Voorwoord
Drie jaar geleden vroeg de psychiater die mij behandelde, dr. Nolen, mij mijn ervaringen gedurende mijn ziekte op schrift te stellen, mijn waanwereld te beschrijven. Ik had toen sinds jaren geen boek meer gelezen, nauwelijks brieven geschreven. Hoe zou ik een dergelijk verslag kunnen schrijven? De woorden ‘dat kan ik niet’ en ‘dat wil ik niet’ geven niet goed weer wat ik op dat ogenblik voelde. Een dergelijke onderneming viel geheel en al buiten mijn gezichtsveld.
Toen ik eenmaal weer thuis was, bleef de vraag mij achtervolgen: een psychiater wordt zelf ziek en ondervindt aan den lijve de belevingen van zijn patiënten - mag je die ervaring verloren laten gaan? Na verloop van tijd begon ik te schrijven, al was het alleen al om een bijdrage te leveren aan een beter begrip van wat de depressieve patiënt ondervindt.
Ik heb getracht een boek te schrijven dat voor iedereen leesbaar is. Het is een verslag: alles wat erin staat, is ook zo gebeurd. Jarenlang heb ik het gevoel gehad nauwelijks te kunnen denken. Met het herstel kwam de vanouds aanwezige lust tot overdenken en beschouwen terug. De neerslag hiervan vindt de lezer in enkele hoofdstukken met een meer beschouwelijk karakter: ‘De reddende verfkwast’, ‘Medemensen’ en ‘Patiënt en psychiater tegelijk’.
Een aantal van de personen die in dit boek voorkomen heb ik andere namen of andere initialen gegeven. In enkele gevallen heb ik ook gegevens ietwat gewijzigd om herkenbaarheid te voorkomen. Mijn mede-patiënten zijn allen met een andere voornaam of met veranderde initialen aangeduid.
Zonder drs. J. Mulder was dit boek er niet gekomen. Als een baby in de wieg niet verzorgd wordt, gaat hij te gronde aan honger en kou. Jaap Mulder heeft er voor gezorgd dat uit de broze beginselen iets levensvatbaars groeide. Hij heeft mij moed ingesproken als ik de onderneming op wilde geven, hij hielp mij over hobbels heen, hij heeft eindeloos geduld met mij gehad wanneer ik een gedeelte toch weer anders wilde dan het was, en hij heeft ook de titel bedacht.
Veel dank ben ik verschuldigd aan een aantal vrienden en collega's die, in verschillende fasen van het ontstaan, het manuscript kritisch