zijn bereik heeft liggen, omdat daarin nu eenmaal heel veel dingen staan die hij ook niet uit zijn hoofd weet en die men nodig heeft, wil men het er levend afbrengen temidden van de doornwouden van de wet.
Er zijn advocaten als aasgieren en als vredesduiven, als hyena's en als fiere krijgsrossen, als paragrafenbeulen en als mensen wie eer en rechtvaardigheid gaan boven 't papieren gelijk. Sint Yvo werd op 17 October van het jaar 1253 in Bretagne, in 't bisdom van Treguer, geboren. Zijn ouders waren aanzienlijke mensen en zonden hem naar een beroemde Parijse school, waar hij wijsbegeerte, godgeleerdheid en kerkelijk recht studeerde. Op zijn vier en twintigste jaar, na een tijd van ingetogenheid en hard werken, studeerde hij daarna in Orleans burgerlijk recht.
Terug in zijn geboortestreek, benoemde Maurice, aartsbisschop van Rennes, hem tot officiaal van zijn bisdom. Later werd hij door Alain de Bruc, bisschop van Treguer tot priester gewijd, en in 1285 aangesteld tot pastoor van de aloude kerk van Sint Tudual.
Sint Yvo was, - luistert, heren advocaten! -, een toonbeeld van nederigheid. In plaats van een toga droeg hij een grijze, vodderige toog, zo ellendig dat de oude kronieken zeggen dat niemand het ding van de kant van de weg op zou willen rapen. Daaronder was een rauw, harig boetekleed verborgen, dat jeukte bij iedere stap. Het paard dat men hem met veel vriendelijkheid en huldigende woorden aanbood toen hij