Leiden en Westelijk Rijnland
(1944)–E.H. ter Kuile– Auteursrecht onbekendZoetermeer.Zegwaard.DE HERVORMDE KERK behoort met den toren aan de HervormdeGa naar margenoot+ gemeente van Zoetermeer en Zegwaard. Afb. blz. 236 no. 39; pl. CLXXXIV no. 470 no. 471 no. 472. litteratuur: w.m.c. regt, De Hervormde kerk van Zoetermeer in L. Jaarb. 1916Ga naar margenoot+ blz. 84; ozinga blz. 135. geschiedenis. De oude parochiekerk van Zoetermeer en Zegwaard was aan St.NicolaasGa naar margenoot+ gewijd. De toren van deze kerk werd in 1642 ‘weder opgebouwd en veel vernieuwd, nadat zij (sic), weinige jaaren te vooren was omgewaaid’ (Teg. Staat III blz. 307). De oude kerk werd met uitzondering van den toren in 1784 afgebroken en vervangen door de tegenwoordige, die in de jaren 1705-1787 naar ontwerp van J.C.F. Giudici tot stand kwam. | |
[pagina 236]
| |
Ga naar margenoot+ De kerk bestaat uit een toren, een vierkant ruim, dat door vier pijlers wordt verdeeld in een groot middenvierkant en omliggende vakken, en uit een soort rechthoekig koor, dat voor de avondmaalsviering is bestemd.
Ga naar margenoot+ De baksteenen romp van den toren wordt bekroond door een achtkanten bovenbouw van hout met een bekleeding van lood en leien. Aan den voet van dezen bovenbouw bevindt zich een omgang met ijzeren balustrade. De baksteen van den toren meet 19 × 9 × 4 cm. Van de drie geledingen, waarin de romp wordt verdeeld, worden de eersteAfb. 39. Zegwaard. Herv. Kerk.
twee aan de Westzijde begeleid door steunbeeren. De eerste geleding is vlak gehouden, de beide andere worden verlevendigd door ondiepe spitsboognissen. Een boogfries vormt de afsluiting van het gemetselde deel. Het grootste deel van het buitenoppervlak vertoont niet meer de helderroode 17de eeuwsche baksteen maar een beklamping met machinale steen. Een steen in den Noordgevel draagt het jaartal 1642. De bovenbouw van den toren bestaat uit een blinde geleding met wijzerplaten aan vier kanten en uit een open topachtkant met koepeldak. Ga naar margenoot+ De kerk zelf is uitermate sober van vormen. Aan de Noordzijde bevindt zich een betrekkelijk rijk behandeld ingangsportaal, grootendeels van Escauzijnsche steen, en voorzien van vier Dorische zuilen. Twee gedenksteenen aan de Noordzijde vermelden het leggen van den eersten steen en de voltooiing van het gebouw (Prins IIb blz. 545). Ga naar margenoot+ In de hoeken van de gepleisterde en gewitte benedenruimte van den toren zijn de sporen zichtbaar van weggehakte hoekpilasters of kolonnetten, die overblijfselen zouden kunnen zijn van den middeleeuwschen toren. De ruimte wordt door een vlakke zoldering gedekt. Op de verdiepingen, die spaarnissen vertoonen, is alle metselwerk evenwel kennelijk 17de eeuwsch. De kerkruimten worden overdekt door stucgewelven, rustend op de vrijstaande pijlers en daarmee correspondeerende wandpijlers. Het gewelf over het middenvierkant en dat van het avondmaalskoor hebben de gedaante van | |
[pagina 237]
| |
zeer gedrukte koepels op pendentiefs; die van de zijruimten zijn riblooze kruisgewelven.
Tot den inventaris behooren:
Gesmeed ijzeren koorafsluiting in sobere Lodewijk XVI-vormen.Ga naar margenoot+ Preekstoel en doophek in denzelfden trant, thans geschilderd als eikenhout,Ga naar margenoot+ beide vervaardigd door Granitaus (Gratianus?) van Assel te Antwerpen, die daarvoor in 1787 werd betaald (Ozinga blz. 135 noot 4). De preekstoel heeft twee opgangen en is versierd met drie gesneden reliefs op de kuip, voorstellende Mozes met de Tafelen der Wet, de Verspieders van het Heilige Land, en Mozes bij het Brandende Braambosch. Preekstoel en doophek zijn beide voorzien van koperen lezenaars, en de preekstoel bovendien van een dubbelen koperen luchter, alles XVIIIb. Drie gestoelten met luifels en eenige blokken vaste banken, op sobere wijze in Lodewijk XVI-vormen versierd en als eikenhout geschilderd. Het middengestoelte prijkt op de kap met de gesneden emblemen van het Recht, de zijbanken met wapens (zie L. Jaarboekje 1916 blz. 90). Deze gesneden versierselen op de luifels zijn vervaardigd door David Peters, die daarvoor in 1788 werd uitbetaald. Vier gesneden psalmborden in Lod. XVI-vormen, gemaakt door de Rotterdamsche beeldhouwers J. Robijn en C. Denis. Een aantal oude grafzerken, waaronder een laat-gothische in een deel van denGa naar margenoot+ toren dat voor brandstofbergplaats wordt gebruikt. Voor de overige, XVIId-XVIII B, zie Prins IIb blz. 545-546. Zeven koperen kaarsenkronen, alle met twee rijen van 8 armen, en wel tweeGa naar margenoot+ groote kronen en vijf kleine, waaronder één onvolledige. De beide groote zijn voorzien van drie blanke wapenschilden elk. XVII B? Twee zilveren avondmaalsbekers. De eene, hoog 17,2 cM., vertoont gegraveerdeGa naar margenoot+ banden, ranken en vogels, in den trant van XVII A. Onder den voet opschrift: D. Kerck 1679. Merken: Haarlem en een letter C. De andere, hoog 17,6 cM., vertoont overeenkomstig graveerwerk, hetzelfde opschrift onder den voet, en is gemerkt met het stempel van Leiden en een letter E. Klok van 104 cM. middellijn. Tusschen een gothiek boogfries en een fries inGa naar margenoot+ vroege renaissancevormen het opschrift in Latijnsche kapitalen: Maria ben ick ghegoten van Adrian Steilaert int jaer mdlxxi (A. Steilaert was een Mechelsch klokkengieter). Op het lijf een medaillon met voorstelling van God-Vader en aan de andere zijde medaillon met de H. Maagd. Voorts twee wapens: het eene een adelaar, het andere (niet zeer duidelijk) een geschaakte dwarsbalk, vergezeld in I van drie leliën op één rij en in II van een adelaar. Deze klok schijnt afkomstig te zijn uit den toren van Oudewater en in 1577 aan Zoetermeer te zijn verkocht (Bijdr. Bisd. Haarlem X, 1882, blz. 289). Klok van 133 cM. middellijn met opschrift: Karel van Wyngarden heer van Benthuysen ambachtsheer van Soetermeer Segewaert etc. P. Hemony me fec. | |
[pagina 238]
| |
Amstelodami Ao 1667. Op het lijf aan twee kanten het wapen-van Wijngaarden. Klokje van 42 cM. middellijn met opschrift: Antoni Wikes me fecit Enchusae 1657. Uurwerk, volgens geschilderd opschrift in 1664 vervaardigd door Harmannus Brouckman, stadsuurwerkmaker te Leiden. | |
Zoetermeer.Boerderijen.Ga naar margenoot+ Aan den weg van Zoetermeer naar Leidschendam, den Voorweg, eenige goede oude boerderijen. Verreweg de belangrijkste is de hoeve Meerzicht, halverwege Wilsveen, aan de Zuidzijde. Dwars vóór den stal een breed onderkelderd woongedeelte (pl. CLXXXIII no. 466), waarvan de voorgevel in het midden is opgehaald met een top die door een driezijdig fronton wordt gedekt en wordt geflankeerd door ingezwenkte vleugelstukken. In het fronton het jaartal 1677. Oorspronkelijke vensterkozijnen, gewijzigd door verwijderen van de bovenmiddenstijlen. De stoep voor den ingang is verdwenen. |
|