over dat hij aan de magistratuur verbonden wordt, en, nog heel jong, ook daar een voorbeeld is van wijsheid, doorzicht, en strikte rechtvaardigheid. Een van de liefste erfdochters van het gewest schenkt hem hand en hart. Zijn loopbaan is die van een ster, van 'n vuurpijl die, snel klimmend, heel het land in helder schijnsel zet.
Dan breekt God zonder enige aarzeling deze carrière in de wereld, en vangt opnieuw met hem aan in de harde leerschool van het heil. Perugia heeft zich verbonden tegen de Koning van Napels, en omdat Jan door zijn geboorte de Napolitaanse nationaliteit heeft, wordt hij geïnterneerd. Men zegt hem te verdenken van verstandhouding met de vijand, en nu hij zichzelve vrij moet pleiten, helpen hem vernuft, wetskennis en scherpe redenering niets. Hij wacht in de gevangenis op zijn altijd maar weer uitgestelde vrijlating of berechting. De Koning van Napels intervenieert niet en schijnt hem vergeten. Als hij, in een cel waarin geen straal van de hevige zon van dit gezegend land doordringt, overtuigd raakt van de ontrouw en de wisselvalligheid van mensen, dingen en stelsels, brengt men hem het doodsbericht van zijn jonge vrouw.
Dan geeft hij de strijd op. Hij laat zijn goederen verkopen, om het losgeld te betalen dat de stad van hem eist, en trekt van zijn gevangenis rechtstreeks naar de Minderbroeders. De Gardiaan wijst hem niet af, maar is er van overtuigd dat hij met een bevlieging en niet