekjes vond. Van het genre dat bij ons reeds lang gestorven is: ‘Het doorgezaagde weesmeisje’ en ‘Het lijk in de koffer met dubbele bodem’.
Een handjevol kleine pamfletjes, met de vreeselijkste titels: ‘De man die een meisje in (het aantal is precies aangegeven) vijfendertig stukken hakte’, ‘Elisabeth Caligari, levend begraven op dertigjarige leeftijd’, ‘Ortenza en Catharina, of de wreedheid van een zuster, die de moedermelk weigerde aan een neefje, om deze aan een slang te geven’, ‘De geschiedenis van de bandiet Antonio Gasparone, veroordeeld tot zevenenveertig jaar kerkerstraf’, en tenslotte het boekje, dat ik nu weer uit de reistasch opdiep: ‘De geschiedenis van het gevecht tusschen 500 Italianen en 15000 Abessynen in Afrika’.
Een lied van vierentwintig lange coupletten, met een houtgravuurtje op de kaft: vier Italiaansche soldaten, die rustig een licht stuk veldgeschut bedienen.
Veel van de ongeloofelijk overdreven toon in de kran-