paden, afgronden en steilten, gevangenissen en gastmalen, doopwater en bloed, martelvuren en altaarkaarsen, het wordt één mannelijk logboek van het vaartuig dat het Kruis van Christus in de masttop voert.
Voor-Indië, Achter-Indië, de gouden Molukken, Ceylon, een eindeloze reis. Land na land doorwandeld en doorkruist in de kracht Gods, die zó in hem groeit dat bij ternauwernood de eigen zwakte nog kent. God huist in zijn mond en hij spreekt met de helderheid van Paulus en met de onverbruikte moed van Petrus' eerste propagandarede. God sterkt zijn arm en wonderen zijn als tekens rond zijn weg.
Als een vuur in de veengrond, kruipend verborgen, oplaaiend waar hoger voedsel is, zo is zijn apostolische hitte. Families voeren families aan, stammen drijven stammen tot op de knieën, dorpen doordringen steden, van landen slaat de hoge kreet der bevrijding over naar andere landen.
Op 3 December roept God zijn verspieder en schatgraver tot zich. Als Mozes sterft hij aan de zoom van het land van zijn leste aardse verlangen: in het zicht van Kanton. De lemen bodem van China zal zijn moegezworven zolen niet nog meer verharden.
Maar overal in de voren kiemt het zaad, overal over de aardkloot ruist het graan dat bij uitwierp en in liefde tot wasdom bracht.
Het is een sterk gewas, een werkelijke vrucht des hemels. Als na een periode van twee en een halve eeuw Japan weer het kruis ziet bin-