Leiden en Westelijk Rijnland
(1944)–E.H. ter Kuile– Auteursrecht onbekendHillegom.litteratuur: j.b. van loenen, Beschrijving en kleine kroniek van de gemeenteGa naar margenoot+ Hillegom, Hillegom 1916. Op het dorpsplein staat een hardsteenen pomp met de alliantiewapens-SixGa naar margenoot+ en -van den Bempden, alsmede het jaartal 1740 (pl. IX no. 25).
GEMEENTEHUIS, zie: hof te Hillegom, blz. 13.Ga naar margenoot+
DE HERVORMDE KERK, eertijds gewijd aan St. Martinus, is in 1929 onderGa naar margenoot+ leiding en naar ontwerp van den architect Herman van der Kloot Meyburg grootendeels vervangen door een nieuw gebouw. Gespaard bleven daarbij alleen de toren en het Oostelijk eind van het koor, die bij deze gelegenheid werden gerestaureerd. De toren behoort sindsdien aan de kerkelijke gemeente. | |
[pagina 12]
| |
Ga naar margenoot+ geschiedenis. In 1248 werd de kapel te Hillegom aan de abdij van Egmond geschonken (v.d. Bergh I no. 474). Wanneer de kapel tot een parochiekerk werd verheven, blijkt niet. In den ‘Spaanschen tijd’ moet de kerk zijn verbrand, en volgens van der aa is zulks waarschijnlijk op 29 October 1575 geschied door de Spanjaarden. Volgens den Teg. Staat was de toren in 1575 blijven staan, waarmee ongetwijfeld is bedoeld dat de daarin bijzonder geroemde spits van vóór gemelde verwoesting zou dagteekenen. Dit achten wij stijlkundig volstrekt onaanvaardbaar en is ook in strijd met het prentje van rademaker (Kab. v. Ned. en Kleefsche Oudheden blz. 74) dat den toestand in 1607 moet weergeven, en waarop een andere spits voorkomt dan de huidige. Het schip waarvan de muren volgens evengenoemd prentje van rademaker in 1607 nog overeind stonden, is blijkbaar in den loop van de 17de eeuw herbouwd en is in 1929 met twee van de drie rechte traveeën van het koor gesloopt om plaats te maken voor het tegenwoordige breede schip met dwarsschip. Ga naar margenoot+ De romp van den baksteenen toren (pl. IX no. 24) bestaat uit drie geledingen. De spits verrijst op een soort houten kubus, die evenals de spits met leien is bekleed en waartegen de wijzerplaten zijn aangebracht. De spits eindigt in een open peer. Het baksteenmateriaal is evenals dat van het koor van zeer uiteenloopende afmetingen en blijkbaar van verschillende herkomst. De eerste geleding heeft aan de Westzijde steenbeeren tusschen den ingang en de hoeken. Noord- en Zuidgevel hebben elk één steunbeer in het midden, vermoedelijk overblijfselen van de voormalige Westelijke afsluiting van de kerk, die volgens bovengemeld prentje van Rademaker daar ongeveer tegen den toren moet hebben aangesloten. In 1929 is de pleisterlaag, die de eerste geleding bedekte, verwijderd. In de tweede geleding zijn dichtgemetselde galmgaten aanzwezig, waarvan het Oostelijke in de kerk uitkomt. De later toegevoegde derde geleding bevat nissen met dubbele galmgaten. De gelijkvloersche ruimte wordt overkluisd door een kruisribgewelf met geprofileerde baksteenen ribben. Ga naar margenoot+ Het koor bestaat, nadat het in 1929 is ingekort, uit één rechthoekige travée en een sluiting van vijf tienhoekszijden (pl. IX no. 23). Het is van baksteen opgetrokken met toepassing van natuursteen voor een flauw geprofileerde waterlijst onder de vensters. De vensterharnassen zijn bij de restauratie aangebracht. Vóór 1929 was het koor uitwendig gepleisterd. Het inwendige van het koor wordt gedekt door een houten gewelf in de kap met schinkels en muurstijlen van peerkraalprofiel, rustend op geprofileerde kraagsteenen. De gewelfbeschieting is nieuw. Ga naar margenoot+ bouwperioden. De eerste twee geledingen van den toren dagteekenen wellicht uit het begin of het midden van de 15de eeuw, de derde geleding is waarschijnlijk een toevoeging uit de eerste helft van de 16de eeuw, terwijl de spits uit de 17de eeuw zal dagteekenen. Het koor is te oordeelen naar de slappe profileering van zijn waterlijst uit een zeer late periode van de Gothiek, waarschijnlijk het begin van de 16de eeuw. Ga naar margenoot+ Tot den inventaris van de kerk behooren:
Preekstoel met klankbord, eenvoudig werk uit de 2de helft van de 17de eeuw, | |
[pagina 13]
| |
in 1929 voor het koor opgesteld en bij deze gelegenheid ter wille van de symmetrie van een tweeden opgang voorzien. De kuip is voorzien van een koperen lezenaar in régence-vormen. Vier eenvoudige gestoelten met overhuivingen, XVII B, waarvan een met het wapen- van Loon. Op het koor liggen oude grafzerken waaronder een gebeeldhouwde zerk met wapens en engelfiguren voor Cornelis Fannius, † 1675, en zeven andere zerken met wapens, XVII-XVIII. Voor nadere bijzonderheden zie prins IIA, blz. 114-118. In een spitsbogig nisje in het koor bevindt zich een marmeren grafvaas voor H.A. Gogel † 1821. Twee tekstborden, ondersch. van 1620 en 1779 (prins blz. 117). Drie rouwborden (Brederode en Brederode-Andreoli), XVIII B-XIX A (prins blz. 116-117). Klok van 96 cM. middellijn met jachtfries en opschrift: VERBUM DOMINI MANET IN AETERNUM. EVERARDUS SPLINTER ME FECIT ENCHUSAE ANNO 1640. Een stuk van een laatgotische overhuiving in fijnkorrelige zandsteen, omstreeks 1500, opgegraven bij den bouw van het nieuwe schip, ligt thans in het torenportaal; een kraagsteen in den vorm van een menschenhoofd ligt in den tuin van den koster.
DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van den H. Martinus is een modernGa naar margenoot+ gebouw tot welks inventaris de volgende oude schilderijen behooren:
De vier Evangelisten, zittend aan een tafel. Doek 133 × 208 (dagmaat).Ga naar margenoot+ Vermoedelijk oude copie, Nederlandsche school (XVIId?), naar een origineel uit het begin van de 17de eeuw. Mystiek huwelijk van de H. Catharina. Doek 145 × 112 (dagmaat). Copie van de gravure door Lommelin naar Anton van Dijck (schilderij in Buckingham Palace, Londen), XVIId. De drie vrouwen onder het Kruis. Doek 120 × 94 (dagmaat), Vlaamsch, XVIII A.
HET HOF TE HILLEGOM is een oud adellijk huis, dat in 1903 aan deGa naar margenoot+ gemeente werd geschonken om tot gemeentehuis te dienen. Het eenvoudige gepleisterde gebouw kreeg zijn huidige gedaante bij een verbouwing in het midden van de vorige eeuw. Vóór dien tijd had het huis met zijn trapgevels een 16de eeuwsch karakter. Oude afbeelding weergegeven bij van Loenen, blz. 58, 60 en 62.
Dorpsplein 140. Gevel met voluutvormige afdekkingen, midden XVIIGa naar margenoot+ (pl. IX no. 25). Het jaartal 1794 boven den ingang zal betrekking hebben op een verbouwing van de pui. |
|