Leiden en Westelijk Rijnland
(1944)–E.H. ter Kuile– Auteursrecht onbekendWoubrugge.Verspreid over de gemeente een aantal oude watermolens, te weten:
Molen van den Doespolder aan de Does, wipmolen met scheprad, gestichtGa naar margenoot+ in 1824 (archief polder). Molen van den Vlietpolder aan de Wijde Aa en den weg van Hoogmade naar Woubrugge. Wipmolen met scheprad, wellicht XVIII, in 1929 voorzien van gestroomlijnde wieken. Molen van den Voorofschen polder aan de Bruine Watering nabij de Does. Wipmolen met scheprad, wellicht nog XVII. De polder is in 1632 gesticht (archief Rijnland). (De molen van den Frederikspolder aan de Wijde Aa ten Oosten van Hoogmade is volgens inlichtingen van den mulder in 1899 naar model van den vorigen vernieuwd; de molen van den Veenderpolder nabij Woubrugge is in 1934 nieuw gebouwd.) | |
[pagina 232]
| |
Hoogmade.Ga naar margenoot+ DE HERVORMDE KERK is eigendom van de Stichting van Cornelis Sprongh te Leiden, en wordt onderhouden door de kerkelijke gemeente. Naast de kerk staat de kubusvormige baksteenen onderbouw van het vroegere klokhuis, eigendom van de burgerlijke gemeente en thans als arrestantenlokaal in gebruik. Ga naar margenoot+ litteratuur: o.c. van hemessen. De Gereformeerde kerk van Hoogmade in De Nieuwe Leidsche Courant van 2,3 en 4 Juni 1923. Ga naar margenoot+ geschiedenis. In Hoogmade stond eertijds een kapel, behoorende tot de parochie van Jacobswoude (een verdwenen dorp onder deze gemeente tusschen Rijnsaterwoude en Oudshoorn). Ingevolge een pauselijke bul van 1438 werd deze kapel tot een zelfstandige parochiekerk verheven. In 1477 kregen kerkmeesters verlof voor 500 ponden aan kerkegoederen te verkoopen ter verbetering van de kerk, en in 1534 om de eigendommen van de kerk met 400 ponden te bezwaren voor hetzelfde doel (van heussen blz. 305 vlg.). De oude kerk werd in 1729 met uitzondering van den onderbouw van het klokhuis gesloopt. Vervolgens werd op dezelfde plaats de tegenwoordige kerk gebouwd, die in 1730 klaar was (Teg. Staat III blz. 394). Ga naar margenoot+ De kerk is een rechthoekig baksteenen zaalgebouwtje met een houten klokketorentje boven den Westelijken ingangsgevel. De ingang wordt gevormd door een natuursteenen poortje met het jaartal 1729 en het wapen van den toenmaligen ambachtsheer Cornelis Sprongh. De ruimte wordt overdekt door een vlak 19de eeuwsch stucplafond.
Ga naar margenoot+ Gewoonlijk wordt beweerd, dat het vierkante baksteenen gebouwtje ten Zuiden van de kerk een overblijfsel is van den toren van de middeleeuwsche kerk (aldus de Teg. Staat). Dat dit niet geheel juist is, en dat men hier ongetwijfeld heeft te doen met den onderbouw van een klokhuis, dat verder van hout zal zijn opgetrokken geweest, blijkt duidelijk uit vorm en samenstelling alsmede uit een vogelvluchtgezicht op een kaart van 1696 in het Gemeentearchief van Leiden (Cat. no. 8375). De plattegrond meet 4,40 M. in het vierkant. Boven het plint zijn de wanden niet meer dan twee steen of 42 cM. zwaar. Uitwendig zijn zij voorzien van hoek- en middenlisenen, die aan de bovenzijde door tandlijsten worden verbonden. De ingang bevindt zich in het linksche vak van den Westgevel. Onder het rechtsche vak van den tegenovergelegen gevel bevindt zich een onder den grond verborgen opening met segmentboog, wellicht een oorspronkelijke ingang. De muren zijn in- en uitwendig gepleisterd en gewit, en opgetrokken van een baksteen van ongeveer 20 cM. lengte. Het gebouwtje wordt gedekt door een korte met pannen belegde kap. Het baksteenformaat wijst op het midden van de 15de eeuw.
Ga naar margenoot+ Vóór den preekstoel ligt een grafzerk voor den pastoor Meynaert Aerntsz. van Aelckmaer † 1471. | |
[pagina 233]
| |
De twee gegraveerde zilveren avondmaalsbekers, die in de Voorloopige Lijst worden vermeld (verschenen 1915), zijn sindsdien aan een van de predikanten verkocht en bij zijn vertrek naar elders meegenomen. DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK is een modern gebouw, tot welks inventaris behooren:
Verguld zilveren monstrans in stralenvorm. De voet vertoont in drijfwerkGa naar margenoot+ de symbolen van de Evangelisten, de stam wordt gevormd door de figuren van Geloof, Hoop en Liefde. Op de achterzijde het jaartal 1720. Hoog 92 cM. Merken: Gekroond monogram bestaande uit een I en een S, een gekroonde S, verder niet te ontcijferen. Eikenhouten doos, hoog 32 cM., waarin een altaarkruis, kaarsenhouders en plaats voor een thans verdwenen draagbaar altaar. Omstreeks 1700?
Aan de overzijde van het dorp bij de uitmonding van de JuffrouwsweteringGa naar margenoot+ in de Does staat een schilderachtige boerderij, dagteekenend uit het begin van de XVII eeuw en verschillende latere bouwperioden. Dwarsvleugel met kelderkamer. Enkele oude kruiskozijnen en togen. De boerderij is opgemeten vanwege de vereeniging Oud Leiden. | |
Woubrugge.DE HERVORMDE KERK is eigendom van de Hervormde gemeente metGa naar margenoot+ uitzondering van den toren, die aan de burgerlijke gemeente behoort. Afb. blz. 234 no. 38; pl. CLXXXII no. 464, no. 465. litteratuur: o.c. van hemessen, De Gereformeerde Kerck van EsselickerwoudeGa naar margenoot+ in 't Kerckdorp Woubrugge, Alfen a.d. Rijn 1912; dez. Jacobswoude en Woubrugge, Alfen a.d. Rijn 1932, m.d. ozinga, De Protestantsche Kerkenbouw in Nederland, blz. 100. g.a.c. blok, Pieter Post. geschiedenis. Nadat de kerk van het thans geheel verdwenen dorp JacobswoudeGa naar margenoot+ in 1586 was afgebroken, verrees te Woubrugge een nieuwe Hervormde kerk, welke in 1622 wordt vermeld. Deze kerk maakte weer plaats voor de tegenwoordige, waarvan het metselwerk op 22 Mei 1652 werd aanbesteed. In October 1653 werd de koperen bal op den toren geleverd, zoodat het gebouw toen in hoofdzaak wel voltooid zal zijn geweest. Er zijn geen onmiddellijke gegevens aangaande den ontwerper, maar daar Pieter Post in 1661 voor den bouw van een kerk in de Schermer teekeningen overlegde van de kerk van Esselijkerwoude (dat is Woubrugge), kan men dezen bouwmeester gerust als den ontwerper aanmerken (zie Oudheidk. Jaarboek 1933 blz. 119/120, g.a.c. blok, Pieter Post, blz. 37, 48, 79). De kerk werd dadelijk voorzien van gekleurde glazen, die van verschillende kanten werden aangeboden. Zij zijn ingevolge een besluit van 1780 verwijderd. In 1794 brak men den traptoren tegen de Westzijde af, en verving hem door een houten portaal met opgang, dat op zijn beurt in 1926 door een baksteenen opgang is vervangen. De fundeeringen, die geleden hadden door verlaging van het polderpeil, zijn in 1909 hersteld. | |
[pagina 234]
| |
Ga naar margenoot+ De plattegrond wordt gevormd door een rechthoek die dubbel zoo lang is als breed, en waarvan de korte zijden zijn vervangen door apsiden van drie twaalfhoekszijden, terwijl overeenkomstige apsiden in het midden van de lange zijden uitspringen. Ga naar margenoot+ Het gebouw is opgetrokken van baksteen, formaat 23 × 10,5 × 5 cM. in kruisverband. De muren vertoonen, vooral naar het midden van de langeAfb. 38. Woubrugge. Herv. Kerk.
zijden, een aanmerkelijke binnenwaartsche helling, die wellicht van den aanvang is bedoeld geweest om tegendruk te vormen voor den buitenwaartschen druk van de bekapping, maar ook, zooal niet veroorzaakt, dan toch sterk kan zijn toegenomen door het uitschuiven van de fundeeringen. Aan de Oostzijde bevindt zich een portaal, dat het jaartal 1653 draagt. Uit het dak rijst een twaalfzijdige houten, met lood en leien bekleede klokketoren omhoog, die wordt bekroond door een windvaan in den vorm van een zeilschip. Ga naar margenoot+ Inwendig zijn de muren geel gekalkt, het houten gewelf is koffiebruin geschilderd. Oorspronkelijk zal het gewelf blauw zijn geweest, de kleur die de zoldering van het ingangsportaal nog vertoont.
Tot den inventaris behooren:
Ga naar margenoot+ Eenvoudige eikenhouten preekstoel, XVIII, met koperen lezenaar, die voorzien is van het wapen-van Wassenaar. Doophek met gedraaide spijlen, XVIIc, voorzien van een koperen voorzangerslezenaar met hetzelfde wapen en het jaartal 1705. Sobere gestoelten van eikenhout aan weerszijden van den preekstoel en daar tegenover, alle XVIIc. De bank tegenover den preekstoel was die van den ambachtsheer van Esselijkerwoude. Orgel in Lodewijk-XVI vormen, in 1794 geschonken door de toenmalige ambachtsvrouw en vervaardigd door den Leidschen orgelbouwer Johannes Mittereither. Het is geverfd in bruin-grijs en wit; oorspronkelijk zal de eerste kleur lila zijn geweest, de kleur die ook op het orgel van Leiderdorp van denzelfden orgelbouwer voorkomt (zie blz. 151). Ga naar margenoot+ Zerk op het graf van de heeren en vrouwen uit het geslacht van den Woude, XVI A. Op de hoeken de symbolen van de Evangelisten, in het midden twee wapens in spitsboognissen (zie prins IIb blz. 538). De zerk is overgebracht uit de kerk van Jacobswoude. | |
[pagina 235]
| |
Twee zilveren avondmaalsbekers, hoog 18 cM., beide met gegraveerde banden,Ga naar margenoot+ ranken en vogels, de eene blijkbaar een navolging van den ander. Merken: de eene Holland, Haarlem, meesterteeken een kan, jaarletter C (Gaeff Meyndertsz Fabritius, 1647, zie E. Voet, Haarlemsche Goud- en Zilversmeden blz. 125, 162); de ander Holland, Leiden, meesterteeken de gekoppelde letters V en R, jaarletter T. Blijkens opschriften zijn beide bekers aan de kerk vereerd in 1705 door den baljuw van der Aar en de weduwe Capoen. Avondmaalsstel, bestaande uit een schaal, twee borden, twee kannen en twee offerbussen, alles van zilver en voorzien van gegraveerde wapens en opschriften betreffende aankoop uit legaat van Gerrit van der Hoep † 1784. Merken: Holland, Leiden, een schild met de letters J B en een rechthoek met de letters W G. Klok van 83 cM. middellijn, versierd met bladfries. Opschrift: BenedicatGa naar margenoot+ terra Dominum, laudet en superexaltet Eum in saecula. F. Hemony me fec. Amstelodami Ao 1665. | |
Oudheidkamer.Op het Gemeentehuis en in de gemeenteschool bevindt zich een verzamelingGa naar margenoot+ oudheden, die in den loop van de jaren werd bijeengebracht door wijlen O.C. van Hemessen te Woubrugge. Catalogus door O.C. van Hemessen, 1928, met supplement 1935. Tot deze verzameling behoort een sarcophaag van roode zandsteen, lang 204 cM. en breed 70 cM., die in 1743 te Jacobswoude, het oude dorp van de heerlijkheid, werd gevonden. De sarcophaag is geplaatst op het pleintje aan de Oostzijde van het Gemeentehuis. De twee stukken roode zandsteen die als deksel op de lijkkist liggen, hebben, te oordeelen naar de gedeeltelijk met een schuinen kant behakte zijden, eertijds als altaarsteen gediend. |
|