Twente
(1971)–E.H. ter Kuile– Auteursrechtelijk beschermdMarkeloo.Ga naar margenoot+ naam: zie nomina geographica neerlandica I, blz. 114, 119. | |||||||
Voor- en vroeghistorische oudheden.Ga naar margenoot+ Op verscheiden hooggelegen plaatsen in deze gemeente zijn voor- en vroeghistorische oudheden aan den dag gekomen. Op en om den Herikerberg | |||||||
[pagina 75]
| |||||||
zijn stukken ceramiek, een bronzen en een ijzeren zwaard en andere metalen voorwerpen gevonden (ov. almanak 1840, blz. 145 vlgg., versl. en meded. o.r.g. XXV, 1909, blz. 23/24, overijssel, blz. 166. Voorwerpen, gevonden in de buurtschappen Herike en Stokkum zijn afgebeeld bij pleyte, Overijsel pl. XIII-XIV. Onder Stokkum, Zuidwaarts van de school, zijn in 1930 vanwege het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden opgravingen verricht in een grafveld, waarbij kon worden vastgesteld, dat de bijzettingen dagteekenden uit de eerste eeuwen onzer jaartelling (Oudheidk. Meded. uit 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden, N. Reeks XII, 1931, blz. 13). Verschillende bronzen voorwerpen, waarvan eenige zich bevinden in het museum Twente te Enschede, zijn onder Elzen te voorschijn gekomen (Afgeb. pleyte, Overijsel, pl. X-XII). De Vriezenberg tusschen Markeloo en Rijsen ligt te midden van uitgestrekte grafvelden, welke van de buurtschap Elzen tot de grens der gemeente Holten reiken. Ontgravingen van een dier grafvelden aan den kant van Rijsen, verricht vanwege het Museum van Oudheden te Leiden, zijn uitvoerig gepubliceerd in: Oudheidk. Mededeelingen uit 's Rijks museum van Oudheden te Leiden, N. Reeks VI 1-2, 1925, blz. 80 vlgg. | |||||||
Kerspel goor.HEECKEREN of het HUIS TE GOOR, even ten N.O. van het stadje GoorGa naar margenoot+ gelegen, is een voormalige havezate. Thans is in het gebouw een Dominicanessenklooster gevestigd. geschiedenis. Zie ter kuile, Havezathen, blz. 117. Het huis wordt genoemd in deGa naar margenoot+ XVde eeuw; in 1583/1584 wordt het als verbrand en woestliggend vermeld. Omstreeks 1596 is het herbouwd met gebruikmaking van ouder muurwerk en XIX A gemoderniseerd. Het geheel gepleisterde gebouw bestaat uit twee rechthoekig op elkaar geplaatsteGa naar margenoot+ vleugels. De frontgevel op het Oosten is versierd met een klassicistische middenpartij (XIX A), welker pilasters een fronton dragen. Volgens teekeningen van H. Spilman, berustende in het Museum te Zwolle, afgebeeld bij ter kuile, blz. 120, 121, had het gebouw in de XVIIIde eeuw in hoofdzaak zijn tegenwoordigen vorm, en lag het toen nog in een gracht, waarvan thans slechts een gedeelte over is. In den hoek tusschen de beide vleugels bevond zich een traptoren, die sindsdien is verdwenen. Het muurwerk, dat in de door tongewelven overkluisde kelderruimte een dikte van 1,10-1,30 M. vertoont, kan nog gedeeltelijk middeleeuwsch zijn. In de gevels bevinden zich vier wapensteenen en wel 1o.: in den Oostgevel aan de voormalige binnenplaats de alliantiewapens van-Ensse en -van Coeverden met onderschrift: H.V.E. - I.V.C.A. DOI. 1596; 2o.: in den | |||||||
[pagina 76]
| |||||||
zelfden gevel een steen met de alliantiewapens-van Ensse-van Ensse met onderschrift: F.V.E.I. - M.V.E. AoD. 1646; 3o.: in den sluitgevel van den frontvleugel de wapens-van Ensse-van Coeverden en -de Vos van Steenwijk met onderschrift: Ao.D. 1656; 4o.: in den sluitgevel van den anderen vleugel de alliantiewapens-van Hoëvell en -Bentinck. Inwendig vertoont het gebouw niets opmerkelijks.
Ga naar margenoot+ HET WEGDAM is een voormalige havezathe ten Zuiden van Goor, welke voor het eerst wordt genoemd in 1450 (zie ter kuile, Havezathen, blz. 254). Het rechthoekige baksteenen huis (zie pl. XXXVII, no. 4) dagteekent uit het midden van de XVIIIde eeuw, met uitzondering van het gedeelte der verdieping boven de achterzijde, dat in het begin der XIXde eeuw is opgetrokken. Aan achterkant en zijkanten wordt het gebouw door een gracht omgeven. De voorgevel is voorzien van een houten omlijsting van ingang en beide bovengelegen vensters. Boven den ingang een steen met de wapens-van Coeverden en -van Raesfelt, waaronder het jaartal 1758.
Ga naar margenoot+ HET WELDAM is een voormalige havezathe tusschen Goor en Diepenheim. Ga naar margenoot+ literatuur: ter kuile, Havezathen, blz. 261, w.a. beelaerts van blokland, h.e. van gelder, w. wijnaendts van resandt en k. sluyterman, Nederlandsche kasteelen en hun historie deel II, blz. 117. Ga naar margenoot+ beschrijving: (zie pl. XXXV-XXXVII). Het heerenhuis, welks front naar het Zuiden is gericht, ligt geheel in het water en is door een dam, die een vroegere brug vervangt, verbonden met een door bouwhuizen geflankeerd voorplein. Het heerenhuis bestaat uit een oudste, rechthoekig baksteenen gedeelte (XVI, herhaaldelijk verbouwd), dat aan de ingangszijde aan weerszijden van een naar voren springenden vleugel (XVII) en tegen elk der hoeken van de achterzijde van een toren (1897 en 1899) is voorzien. Het terras aan de voorzijde tusschen de beide vleugels wordt aan weerszijden van den toegangsdam door een zandsteenen balustrade (XVII B) afgesloten. In de zijgevels en den achtergevel van het oudste, rechthoekige gedeelte zijn segmentbogen van de oorspronkelijke, later gewijzigde en gedeeltelijk dichtgemetselde vensters zichtbaar. De tegenwoordig in deze gevels aanwezige vensters zijn alle van later tijd (XVIII-XIX). De in voluten eindigende kraagsteenen (midden XVI) in den Oostgevel, die thans een balkon dragen, zijn naar alle waarschijnlijkheid overblijfselen van een arkel, gelijk die aan den voorgevel van het huis Twikkel (pl. XXXVI, no. 1). Een vierkante uitbouw | |||||||
[pagina 77]
| |||||||
voor gemakken tegen den Westgevel is in de vorige eeuw hooger opgetrokken tot een torentje. Bij de verbouwing, omstreeks 1645, is het oude rechthoekige gedeelte gemoderniseerd door het aanbrengen van een zware zandsteenen kroonlijst, het toevoegen van de beide vleugels aan de voorzijde, en het optrekken van een zandsteenen pilastergevel tusschen deze vleugels. Uit dezen tijd dagteekenen ook de monumentale zandsteenen schoorsteenen, waarvan die op het rechthoekige gedeelte vierkant, en die op de vleugels achthoekig en mortiervormig zijn. In de muurvakken tusschen de Jonische pilasters van het middenfront oorspronkelijke kruisvensters. Tusschen de vensters zijn deze vakken versierd met gebeeldhouwde festoenen. Een cartouche in het fronton van den hoofdingang vertoont de initialen S.M.R. (Sophia Margaretha van Raesfelt † 1647, echtgenoote van den bouwheer Johan Ripperda). De vleugels zijn opgetrokken van baksteen met zandsteenen hoekblokken, welke onder de kroonlijst eindigen in Jonische pilasterkapiteelen. Naast het middenfront zijn tegen de muren der vleugels kleine rechthoekige uitbouwtjes aanwezig, waarin korfbogige toegangspoortjes naar de kelderruimten. De sluitsteen van het Westelijk poortje draagt het jaartal 1645. Hooger in deze muren is aan weerszijden een wapensteen aangebracht, oorspronkelijk afkomstig van de bouwhuizen (ter kuile, blz. 266); aan de Oostzijde het wapen-Ripperda met opschrift: Tempore Uniconis anno 1676, en aan de Westzijde hetzelfde wapen met onderschrift: Tempore Uniconis 1681. De voorgevels van de vleugels zijn alleen gelijkvloers voorzien van ieder twee smalle vensters met geprofileerde zandsteenen omlijstingen. In den Westgevel van den Westervleugel twee kraagsteenen van een verdwenen gemak. De meening, dat de beide vleugels van later dagteekening zijn dan het zandsteenen middenfront, en eerst in het laatste kwartaal der XVIIde eeuw zouden zijn gebouwd (aldus ter kuile, Havezathen, blz. 266 en Nederlandsche kasteelen, blz. 127, 128) kunnen wij niet deelen. De aansluiting der vleugels aan het middenfront is niet onorganisch, de vormen van de Jonische hoekkapiteelen komen met die van het middenfront nauwkeurig overeen, en het jaartal 1645 op het poortje van den Westervleugel wijst op een gelijktijdig ontstaan. Inwendig is het gebouw in den loop der tijden sterk verbouwd en gewijzigd.Ga naar margenoot+ De vlakke riblooze kruisgewelven en tongewelven van de kelderverdieping zijn waarschijnlijk in de XVIIde eeuw aangebracht. Gelijkvloers: in de bibliotheek een laat-gothieke zandsteenen schouw (pl. XXXVII, no. 1) met twee vlakke wapenschilden. In de kamer in den Westvleugel een stucplafond (XVIId) en tusschen de beide vensters van den voorgevel een schoorsteen met ingebouwden ijzeren haard, waarop het jaartal 1687 (pl. XXXVII, no. 2). De trap naar de verdieping heeft een gestoken eikenhouten trapleuning (XVII B, pl. XXXVII, no. 3). Op het huis bevindt zich een groote verzameling portretten uit de geslachtenGa naar margenoot+ van Aldenburg, Bentinck, van Heeckeren, van Hessen-Homburg, van Nassau- | |||||||
[pagina 78]
| |||||||
Ottweiler, van Raesfelt, Ripperda en van Wassenaer-Obdam (o.a. door R. Koets en door I.I. Eeckhout, 1831), en voorts:
Volledige op kaart gebrachte gegevens omtrent alle voor Nederland eenigszins belangrijke portretten berusten in het Rijksbureau voor Iconografische en Kunsthistorische documentatie, afd. Iconografie, te 's-Gravenhage. De bouwhuizen op het voorplein (XVIId, zie pl. XXXVI, no. 2) zijn aan de pleinzijden voorzien van ingangspoorten en van smalle vensters en deuren met zandsteenen lateien. De mortiervormige, met acanthusbladeren versierde zandsteenen schoorsteenen aan de Zuidzijde zijn van elders afkomstig. Vóór den dam naar het heerenhuis twee zandsteenen siervazen met jachtreliefs (XVIId) en twee ijzeren kanonnetjes (XVII B) versierd met het wapen-Ripperda. In den muur, die het voorplein aan de wegzijde afsluit, een toegangshek met twee zandsteenen pijlers (XVIId), bekroond door siervazen, waarop kwartierwapens en monogrammen en het jaartal MDCXCV. Geheel vooraan wordt de oprit geflankeerd door lage zandsteenen vleugelmuurtjes met korte pijlers, waarop het wapen-Bentinck en het jaartal 1709. | |||||||
Markeloo.Ga naar margenoot+ literatuur: h.a. warmelink, Geschiedkundige beschrijving van het dorp Markelo, Lochem 1900. Ga naar margenoot+ De NED. HERVORMDE KERK, eigendom der Ned. Herv. Gemeente, is een onbelangrijk zaalgebouw, in 1840 opgericht ter plaatse van de oude | |||||||
[pagina 79]
| |||||||
middeleeuwsche parochiekerk, waarvan alleen de toren, eigendom der burgerlijke gemeente, is blijven staan. geschiedenis. Markeloo is een der oudste parochiën van Twente. De kerk was gewijdGa naar margenoot+ aan den H. Martinus. In 1214 werd Diepenheim van de parochie Markeloo afgescheiden. Oudtijds was de kerk het doel van bedevaarten, waarvan lindeborn de reden niet kent (blz. 200: ‘Ea olim occasione nobis ignota, frequenti peregrinatione trita multisque votis onerata fuit’), geerdink (blz. 286) weet echter te vertellen, dat hier een partikel van het H. Bloed werd vereerd.De toren (XV, zie afb. 15 en pl. XXXIV, no. 3), die tweeGa naar margenoot+ Afb. 15. Markeloo, plattegrond toren.
geledingen telt, en wordt gedekt door een korte vierzijdige spits, is opgemetseld van baksteen in onregelmatig verband (formaten 0,27 - 0,28 × 0,13 - 0,14 × 0,06 M.). Een spiltrap in den Zuidmuur, veelhoekig uitgebouwd, leidt naar de eerste verdieping. De gevelvakken van elk der beide geledingen zijn versierd met drie spitsboognissen met afgeschuinde kanten. In den Westgevel bevindt zich een ingang, gedekt door een korf boog en omlijst door een spitsboog. De kleine galmgaten in de middennissen van de tweede geleding maken den indruk naderhand te zijn aangebracht, waarschijnlijk na de verlaging van den toren als gevolg van den brand van 1730. Onder het dak van de tegenwoordige kerk is tegen den Oostgevel van den toren de moet van het vroegere kerkdak zichtbaar. Inwendig zijn de geprofileerde draagsteentjes nog aanwezig van het verdwenen gewelf over de gelijkvloersche ruimte.
In den toren hangen drie klokken:Ga naar margenoot+
In de kerk staat een achtzijdige zandsteenen doopvont (XV, zie pl. XXXIV,Ga naar margenoot+ no. 4), hoog 103 cM., waarvan de kuip is versierd met ondiepe spitsboognissen. |
|