Twente
(1971)–E.H. ter Kuile– Auteursrechtelijk beschermdTubbergen.Ga naar margenoot+ naam. Zie nomina geographica neerlandica I, blz. 130. | |
Voor- en vroeghistorische oudheden.Ga naar margenoot+ literatuur: verslagen en meded. o.r.g. XVII, 1889, blz. 14, XXV, 1909, blz. 2 (met terreinkaart) XXXV, 1918, blz. 1, Meded. uit 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden N. Reeks XIV, 1933, blz. 60. Op verscheiden heuvelige heidevelden in deze gemeente zijn oudheidkundige vondsten gedaan. Een der belangrijkste grafvelden is het Haarlerveld, waar tientallen grafheuvels liggen. Alleen in de jaren 1905-1909 werden hier meer dan 100 urnen ontgraven, meest van ruw baksel, dubbel-conisch van vorm en voorzien van ooren. In 1917 werd dit terrein door Dr. J.H. Holwerda systematisch onderzocht. Behalve groote en kleine grafheuvels ontgroef men bij die gelegenheid ook langwerpige ‘bedden’ waarin bijzettingen werden aangetroffen, alsmede eenige zeer groote grafheuvels uit een oudere periode, die naar de overtuiging van Holwerda overblijfselen zijn van houten koepelgraven. Het grootste deel der hier gevonden voorwerpen, waaronder een klokbeker en eenige scherven van klokbekers, berusten in het museum Twente te Enschede, andere gedeelten in het Museum van Oudheden te Leiden en bij Mr. G.J. ter Kuile te Almeloo. In den zomer van 1930 werden door de directie van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden enkele grafheuvels onderzocht tusschen Haarle en de Hazelbekke. Men kon hier overblijfselen van een houten grafkoepelbouw constateeren; ook vond men een stuk van een klokbeker. Even Oostelijk van het grenskantoor aan den weg van Mander naar Getelo ligt een tweetal groote grafheuvels. Verscheiden grafheuvels liggen onder Hezingen, gedeeltelijk vergraven of in boschaanplantingen verborgen. Een rij grafheuvels ligt langs de Springendaalsche beek, o.a. bij de Moerbekke tot in de gemeente Denekamp (zie blz. 32). Verscheiden grafheuvels, grootendeels vergraven, bevinden zich bij Vasse aan den grintweg naar Ootmarsum, Een groote tumulus verheft zich eenzaam ten Zuiden van dezen weg, W. van het erve ‘de Mast’. | |
[pagina 127]
| |
Kleine grafheuvels liggen verspreid in de Vasser heide, W. van het Haarlerveld, alsmede Oostelijk van den Tubberger Esch langs de Braakmansbeek, in de Tubberger heide, in een heuvelrug tusschen het huis Herinkhave en de Monnikenbraak. Een reeks lage grafheuvels in het Albergerveld is voor eenige jaren vergraven, evenals het grafveld bij den molen ten N. van het Stift Weerseloo. Twee holle bronzen celten, gevonden in het Witte Veen onder Geesteren, bevinden zich in het Ov. Geschiedk. Museum te Zwolle. Wat den aard der vondsten van deze grafvelden aangaat, kan worden opgemerkt, dat deze in de eerste plaats bestonden uit zoogen. Protosaksische urnen. Een kleine klokbeker werd onder Hezingen opgegraven (Verz. Mr. G.J. ter Kuile, Almeloo). Onder Vasse kwamen o.a. een bronzen celt, een bronzen bijl en een ijzeren zwaard te voorschijn (pleyte, Overijssel, blz. 20). Bij de Monnikenbraak onder Albergen werden twee bronzen zwaarden gevonden, alsmede een bronzen bijl en een bronzen speerpunt (Museum te Zwolle, Verz. ter Kuile, Almeloo). | |
Albergen.De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van den H. Pancratius (vroegerGa naar margenoot+ H. Antonius Abt), gebouwd in 1841, verbouwd omstreeks 1920, is een onbelangrijk Waterstaatsgebouw, gelegen ter plaatse waar het in 1406 gestichte klooster Albergen heeft gelegen. Voor de geschiedenis van dit klooster, waarvan de laatste overblijfselen in 1790 zijn gesloopt, zie j.g.r. acquoy, Het klooster Windesheim en zijn invloed. III, blz. 126-130. Tot den inventaris behooren de volgende voorwerpen, die, voor zoover zij ouder zijn van ± 1600, ongetwijfeld van het voormalig klooster Albergen afkomstig zijn: Een stuk van een grafzerk (XVI A) waarop een wapen, vertoonende een voet,Ga naar margenoot+ ligt ter zijde van de kerk. Twee sluitsteenen van kruisribgewelven bevinden zich in den tuin van de pastorie; een draagsteen met naturalistisch bloemornament is in een der wanden van de kerk ingemetseld. (Andere zandsteenfragmenten van de kloostergebouwen treft men aan op verscheiden boerenerven in den omtrek). Eikenhouten beeldgroep, voorstellende de Nood Gods (midden XVI, zieGa naar margenoot+ pl. LX, no. 1) hoog 89 cM. Notenhouten kruisbeeld (XVIII B of XIX A) (pl. LX, no. 2) hoog 83 cM. aan een modern kruis bevestigd. Op de schouders en den rug zijn drie letters A aangebracht (A[ntonius] A[bt], A[lbergen]?). Eikenhouten beeld (XVIII B?) voorstellende een mannelijke heilige met een kind op den arm (H. Antonius van Padua?), hoog 101 cM. Twee koperen kaarsenkronen, elk met twee rijen van zes armen. De grootsteGa naar margenoot+ draagt het opschrift: Egbert Everink Anno 1818, de kleinste (XIX A?) is zonder opschrift. | |
[pagina 128]
| |
Ga naar margenoot+ Verguld zilveren kelk (± 1400, pl. LXI, no. 1) waarvan de cuppa nieuw is. Hoog 19,5 cM. De slanke, zeszijdige, met gegraveerde nissen versierde stam verrijst op een lagen zespuntigen voet en is voorzien van een nodus, waarvan de zes ruitfacetten de letters van den naam Jhesus vertoonen. Onder den voet in XVIIIde eeuwsche letters het opschrift: + S. Ant. in + Albergen +. Geen merken. Verguld zilveren kelk (XVIIIb) hoog 20 cM. met zeslobbigen voet en zeszijdigen stam. Onder den rand het opschrift: Sub pastore F. Josepho Danhause Ord. S. Bdti 1740. Merken: Schild met dubbelen adelaar en een schild met de letters E, H. en M. Ga naar margenoot+ Wijwaterbakje van blauw Delftsch aardewerk (XVIII) hoog 16 cM. Ga naar margenoot+ Zes tinnen kandelaars in Louis-XVI-vormen, waarvan twee van 30 cM. en vier van 28 cM. hoogte. Tien tinnen kandelaars op driezijdige voeten (± 1800), waarvan vier van 71 cM. en zes van 48 cM. hoogte. Ga naar margenoot+ Stel paramenten (XIX A), bestaande uit twee dalmatieken, een kazuifel, een koorkap (zie pl. LXI, no. 2) en een kelkvelum, gebloemd op verbleekt-rooden grond. Ga naar margenoot+ In het torentje op het dak van de kerk hangt een klok van 59 cM. middellijn met opschrift: S. ANTONIUS. ME FUDIT JOANNES RUTGERUS VOIGT 1796. Op het lijf van de klok een medaillon met relief, voorstellende de H. Maagd, blijkbaar gegoten in een laat-Gothieken vorm. | |
Fleringen.Ga naar margenoot+ HERINKHAVE is een voormalige havezate. Voor de geschiedenis zie: ter kuile, Havezathen, blz. 135 vlg. Ga naar margenoot+ Het eenvoudige baksteenen heerenhuis (XVIII A) is alleen aan zijn voorzijde van een verdieping voorzien, een toevoeging van omstreeks 1800. Het voorplein wordt geflankeerd door vernieuwde, op de oude grondslagen opgetrokken bouwhuizen. Het terrein, waarop heerenhuis en bouwhuizen zijn gelegen, wordt door een gracht omgeven. Ga naar margenoot+ In de eetzaal een schouw, waarvan de wangen, bestaande uit Jonische muurzuiltjes en voluutvormige consoles van zandsteen (XVII A), een houten kap en vlakken boezem dragen. In den schouw bevinden zich twee draaibare ijzeren ketelstandaards, waarvan de een het jaartal 1732 draagt. In een achterkamer gelijkvloers een geprofileerde rechthoekige zandsteenen schoorsteenmantel (XVIIIb). In den vloer der huiskapel, tot het houden waarvan omstreeks 1758 pauselijk verlof werd gegeven, en die ondergebracht is in het (vernieuwde) linker bouwhuis, liggen eenige afgesleten grafzerken (XVII), afkomstig uit de vroegere parochiekerk van Tubbergen. | |
[pagina 129]
| |
Achter het heerenhuis staat het baksteenen, van een zandsteenen voet voorzieneGa naar margenoot+ molengebouwtje van den sinds 1865 buiten gebruik gestelden watermolen van Herinkhave (ter kuile, Watermolens, blz. 55.) | |
Geesteren.De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van den H. Pancratius is eenGa naar margenoot+ modern gebouw, tot welks inventaris behooren:
Notenhouten beeld, XVIIb, hoog 46 cM., voorstellende den H. JohannesGa naar margenoot+ den Evangelist en een dergelijk beeld, hoog 40 cM., voorstellende de H. Maagd met het Christuskind. Beide beelden zijn gemerkt met een schildje, vertoonende drie dwarsbalken. Eikenhouten kruisbeeld, hoog 150 cM. (XVII?) geplaatst tegen een der gevels van den toren. Koperen kaarsenkroon (XIXa?) met twee rijen van 8 armen.Ga naar margenoot+ Zonvormige monstrans, hoog 62 cM. blijkens tijdvers dagteekenendGa naar margenoot+ van 1802. Verguld zilveren ciborie (XVIII?) hoog 40 cM. Merken: in Gothieke karaktersGa naar margenoot+ het cijfer 3 (?) en de letters I en P (beide twee keer). Een stel, bestaande uit een dalmatiek, een kazuifel en een koorkap (middenGa naar margenoot+ XVIII, pl. LXII, no. 1), veelkleurig gebloemd op een witten grond, afkomstig van de kathedraal van Rouen en aan de kerk van Geesteren geschonken door den bij de Fransche Revolutie uitgeweken priester Célestin Flamand (kalf, blz. 35). Klok van 48 cM. middellijn met opschrift: Jan Albert de Grave me fecitGa naar margenoot+ Amstelodami Ao 1717. Klok van 60 cM. middellijn, met opschrift: CaMpana VoCat / eXsUrgIto fIDelIs / sUperos pIIs VotIs eXora (1796), en: ME FUDIT IOANNES RUTGERUS VOIGT. Op het lijf een relief voorstellende de H. Maagd. | |
Landelijke gebouwen.Een weinig Noordelijk van de kerk ligt de Koren-watermolen van GeesterenGa naar margenoot+ (pl. LXII, no. 2). Voor de geschiedenis zie: ter kuile, Watermolens, blz. 87. Het molengebouwtje (XIX A?) is boven een steenen voeting in hout opgetrokken. De Oliemolen van Geesteren, een weinig lager op dezelfde beek gelegen, is voor eenige jaren in de Molenkolk gestort. Op het Erve Bragen, even Westelijk van den Oliemolen, een fraaie oudeGa naar margenoot+ schuur met dubbelen doorrit. Vakwerk, met vullingen van vlechtwerk en leem. Geveltoppen met heide bekleed. Op hetzelfde erve een schaapskooiGa naar margenoot+ van vakwerk met leemvullingen en houten geveltoppen. | |
[pagina 130]
| |
Hezingen.
| |
Mander.Ga naar margenoot+ Erve Meijer. Schuur met doorrit, opgetrokken van vakwerk met vullingen van baksteen en hoogerop met stroo bekleed. | |
Reutum.Ga naar margenoot+ De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van de H.H. Simon en Judas is een onbelangrijk waterstaatsgebouw van 1818 met later koor. Tot den inventaris behooren: Ga naar margenoot+ Gebeeldhouwde, met overdadig lofwerk versierde barokke preekstoel (XVIII), afkomstig uit een klooster te Rheine in Westfalen. Ga naar margenoot+ Twee koperen kaarsenkronen (XVIII?); een met twee rijen van acht armen en een met twee rijen van zes armen. Ga naar margenoot+ Misbel van 29 cM. middellijn met opschrift: PETRUS HEMONY ME FECIT AMSTELODAMI Ao 1670. Ga naar margenoot+ In het torentje boven den voorgevel hangt een klok in 1820 door Petit en Fritsen gegoten. Als bruikleen der parochie bevindt zich in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht een koorkap van gebloemde witte Lyonsche zijde (XVIII. Gildeboek 1931, blz. 52).
Ga naar margenoot+ Erve Bokhorst, gelegen bij het punt waar de harde weg van Reutum den grintweg Almeloo-Ootmarsum bereikt. Boerenhuis van vakwerk met vullingen van baksteen en gedeeltelijk nog van vlechtwerk met leem. Houten gevel- | |
[pagina 131]
| |
toppen, diep teruggebouwde inrijdeur aan de achterzijde. Tegen den voorgevel is een ‘bovenkamer’ uitgebouwd. Op een steen naast de voordeur initialen en het jaartal 1758. | |
Tubbergen.De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK van den H. Pancratius is in 1896,Ga naar margenoot+ ter vervanging van de oude, éénbeukige parochiekerk, tegen den gespaard gebleven, aan de burgerlijke gemeente toebehoorenden toren opgetrokken. literatuur. kalf, blz. 41; r.e. hattink, bijdragen tot de kerkelijke geschiedenisGa naar margenoot+ van Tubbergen in: versl. en meded. o.r.g. IX, 1874, blz. 53 vlgg. Afb. 29. Tubbergen. Toren der R.-K. kerk. Plattegrond en details.
De toren (XVIa, zie afb. 29 en pl. LXIII, no. 1) isGa naar margenoot+ georienteerd met een afwijking van 3o naar het N.Ga naar margenoot+ Zijn muren, opgetrokken uit zware blokken Bentheimersteen, bereiken een hoogte van 20 M. Een spiltrap, die naar de verdieping leidt, is aan de Zuidzijde driezijdig uitgebouwd. Het plint is voorzien van een geprofileerde deklijst, overigens zijn de gevels ongeleed. De dubbele, vlakgedekte ingang in den Westgevel en het daarboven gelegen venster, dat van zijn oorspronkelijke harnas is beroofd, worden omvat door een rijk geprofileerde spitsboogomlijsting. Hoogerop is in elk der gevels een spitsboognis aanwezig met laat-Gothiek traceerwerk. De korte spits, eindigend in een open achtkant, is omgeven door een ijzeren balustrade. De gelijkvloersche torenruimte, die door middel van een wijden, geprofileerdenGa naar margenoot+ spitsboog in zijn Oostwand met de kerk in verbinding staat, is overkluisd door een modern kruisribgewelf. In den toren hangen twee klokken, ondersch.Ga naar margenoot+ | |
[pagina 132]
| |
van 103 cM. en 82 cM. middellijn, en ondersch. in 1827 en 1828 gegoten door Alexius Petit te Gescher bij Coesfeld (Westfalen). Ga naar margenoot+ Tot den inventaris behooren een koperen kaarsenkroon (XVIII?) en een gegotenGa naar margenoot+ koperen balusterkandelaar (XVII). Een zandsteenen laat-Gothieke doopvont (XVI), afkomstig uit deze kerk, bevindt zich in het Rijksmuseum Twente te Enschede.
Ga naar margenoot+ DE NED. HER V. KERK is een onbelangrijk zaalgebouw van 1810, vergroot in 1931. Tot den inventaris behooren: Zandsteenen preekstoel (± 1500, afkomstig uit de oude parochiekerk, zie pl. LXIII, no. 2). Een achtzijdige voet draagt de achtzijdige kuip, waarvan de paneelen zijn versierd met spitsboognissen en de hoeken voorzien van steunbeeren. De paneelen van de achterzijde zijn vlak. Trap, deurtje en klankbord van later tijd. (Een dergelijke preekstoel bevindt zich in de Evangelische kerk te Ibbenbüren, zie: Bau- und Kunstdenkmäler von Westfalen, Kreis Tecklenburg, pl. II.) Ga naar margenoot+ Orgel, dagteekenend volgens van der aa uit 1789, en in 1809 uit de oude parochiekerk overgebracht. Ga naar margenoot+ Zilveren avondmaalsbeker (XVIII A) geheel glad, hoog 11 cM. Merken: een hond (?) en een medaillon met de letters F H. Vier gladde tinnen schalen (XVIII B).
Ga naar margenoot+ ESCHEDE of de EESHOF is een voormalige havezate. Voor de geschiedenis zie: ter kuile, Havezathen, blz. 89. Het heerenhuis (pl. LXIII, no. 3) ligt met de beide bouwhuizen aan weerszijden van het voorplein op een omgracht terrein. Het bestaat uit een langestrekt rechthoekig gebouw met een naar voren springenden linkervleugel (gelijkvloersch ± 1719, blijkens dit jaartal boven de voordeur, verdieping XIX A). In den vleugel zijn twee wapensteenen aangebracht, die indertijd bij graafwerk op het voorplein zijn gevonden, vertoonende ondersch. de alliantie wapens-van Eschede en -von Nordeck met het jaartal 1780, en de alliantie wapens-van Eschede en -von Hörde met het jaartal 1786. Inwendig bevat het heerenhuis niets van belang. De bouwhuizen dagteekenen uit de XVIIIde eeuw. | |
Vasse.
| |
[pagina 133]
| |
vullingen, gedeeltelijk met planken en stroo bekleed. De windveeren van een der beide houten geveltoppen eindigen in sterk verweerde gekruiste paardenkoppen. Erve Raatsink, even Zuidelijk van de kerk. Schuur van vakwerk met baksteenvullingen. De windveeren van een der beide houten geveltoppen eindigen in gekruiste paardenkoppen. Erve Veer, Z.W. van de kerk gelegen. Schuur met doorrit, van stijl- en regelwerk op zware keisteenen, gedicht met planken. Ongeveer 1 K.M.Z.W. van de Mast ligt tegen een hoog stuk bouwland inGa naar margenoot+ de Vasser heide een oude schaapskooi, nu als schuur in gebruik. Gaaf stijlen regelwerk, bekleed met planken en stroo. De Oostelijke geveltop is met planken bekleed, de Westelijke, waarvan de windveeren eindigen in gekruiste paardenkoppen, is met heide bekleed. |
|