Woekeren - staat hier. Daar heb je materiaal voor nodig. En - is althans de mening van velen: het Limburgs heeft te weinig woorden om taal genoemd te mogen worden.
Dat argument wil ik serieus nemen, hoewel er geen grens is: boven de zoveel woorden pas spreek je van taal.
Hoezo? We begrijpen elkaar toch prima?
Zeker. We praten tegen een hond en die begrijpt ons, denken we, want hij blaft. Twintig woorden zijn daarvoor voldoende. ‘Me tarzan you Winnetou?’ Om over alledaagse zaken te praten hebben we een 800 woorden nodig.
En - ik heb het her en der in de provincie beweerd, ik heb het geschreven: met 3000 woorden uit het Mheers of het Neers kun je de Nobelprijs winnen. Dat aantal heb ik nog verlaagd tot 1800, er is de spot mee gedreven (Nobelprijs voor een dichter in het Neers, daar zou ik van dromen), allei, ik vind die bewering nog steeds juist: maar dan denk ik uitsluitend aan gedichten. Voor een roman heb je meer nodig. Edoch met 40.000 woorden kom je een heel eind.
Heeft het Limburgs al zoveel niet alleen in klank verschillende woorden? Een vraag die je niet in een zucht en een vloek beantwoordt. Ik kan slechts wat kanttekeningen plaatsen.
Om te beginnen: ik denk dat het Limburgs genoeg woorden heeft om een taal genoemd te worden, tenminste als je de bruikbare woorden van alle dialecten bij elkaar neemt. Hier horen ook honderden woorden uit het Rotwelsch bij (de handelstaal van het Rijnland, we hebben het Sjabbe Remunjs al gezien), en vergeet de aparte leenwoorden uit de Romaanse talen (inclusief het Waals) ook niet.
Woorden die de taal van elke schrijver verrijken kunnen.
Zo heb ik het over de dreksbak, in Maastricht geleerd, en een krachtig woord, beter in elk geval dan de half Nederlandse voelnisbak. Het is in heel Limburg bruikbaar, ook al is drek hier en daar modder, of onkruid.