Leiden en Westelijk Rijnland
(1944)–E.H. ter Kuile– Auteursrecht onbekendSassenheim.Molen van den Warmonderdam- en Alkemaderpolder: wipmolen.Ga naar margenoot+ Molen van den Klinkenbergerpolder. Ronde steenen bovenkruier, gesticht krachtens vergunning van 1809. | |
Sassenheim.DE HERVORMDE KERK, eertijds gewijd aan den H. Pancratius, is metGa naar margenoot+ inbegrip van den toren eigendom van de Hervormde gemeente. historische gegevens. In 1275 wordt de ‘capellanus de Sassenem’ genoemd (joosting-mullerGa naar margenoot+ I blz. 9). Wanneer de parochie, die vermoedelijk een dochter was van Voorhout, zelfstandig werd, is niet bekend. Het patronaatrecht behoorde aan de abdij van Egmond (joosting-muller II blz. 295). | |
[pagina 194]
| |
Hoewel zulks niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zal de kerk, evenals die van de omliggende dorpen, in de tijden van de belegeringen van Haarlem en Leiden door brand of anderszins zijn geteisterd. In 1588 drongen de Staten van Holland aan op herstelling van het gebouw (Kerkel. Plakaatboek II blz. 91). De jaartallen 1594 en 1595 op het gewelf van de kerk en in de torenspits wijzen er op, dat de herbouw toen tot stand moet zijn gekomen. In 1684 werd uit de kerkemiddelen van Noordbroek in Groningen f 2, - gegeven voor den ‘opbouw van een kercke tot Sassenheim’ (Aant. Dr. M.D. Ozinga). De laatste herstelling heeft plaats gehad in 1923. Ga naar margenoot+ Het gebouw bestaat uit een baksteenen toren, een éénbeukig, in hoofdzaak van tufsteen opgetrokken schip, en een baksteenen koorvormig aanbouwsel op het Oosten, dat smaller en lager is dan het schip (pl. CLXI nos. 409, 410). Tegen de Noordzijde van het schip zijn eenige leelijke hedendaagsche aanbouwsels opgetrokken. Ga naar margenoot+ De baksteen, waarvan de toren is gebouwd, heeft het formaat 27/31 × 14 × 7 cM. met uitzondering van de bovenste verdieping, welker steen 20 × 9 × 4,5 meet. Tegen de hoeken van den Westgevel bevinden zich lage steunbeeren van vrij nieuw metselwerk. De spitsboogingang van den toren, die wellicht naderhand is aangebracht, heeft een kraalprofiel. Onder de huidige galmgaten bevinden zich dichtgemetselde rondbogige galmgaten die, naar blijkt uit de overblijfselen van een paar flauw gepunte boogjes van baksteenen op hun plat in den binnendag aan de Westzijde, eertijds tweedeelig zijn geweest. Ga naar margenoot+ De muren van het schip zijn uitwendig gedeeltelijk bepleisterd. Van den oorspronkelijken tufsteenen Westgevel zijn aan weerszijden van den toren de hoeklisenen en een rondboogfries zichtbaar. De scheiding tusschen baksteenen tufsteenmetselwerk teekent duidelijk de oorspronkelijke dakhelling af. Wat er zichtbaar is van den tufsteenen geveltop vertoont een soort van patroon van groote rechthoekige blokken in een omvatting van kleine stukken tufsteen. De zijmuren bestaan, voor zoover is na te gaan, tot ongeveer den aanzet van de vensterbogen uit tufsteen, en daarboven uit baksteen. Even links van het tweede venster van de Noordzijde is een stuk van den boog van een romaansch venster bewaard. De hoofdingang is in 1923 verplaatst van de Zuidzijde van het schip naar het midden van de koorsluiting. Het schip steekt met een baksteenen geveltop boven het koor uit. Het koor heeft rechthoekige houten vensterkozijnen. Ga naar margenoot+ De benedenruimte van den toren had vroeger gemeenschap met het schip van de kerk door middel van een rondboogdoorgang, welke thans is dichtgetimmerd. De ruimte wordt overkluisd door een kruisribgewelf met muralen en vlakke ribben ter breedte van één steen. Ter wille van een houten trap is de rib aan den N.O.kant weggebroken. Op welke wijze de toren oorspronkelijk werd beklommen, is niet duidelijk: van een trap in de muren is in ieder geval niets te bespeuren. Ga naar margenoot+ Onder tegen het ‘spinneweb’ van de spits is het jaartal 1595 ingesneden. Schip en koor worden gedekt door houten tongewelven. Cijfers op de knoopen | |
[pagina 195]
| |
van het gewelf van het schip vormen samen het jaartal 1594. De rechtstanden van den triomfboog zijn in 1923 grootendeels weggebroken. bouwperioden: Het tufsteenen deel van het muurwerk van het schip zal uit de 12deGa naar margenoot+ eeuw dagteekenen. De toren moet in de 13de eeuw zijn opgetrokken behalve het bovenstuk, dat in het eind van de 15de of het begin van de 16de eeuw is toegevoegd. Ongeveer tezelfder tijd is het schip in baksteen verhoogd en van nieuwe vensters voorzien. De gift van de kerkelijke gemeente van Noordbroek in 1684 heeft wellicht betrekking op den bouw van het koorvormig aanbouwsel ter plaatse van een gothisch koor. In Rademakers Rijnlandsche Gezichten (Anno 1731), prent no. 14 wordt het al in hoofdzaak in de tegenwoordige gedaante afgebeeld. Tot den inventaris behooren:
Tiengebodenbord in rijk gesneden eikenhouten omlijsting, XVIIa.Ga naar margenoot+ Twee koperen lezenaars, XVII B. Twee hardsteenen grafzerken, beide met wapens en kwartieren, onderscheidenlijk van Johan van Alkemade † 1635, en Jan Elsevier † 1739 (Versl. Z.H. Archaeol. Cie. 1923 blz. 17). Avondmaalszilver, bestaande uit twee gladde bekers, hoog 17 cM., en twee schalen van ondersch. 31 en 24,5 cM. middellijn, alles onversierd en dagteekenend uit 1731. Doopbekken van zilver, geschonken in 1816. Klok van 117 cM. middellijn met opschrift: Mensch als ghi hoort des clockx geslach gheen duecht versmoort denckt up stervens dach. Wilhem Wegewart 92 (1592).
DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van den H. Pancratius is een modernGa naar margenoot+ gebouw, tot welks inventaris behooren:
Bekken van roodgeaderd marmer, ovaal, met leeuwenmaskers aan de einden,Ga naar margenoot+ vermoedelijk XVII, thans dienend als doopvont, oorspronkelijk wellicht voor profaan gebruik bestemd.
Drie schilderstukken, te weten:Ga naar margenoot+ De gekruisigde Christus. Doek, ongeveer 160 × 75. Copie van de gravure naar A. van Dijck (schilderij in het Museum te Weenen). St. Willebrordus, te voeten uit, in vol ornaat. Doek, 184 × 116 (dagmaat). Gemerkt op de dwarslat van de ton: Is. Ba. Gillissens F. 1704. St. Bonifacius, tegenhanger van voorgaand schilderstuk en dienovereenkomstig gemerkt. Zonvormige zilveren monstrans, hoog 79 cM., XVIIId. Merken: Holland,Ga naar margenoot+ Haarlem, onduidelijk meesterteeken, jaarletter C (1785). Verguld zilveren ciborie, hoog met deksel 53 cM. (pl. CLXII no. 412). Op den voet in drijfwerk engelen met de Lijdenswerktuigen en -emblemen, om de cuppa engelen met druiventrossen. Op het deksel onder de kroon een ge- | |
[pagina 196]
| |
graveerd wapen: twee gekruiste degens met een hart. Blijkens een half weggesleten opschrift op den voet is het stuk geschonken door Christijn..., van een Mechelsch convent, op 17 Maart 1685. Merken: Antwerpen (?) en een gekroonde D, verder weggesleten. Verguld zilveren kelk, hoog 26 cM., bestaande uit een zeslobbigen renaissancevoet met gevleugelde engelkoppen op de lobben, een laatgothischen stam, waarvan de nodus zes Christuskoppen vertoont, en een moderne cuppa. Merken ontbreken. De voet is waarschijnlijk XVII A, de stam XVI A. Wierookvat van gedreven zilver (pl. CLXII no. 413) prijkend met de gegraveerde wapens -van Wassenaar Warmond en -de Hamal, ongetwijfeld betrekking hebbend op Jacob Albert van Wassenaar, heer van Warmond 1764-1774, gehuwd met M.J.A. de Cannart d'Hamal(e). De merken zijn weggesleten behalve een letter Z. Zes zilveren kandelaars (pl. CLXII no. 414), hoog 65 cM. Merken zijn niet te bespeuren. Op een van de voeten het opschrift: Huibertje van Bomen. XVIII. | |
Particuliere gebouwenGa naar margenoot+ ‘HET OUDE KONINGSHUIS’ aan de Zuidzijde van het dorp is een deftig rechthoekig heerenhuis, XVIII A, gepleisterd. Op een kaart van 1697 in het Gemeentearchief van Leiden komt ter plaatse een huis voor met den naam: Nieuborg (no. 7039 fol. 18).
Ga naar margenoot+ ‘SCHOONEWEGEN’, boerderij aan den Rijksstraatweg tegenover den Warmonderweg (pl. CLXI no. 411). Woongedeelte en stal worden gedekt door een rieten dak. De topgevel aan den voorkant heeft deur en vensters met grootendeels oude kozijnen, gedekt door togen met in pleister nagemaakte blokjes. Voorts topmakelaar en rijk anker. Alles XVIIc.
‘KLINKENBERG’, eertijds een bezitting van de abdij van Rijnsburg. De bestaande hofstede dagteekent uit de 17de eeuw: woonhuis met topgevel en daartegenaansluitend een lagere stal, beide deelen gedekt met rieten daken. |
|