zijn, en absoluut onmisbaar als ze behalve geleerd ook nog zo heilig en zo van Gods geest doortrokken zijn als de Nijmegenaar was, maar omdat geleerde mannen toch óók eten en slapen moeten, hun kousen stuk lopen en zelfs, in hun op de geest gerichte dagtaak, nog meer en oplettender verzorging nodig hebben dan een boer of een koopman.
Het is nuttig en nodig het Evangelie te prediken en uit te leggen. Maar alle prediking en alle verklaring blijven onvruchtbaar en nutteloos, wanneer zij die luisteren niet het Woord levend maken in hun dagelijkse handel en wandel.
Daarom luisteren we naar wat Zita vertelt, terwijl ze geen ogenblik vergeet in de feestkoek te prikken en toe te zien dat de melk niet als een witte schuimhoos over de pan komt stijgen.
Er is eigenlijk niet zo veel bijzonders in mijn leven gebeurd. En alle dingen die misschien bijzonder lijken deed Onze Lieve Heer. We woonden in Bozzanello, een uurtje lopen van Lucca, als u dat weet te liggen, en toen ik geboren werd waren we op de kalender aan het jaar 1218 gekomen. Vader werkte losvast op het land. We waren heel arm en leefden op en neer met de grond en met het weer. Het moest immers allemaal van de goede oogst komen, bij de boeren, en ook op ons eigen stukje land. En we hadden ook het voordeel niet dat de kinderen wat inbrachten, want de twee