begrijpt.
Zo kan een mooi en verassend Limburgs ontstaan. En al zouden verhalen, gedichten, romans in het AGL er maar zijn voor het plezier van een paar honderd mensen die gooddoons hebben van het lezen van hun eigen taal, al zijn er maar tien die zeggen: ‘nooit gedacht dat dat kon’, is dat (voorlopig) niet genoeg?
Tevreden zal ik niet zijn. Ik droom verder van onderricht, op school bijvoorbeeld. Waarom niet? Hoort het Limburgs niet thuis in het vak CKV: culturele en kunstzinnige vorming?
Zeker bij cultuur, en waarom zou je geen gedichten in het Limburgs behandelen? Leerboekjes dienen er te komen, cursussen, hoewel: ook op Internet kun je bouwen aan het Limburgs dat mij voor ogen staat, een taal die oet de ef zal zijn.
Deze uitdrukking staat in de woordenboeken van Echt en Kerkrade en betekent: uitstekend. Iets oet de ef kennen of kunnen. In een verhaal van de Oostenrijkse dichter en verzinner van verhalen H.C. Artmann vond ik over horlogemakers ‘(...) und verstehen ihre profession aus dem eff (...)’ Het woordenboek heeft: Eff-eff. Twee maal eff, want het kan niet anders dan dat de oorsprong fein-fein is: extra fijn, uitstekend van kwaliteit. Ik zag in Aken een verweerd aanplakbiljet met daarop: Holländische Musscheln FF.
Ik zie (laatste droom) Miranda, Patrick en Joyce al een spetterend feest geven (‘Krieg uch nag get’), vanwege hun diploma Limburgs FF.