Leiden en Westelijk Rijnland
(1944)–E.H. ter Kuile– Auteursrecht onbekend
[pagina 7]
| |||||||||||||
Hazerswoude.Watermolens.Verspreid over de gemeente een aantal watermolens, te weten:
| |||||||||||||
Groenendijk.Tot den inventaris van de ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van denGa naar margenoot+ H. Berhardus behoort een portret van pater Philippus Planckaert, pastoor te Leiden, † 1809. Kniestuk, zittende houding, doek 114 × 88. | |||||||||||||
Hazerswoude.DE HERVORMDE KERK is eigendom van de Hervormde gemeente met uitzonderingGa naar margenoot+ van den toren die aan de burgerlijke gemeente behoort. litteratuur: c.j. gonnet, Vier parochieën in de Middeleeuwen, IV, Hazerswoude,Ga naar margenoot+ in Bijdr. Bisd. Haarlem IX, blz. 161; De Residentiebode van 6 April 1939, 2de blad. geschiedenis: De oudste vermelding van een parochiekerk te Hazerswoude dagteekentGa naar margenoot+ van 1292. Het patronaatrecht werd in 1328 door graaf Willem III aan de commanderie van St. Jan te Haarlem geschonken. Nadat de oude toren wegens bouwvalligheid was gesloopt, werd in 1646 (jaartal boven den ingang) de tegenwoordige toren gebouwd. Ook de kerk bleek in een onhoudbaren toestand te verkeeren, in 1657 stortte een groot stuk muur in, en spoedig daarop moet de huidige kerk zijn gebouwd. | |||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||
Ga naar margenoot+ De kerk (pl. VII no. 16) bestaat uit een toren en een éénbeukig schip met een sluiting van vijf tienhoekszijden. Twee van de kerk afgeschoten latere aanbouwsels flankeeren den toren. Tegen den Zuidgevel bevindt zich een gebouwtje met kerkeraadskamer. Ga naar margenoot+ Kerk en toren zijn opgetrokken van baksteen van het formaat 19 × 9 × 4 cM. in kruisverband. Ga naar margenoot+ De romp van den toren bestaat uit drie telkens even terugspringende geledingen. De bovenbouw wordt gevormd door een blinde gemetselde tusschengeleding binnen een omgang en een sierlijke houten top met open achtzijdige verdieping. De oorspronkelijke balustrade van den omgang heeft plaats moeten maken voor een 19de eeuwsche van gegoten ijzer. Aanvankelijk heeft de toren aan drie zijden vrijgestaan. In den Westgevel bevindt zich op aanmerkelijke hoogte boven de straat een ingang, waarvan twee boogsteenen het opschrift ANNO 1646 dragen en de sluitsteen met het wapen van Hazerswoude prijkt. Dat de dorpel van den toreningang ongeveer twee meter boven straathoogte ligt, moet verklaard worden uit een verlaging van den grond door inklinking en afgraving als gevolg van het uitveenen der landen om Hazerswoude. Ga naar margenoot+ De eigenlijke kerk is van een soberen bouw. De travéeën, die door steunbeeren worden gescheiden, zijn om de andere van een rondboogvenster of een rondboognis voorzien. De Zuidzijde is geheel gepleisterd. Aan de Noordzijde bevindt zich tegen de vierde travée een eenvoudig portaal met fronton in den trant van omstreeks 1800. Ga naar margenoot+ Het torenportaal wordt gedekt door een kruisribgewelf. Onder dit portaal bevindt zich een kelder, die vroeger voor gevangenis heeft gediend, en door een ribloos kruisgewelf wordt overdekt. Ga naar margenoot+ De kerkruimte (pl. VII no. 18) wordt overdekt door een houten tongewelf met kleine steekgewelfjes, rustend op pilasters met lijstkapiteelen. De aanbouwsels aan weerszijden van den toren dienen als bergplaatsen, de Noordelijke bevat den opgang naar de bovenruimten van den toren. Ga naar margenoot+ Sinds lang verkeeren kerk en toren in een bedenkelijken toestand door aanmerkelijke uitwijkingen van de paalfundeeringen, ongetwijfeld veroorzaakt door veranderingen in de grondgesteldheid sinds de droogmakerijen om den Dorps- of Ambachtspolder tot stand zijn gekomen. De stabiliteit van het eigenlijke kerkgebouw is dermate ondermijnd, dat het voornemen bestaat dit te vervangen door een nieuw gebouw op dezelfde plaats. Wat den toren betreft, in 1941 is een begin gemaakt met het aanbrengen van een nieuwe fundeering, waarna men over denkt te gaan tot een algeheele herstelling van het opgaande werk. Tot den inventaris behooren:
Ga naar margenoot+ Een koorafsluiting van geverfd eikenhout, XVIIc, welke omstreeks 1900, toen de afzonderlijke koorruimte met de preekkerk werd vereenigd, tegen de sluitingswanden is geplaatst. Tegen het middenvak dat sterk is gewijzigd, bevindt zich de kerkvoogdenbank, oorspronkelijk wellicht het gestoelte van | |||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||
den ambachtsheer, met koepelvormige veruitstekende overhuiving. De ongeverfde achterzijde van dit middenvak vertoont een uitstek op consoles met acanthusornament. De zijstukken, voorzien van Jonische pilasterstellingen, bevatten elk twee vakken, waarvan die naast de kerkvoogdenbank met dubbele deuren zijn bezet. Doophek met balusters, XVIIc, voorzien van een koperen lezenaar met voorstelling van Koning David, XVIII A. Aan den preekstoel een dergelijke lezenaar en een koperen doopbekkenhouder. Twee achterschotten van overigens verdwenen gestoelten, versierd met pilasters, togen en fronton, waarvan het eene het opschrift ANNO 1664 draagt. Tegen het midden van de koorsluiting zijn drie grafzerken met wapens geplaatst,Ga naar margenoot+ XVIIc-XVIIIc (prins II A, blz. 100). Twee gelijke zilveren avondmaalsbekers, hoog 18 cM., versierd met gegraveerdeGa naar margenoot+ banden en ranken. Blijkens opschriften gegeven in 1700 ondersch. door Ds. Petrus Cruyd en Joh. Corn. Scheenaart. Merken: Holland, Leiden, jaarletter O, meesterteeken een V en R gekoppeld. Zilveren schaal met gebogen filetrand en schelpornamenten, blijkens opschrift geschonken in 1749. Merken: Holland, Leiden, jaarletter P en als meesterteeken de gekoppelde letters H en F.
In den toren hangen twee klokken, te weten:
Klok van 107 cM. middellijn met een bladfries en rankfries en opschrift inGa naar margenoot+ Gothische minuskels: niclaes is miin naem bescreven
van bochorst die mi heeft gegheven
der hilligher kerken ghemeen/
men screef m cccc l ende een
tot utrecht si wi ghemaect.
Klok van 51 cM. middellijn met opschrift: CLAUDY FREMY ME FECIT AMSTELODAMI ANNO DOMINI 1686. Op de eene zijde van het lijf het wapen- van Wassenaar, op de andere zijde een medaillon met opschrift: ICK ROEP STERCK
IN GODES KERCK
CLEEN ENDE GROOT
EN ROEP OOCK UYT
MET MIJN GELYUT (sic)
DES MENSEN DOOT
en daaronder: HASERSWOUDE
In het Westeinde een wipkorenmolen met stelling, in 1933 ‘verdekkerd’,Ga naar margenoot+ oorspronkelijk een watermolen. In het Oosteind een zaagmolentje, in 1937 ‘verdekkerd’, dat oorspronkelijk eveneens een watermolentje is geweest. | |||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||
Oostbuurt.Ga naar margenoot+ DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van de H. Michael Aartsengel, in de wandeling genoemd ‘Het Zwaantje’, is een neogothisch gebouw tot welks inventaris behooren:
Ga naar margenoot+ Portret van Johannes Roelvink, 1817-1839 pastoor alhier, borstbeeld, doek, 76 × 62 cM. Ga naar margenoot+ Monstrans van verguld zilver (pl. VIII no. 19), voor een aantal jaren voorzien van een te groote glascylinder. Op den zeszijdigen voet de gedreven figuren van de H.H. Bonifacius, Bavo, Cornelius, Willbrordus, een geharnast ridder met zwaard en een engel met wapen: drie plompebladen, 2, 1. Links van den glascylinder een beeldje van Johannes den Dooper, rechts dat van den H. Michael, wat hooger de beeldjes van de H.H. Bavo en Willebrordus, in den top de H. Maagd. Hoog 54 cM. Merken: Haarlem, jaarletter L (1631), meesterteeken onduidelijk, waarschijnlijk het teeken afgebeeld bij E. Voet, Haarlemsche Goud- en Zilversmeden en hunne merken, blz. 122/123 no. 16. Monstrans van zilver in stralenvorm. Op den voet de gedreven figuren van de Evangelisten en het Lam Gods, de stam wordt gevormd door de figuren van Geloof, Hoop en Liefde. Hoog 86 cM. Merken: Gekroonde S en gekroonde N. XVIII B. Ciborie van verguld zilver met rijk drijfwerk (pl. VIII no. 20), op verschillende plaatsen hersteld, waarbij de nodus grootendeels is vernieuwd. Hoog 44 cM. Merken: Antwerpen, jaarletter W (waarschijnlijk 1678/1679), meesterteeken: een schijf met kruis (M. Rosenberg, der Goldschmiede Merkzeichen, IIIde druk 1928 blz. 37). Hostiedoos van gedreven zilver met bloemornament (pl. VIII no. 22). Hoog 10 cM. Merken: Holland, Gouda en de dooreengestrengeldelde letters S en K. XVII B. Kelk van verguld zilver in Lodewijk XVI vormen (pl. VIII no. 21). Hoog 25,5 cM. Merken: Holland, den Haag (?) meesterteeken L B. XVIIIB. Ampullenblad van zilver met gedreven bloemenrand. Merken: Q en de gekoppelde letters M en B. XVIId. Ga naar margenoot+ Geborduurde banden en schild op een moderne koorkap, XVI A, de banden zeer sterk gerestaureerd. Het schild (pl. VI no. 14) vertoont Jezus met Petrus, die juist Malchus het oor heeft afgeslagen. De banden, aan de onderzijde ingekort, vertoonen elk vier figuren van Heiligen onder baldakijnen: links Johannes de Dooper, Andreas, Judas Thaddeus, Jacobus Major, rechts: Bartholomeus (?), Augustinus, Apollinaris en Petrus. Rood fluweelen kazuifel met gouden ranken, XIX A. Ga naar margenoot+ Klok van 46 cM. middellijn met gothischen bladrand en opschrift in gothische minuskels: sancti spiritus adsit vobis gracia steven butendiic fecit. Deze klok is volgens mededeeling van den Zeer Eerw. Heer G.C.J. van Leeuwen, | |||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||
indertijd pastoor alhier, afkomstig van de oude kerk van Middelburg onder Reeuwijk, welke in het midden van de vorige eeuw is afgebroken. | |||||||||||||
Boerenhofsteden.RIJNENBURG aan den Rijndijk bij den watertoren. Boerderij met trapgevelGa naar margenoot+ en zijvleugel met kelder en opkamer. In den voorgevel een steen met alliantiewapens: manswapen een naar rechts springend hert, dat van de vrouw drie valken, 2, 1, en daaronder ANNO 1614. Bij den oprit een hek tusschen vernieuwde gemetselde pijlers, welke gedekt worden door zandsteenen toppen en voorzien zijn van cartouches met den naam RINEN - BURCH. De hofstede is in ‘Het Verheerlijkt Nederland’ onder no. 274 afgebeeld in nagenoeg denzelfden toestand als tegenwoordig. Aan de Oostzijde van de hofstede, op het terrein van de waterleiding, zijn in den zomer van 1933 overblijfselen aangetroffen van het kasteel Rijnenburg, dat in 1315 wordt vermeld (p.l. muller, Regesta Hannonensia blz. 270) en in 1420 werd verwoest (Divisiekroniek, uitg. 1636 blz. 441). Te onderscheiden waren een poorttoren, een deel van de buitenmuren van een rechthoekig gebouw en een ronde hoektoren (Meded. Mr. s.j. fockema andreae). Het formaat van de baksteen bedroeg 27,5 × 14,5 × 8. Tevens werden twee gotische kapiteelen met bladkransen en stukken aardewerk gevonden, die aan het Museum de Lakenhal te Leiden zijn geschonken. ZONLUST, ten Oosten van de Roomsch-Katholieke kerk, genummerd A 255. Boerderij met stal en woning onder één rieten dak. In den voorgevel boven de vensters ellipstogen, boven den ingang een Tudorboog. XVII A. BIJELUST, ten Oosten van de Roomsch-Katholieke kerk, genummerd A 259. Boerderij als bovengenoemde maar eenvoudiger en zonder togen. Inrit met gemetselde hekpijlers voorzien van zandsteenen dekplaten. Alles omstreeks 1700. |
|