een boeiende. En het tijdvak waarin Hideyoshi, later als regent Taiko Sama geheten, het grootste, machtigste en rijkste deel van Japan intelligent en met staatkundig meesterschap bestuurt, is van die geschiedenis een van de verbijsterendste hoofdstukken.
Na aanvankelijk de Portugese missie der Jesuïeten niet alleen behulpzaam te zijn geweest, maar werkelijk krachtig gesteund te hebben door vrijbrieven, schenkingen en door de betuigingen van persoonlijke bewondering en vriendschap, verandert zijn gedrag gaandeweg. Naast een houding die de indruk maakt welwillend onverschillig te zijn, stelt hij daden van driftige vijandschap, die tenslotte zich aaneenrijen tot een afschuwelijk schrikbewind.
De politiek speelt daarbij een grote rol. Taiko Sama beschouwt de Philippijnen als te behoren tot de Japanse levensruimte. Hij droomt van één enkel imperium dat het gehele Verre Oosten omvat, en in zijn dromen geschiedt wat in onze dagen eerst gewaagd zou worden: de onderwerping van heel dat Verre Oosten aan de Keizerlijke wil.
Naast de politiek van verdediging en verovering speelt de afkeer tussen Portugezen en Spanjaarden een rol. Ja, de soms heilige, soms onheilige strijd tussen verschillende missionerende orden is aan de christenvervolging onder Taika Sama jammer genoeg niet vreemd.
Brengen sommige geschiedschrijvers de haat van de Taiko grotendeels of geheel terug tot zijn afkeer van de deugd (hij bezat meer dan