Twente
(1971)–E.H. ter Kuile– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Almeloo.De gemeente Almeloo omvat een gedeelte der voormalige heerlijkheid van dienGa naar margenoot+ naam, en wel de Stad met het landgericht. Het gericht van Friezenveen vormt een afzonderlijke gemeente. De oorspronkelijke verdeeling der heerlijkheid in drie deelen bleef bestaan tot 1913, toen de gemeenten Stad-Almeloo en Ambt-Almeloo werden vereenigd tot de gemeente Almeloo. | |
[pagina 2]
| |
Ga naar margenoot+ In 1712 zijn volgens pleyte (Overijsel blz. 20) in Almeloo eenige urnen gevonden. Een vroeg-middeleeuwsch steelpannetje te Almeloo gevonden bevindt zich in bezit van Mr. G.J. ter Kuile aldaar.
Ga naar margenoot+ HET VOORMALIGE RAADHUIS, thans in gebruik als ‘Verkeershuis Twente’, gelegen aan de Groote Straat no. 80. Ga naar margenoot+ geschiedenis: Een raadhuis van Almeloo wordt al in 1489 genoemd (Racer V, blz. 300, 304, 306). In 1690 werd het tegenwoordig nog bestaande gebouw opgetrokken (Dumbar, Verhandeling blz. 41), dat in de jaren 1778/1779 werd hersteld voor een bedrag van 1855 g. 19 st. De ‘oude couzijnen uit het Stadshuis’ werden in 1779 verkocht (aant. Stadsarchief). In den loop van de 19de eeuw is het gebouw verknoeid door bepleistering der gevels. De festoenen, die in het midden dier eeuw in elke travée nog tusschen de vensters aanwezig waren, zijn sindsdien verdwenen. Ga naar margenoot+ beschrijving. Het rechthoekig gebouw (zie Plaat I, no. 1) wordt gedekt door een met pannen belegd dak, uit welks midden een koepelvormig klokketorentje omhoog rijst. De achtergevel toont baksteenmetselwerk, de overige gevels zijn gepleisterd. De voorgevel en de rechterzijgevel worden geleed door pilasters met zandsteenen basementen en lijstkapiteelen. Behalve aan de achterzijde worden de gevels afgesloten door een geprofileerde zandsteenen deklijst. Het met lood bekleede houten torentje draagt op het leien koepeldak een opengewerkten bal en een windwijzer met het stadswapen. Inwendig is het gebouw in den loop der tijden sterk gewijzigd; aan den oorspronkelijken toestand herinneren alleen de oude vloeren met eenvoudig geprofileerde sleutelstukken onder de balken. In het torentje hangt een klok van 57 cM. middellijn met opschrift: SI DEUS PRO NOBIS QVIS CONTRA NOS 1690 en versierd met een jachtfries gelijk aan dat op de raadhuisklok van Goor (zie blz. 62). | |
Kerkelijke gebouwen.Ga naar margenoot+ DE NED. HERVORMDE KERK behoort aan de Nederduitsch Hervormde gemeente, de toren aan de burgerlijke gemeente. Ga naar margenoot+ literatuur: m.d. ozinga, De Protestantsche kerkenbouw in Nederland (Amsterdam, 1929). blz. 128, 129. | |
[pagina 3]
| |
Afb. 1. Almeloo, Ned. Herv. Kerk. Plattegrond.
bekroning werd aangebracht is niet zeker; op 19 December 1781 blijken de kosten ‘van de spitse op der kerktoren’ 5054 gl. en 17 st. te hebben bedragen, waarvan de stad de eene helft op zich nam en het landgericht waarschijnlijk de andere helft (Racer, Almelosche Oudheden blz. 157). In den winter van 1795 is de kerk als koestal gebruikt. In 1835 werden de Bentheimersteenen middenstijlen van de vensters verwijderd; een nieuw ameublement werd in 1837 aanbesteed (Versl. en meded. o.r.g. XXX (1914) blz. 77 vlg.). De kerk was gewijd aan de H.H. Mauritius en Georgius; de kerkvisitatie van 1571 en Lindeborn noemen alleen den H. Georgius als patroon. Volgens lindeborn waren in de kerk 8 vicariën (blz. 430). beschrijving. De kerk (zie afb. 1 en plaat I, no. 3) ligt geheel vrij op hetGa naar margenoot+ kerkhof en is georiënteerd met een afwijking naar het Zuiden van 5o voor het schip en 4o voor het koor. Het gebouw bestaat, van West naar Oost, | |
[pagina 4]
| |
uit een toren, een eenbeukig schip met een dwarsschip (alles XVIIIb), en een éénbeukig koor (XVd), gesloten met drie zijden van den regelmatigen achthoek. In den hoek tusschen koor en Zuiderdwarspand bevindt zich een consistoriekamer (1835). Het koor is geheel van Bentheimersteen opgetrokken; de overige gedeelten zijn in baksteen met plinten, hoeklisenen en lijsten van Bentheimersteen. De kap van het koor is
Afb. 2. Almeloo, Ned. Herv. Kerk. Details koorvenster.
met leien gedekt, schip en dwarsschip zijn gedekt met blauw geglazuurde pannen. De kerk heeft vijf ingangen: één in den toren, één in elk der zijden van het schip en één in elk der zijden van het koor. Ga naar margenoot+ De toren bestaat uit twee geledingen, boven welke, binnen een balustrade, een houten, met lood en leien bekleede koepelbouw (± 1780) verrijst. Boven den toreningang is een steen aangebracht met een Latijnsch opschrift betreffende de stichting in 1738 (zie prins, blz. 1). In Noord- en Zuidgevel der eerste geleding bevindt zich telkens één cirkelvormig venster en daarboven een rondboogvenster. De tweede geleding vertoont aan Noord- en Zuidzijde telkens twee rondbogige galmgaten het één boven het ander gelegen, en aan Oost- en West-zijde telkens één galmgat, waarvan het Westelijke is gevat in een zandsteenen pilasteromlijsting, die ontspringt op de scheidingslijst tusschen de beide geledingen. Ga naar margenoot+ Schip en dwarsschip zijn even als de toren voorzien van Bentheimersteenen plinten, hoeklisenen, daklijsten en vensteromlijstingen. Op de hoeken der Westelijke sluitmuren van het schip bevinden zich zandsteenen siervazen. De ingangen aan weerszijden van het schip zijn gevat in omlijstingen van blauw geverfde zandsteen, bekroond door alliantiewapens, te weten aan de Noordzijde van Rechteren Almeloo-Rechteren en aan de Zuidzijde van Rechteren Almeloo-Castell. Ga naar margenoot+ Het koor is voorzien van onversneden, schuin afgedekte steunbeeren en hooge geprofileerde spitsboogvensters. Slechts het middenvenster der koorsluiting, | |
[pagina 5]
| |
dat dichtgemetseld is terwille van het daartegen geplaatste grafmonument voor Hendrik Adolf van Rechteren, heeft zijn oorspronkelijke harnas met flamboyante traceeringen bewaard (zie afb. 2). De hooge kap van het koor steekt met de nok boven de daken van het schip en dwarsschip uit. De ingangen aan weerszijden van het koor zijn voorzien van blauw geverfde zandsteenen omlijstingen (XVIIIb).
Inwendig wordt de geheele kerk overdekt door vlakke houten plafondsGa naar margenoot+ (XVIIIb) met breeden koof en eenvoudige lijstversieringen. Onder den verhoogden vloer van het koor bevindt zich een grafkelder (XVIIIc), welks vlakke riblooze kruisgewelven rusten op baksteenen pijlers. Een der pijlers draagt het opschrift: ‘Gemaekt 1771’.
In de kerk bevinden zich:
Witgeverfd orgel met rugpositief (midden XVIII) tegen den Westwand vanGa naar margenoot+ het schip op een XIXde eeuwsche orgelgalerij. Witgeverfd eikenhouten gestoelte (XVIIIb, zie pl. II, no. 1) van HuisGa naar margenoot+ Almeloo. De overhuiving prijkt met het wapen-van Rechteren-Limpurg-Almeloo. Grafmonument van donkergrijze kalksteen en wit marmer (zie pl. I, no. 2)Ga naar margenoot+ ter gedachtenis aan Hendrik Adolf graaf van Rechteren († 1731) en Sophia Juliana van Castell-Ruedenhausen († 1758) in 1772 opgericht (dumbar, Verhandeling blz. 40) tegen het middenvak van de koorsluiting. Op een tombe rust een obelisk, waarvoor de wapens-van Rechteren en -Castell-Ruedenhausen met over beide heen op een klein schild het wapen van de heerlijkheid Almeloo. Het geheel wordt omlijst door twee Toskaansche pilasters met kwartierwapens (zie prins, blz. 4) en een archivolt met doodsemblemen. Hardsteenen epitaaf (XVIIId) voor Carel August Emanuel Graaf van Rechteren († 1789), geplaatst tegen den Zuidwand van het koor. Op het koor liggen eenige sterk afgesleten grafzerken (XVI-XVIIa), waaronder twee priesterzerken (voor de nog leesbare gedeelten der opschriften zie prins blz. 6, nos. 3-7.
In den toren hangen twee klokken:Ga naar margenoot+
1. Klok met een middellijn van 126 cM., versierd met rank- engel- en boogfriezen. Het omschrift luidt: HENRICK · TER · HORST · HEFT · MI · GEGOTTEN · IN · DER · STADT · DEVENTER · SI · DEVS · PRO · NOBIS · QVIS · CONTRA · NOS · ANNO · 1679 · - Op het lijf staat: JOHAN · VAN · RECHTEREN · HER · VAN · ALMELO ·, terwijl aan de eene zijde het wapen-van Rechteren is aangebracht en aan de andere zijde het wapen der stad Almeloo met onderschrift: DE STADT ALMELO. 2. Klok met een middellijn van 136 cM. en omschrift: CASPARVS KONINCK ME FECIT MDCCXXXVIII. Op het lijf staat aan de eene | |
[pagina 6]
| |
zijde: ADOLPH PHILIP / ZEIGER GRAEFF VAN RECHTEREN / VRY HEERE VAN ALMELO / EN VRIESENVEEN. benevens het wapen-van Rechteren-Almeloo. De andere zijde draagt het distichon: SVM GRANDI SONITV / SED VI DIRVPTA SILEBAM JAM / VIVO VT PHOENIX MORTE / REFECTA MEA.
DOOPSGEZINDE KERK, Groote Straat 57.
Ga naar margenoot+ In 1684 werd den Mennisten toegestaan een kerkgebouw op te richten. In 1791 gaf de Vrouwe van Almeloo consent het gebouw te verhoogen, uit te breiden, en van een nieuwen gevel te voorzien. Tevens werd in 1791 het orgel gemaakt door den orgelbouwer Friedrich Heylman te Herbern voor f 1490.- (versl. en meded. o.r.g. XXX (1914), blz. 97 vlg.).
Ga naar margenoot+ De kerk is een eenvoudig zaalgebouw, dat aan de straatzijde prijkt met een ingezwenkten topgevel (1791), waarin drie zandsteenen spitsboogvensters (zie plaat II, no. 2). Het middenvenster en de ingang worden omvat door een houten pilasteromlijsting met gebogen fronton. In den zijmuur boven den zijingang vermeldt een steen het jaartal 1684. Inwendig wordt het gebouwtje gedekt door een houten tongewelf. Tegen over den ingang bevindtGa naar margenoot+ zich het wit geverfde orgel met preekstoel van 1791 in den stijl van Lodewijk XVI.
Ga naar margenoot+ In de ROOMSCH KATHOLIEKE KERK VAN DEN H. GEORGIUS, een modern gebouw, bevindt zich een achtzijdige zandsteenen doopvont (XV, zie plaat II, no. 3) met een hoogte van 85 cM. en een middellijn der kuip van 61 cM. Op een der vakken van de kuip het steenhouwersmerk L. De doopvont is bij den bouw van de tegenwoordige kerk in 1901 uit den tuin der pastorie, waar zij gedeeltelijk was ingegraven, en als bloembak dienst deed, naar de kerk overgebracht (zie: Bulletin Oudheidk. Bond III blz. 105) waar zij als wijwaterbak wordt gebruikt. | |
Particuliere gebouwen.1. HUIS ALMELOO is een voormalige havezate, gelegen onmiddellijk tegen de Oostzijde van de stad, waarmee het een gemeenschappelijke omgrachting had. Ga naar margenoot+ geschiedenis. Voor de geschiedenis zie ter kuile, Havezathen blz. 20. Het tegenwoordig huis werd blijkens een memoriebord, vroeger tegen den gevel geplaatst, in 1662 gebouwd door Zeger van Rechteren. In 1665 werd het gebouw verbrand door de Munsterschen. Het rechter bouwhuis draagt het jaartal 1695, het linker bouwhuis het jaartal 1670. Herhaalde malen werd het huis verbouwd en gemoderniseerd, waarvan de jaartallen 1778 en 1883 in de voorgevels der vleugels getuigen. In laatstgenoemd jaar werd het tusschen de vleugels gelegen front van het hoofdgebouw naar voren verplaatst, waardoor een ruime hal gelijkvloers ontstond. Tevens werd toen de verdeeling gewijzigd, door het verleggen van het trappenhuis, dat | |
[pagina 7]
| |
oorspronkelijk tegenover den ingang was gelegen, naar de Noordzijde, en het bouwen van de groote zaal met de kamers daarboven in het middengebouw. Tegen den Noordgevel werd omstreeks 1903 een rechthoekige uitbouw met diensttrappen en vertrekken opgetrokken. Het Noorderbouwhuis, dat vervallen was, werd omstreeks 1910 vrijwel geheel afgebroken en, grootendeels met het afkomend materiaal, herbouwd; het Zuiderbouwhuis is in 1930 op dezelfde wijze geheel vernieuwd. Slechts de lange buitenmuren van beide bouwhuizen bestaan geheel uit nieuwe steen. beschrijving. (Zie pl. III en pl. IV, nos. 1 en 2). Het hoofdgebouw en het voorpleinGa naar margenoot+ met de beide ‘bouwhuizen’ liggen elk in het water en zijn onderling en met den vasten wal verbonden door moderne gemetselde boogbruggen. Oorspronkelijk waren de bruggen van hout. Het hoofdgebouw, dat boven de gelijkvloersche ruimten nog een verdieping telt, omsluit Noord-, Westen Zuidzijde van een binnenplaats, aan welke de ingang is gelegen. De muren zijn opgetrokken van baksteen met rijke toepassing van (geverfde) zandsteenen sierdeelen in den frontgevel en enkele zandsteenen blokken en vensteromlijstingen in de uiterst sober behandelde overige gevels. Uitwendig zijn alle muren in de 18de en 19de nieuw bekleed, zoodat van het 17de-eeuwsche metselwerk vrijwel niets meer te zien is. De ingangswand aan de binnenplaats, die bij de verbouwing van 1883 naar voren is gebracht, wordt versierd door vier zandsteenen Ionische pilasters, welke een eveneens zandsteenen gebroken fronton dragen. In dit fronton bevindt zich een gekroond wapenschild. Onder de vensters der verdieping zandsteenen festoenen. Het wapen (1883) boven den ingang vervangt het houten memoriemedaillon met het jaartal 1662, dat oorspronkelijk tegen den gevel was aangebracht. De frontzijden van het geheele hoofdgebouw zijn voorzien van zandsteenen banden, lijsten leeuwen- en menschenmaskers. De overige gevels vertoonen vensters met vlakke zandsteenen omlijstingen (XVIII-XIX). Enkele keldervensters hebben nog 17de eeuwsche vormen met hoekblokken en lateien van zandsteen. In den frontgevel vormen ankers de jaartallen 1778 en 1883. De kelderruimten worden alle gedekt door riblooze kruisgewelven (XVIIc).Ga naar margenoot+ In een salon, gelijkvloers op het Zuid-westen gelegen, bevindt zich een schoorsteen (XVIIIa, zie plaat IV, no. 1) met gebogen schoorsteenmantel van geverfde zandsteen en een houten boezembetimmering met een spiegel en een schilderstukje met voorstelling van Esther (XVII B). Het naastgelegen vertrek aan de Zuidzijde heeft een schoorsteen (zie plaat III, no. 2) met gesneden boezembetimmering (XVIIc) en grijs marmeren schoorsteenmantel (XVIII B). Tegen den schoorsteenboezem hangt een geschilderd familietafereel (XVIId) in een vergulde gesneden lijst. Het vertrek is verder voorzien van een eenvoudige betimmering met bijbehoorend geschilderd behangsel (XVIIId), met voorstellingen van landschappen en een gezicht op Huis en Stad Almeloo. Oostelijk van dit vertrek bevindt zich een kleine kamer, welker rijk gesneden schoorsteen (XVIIc, zie pl. IV, no. 2) omstreeks 1720 een nieuwen mantel heeft gekregen. Vóór den schoorsteen hangt in vergulde gesneden lijst een | |
[pagina 8]
| |
ruiterportret van een lid van het geslacht Rechteren (XVIIc). Deze kamer vertoont verder een eenvoudige betimmering met beschilderd behangsel (midden XVIII), waarop de avonturen van Don Quichotte zijn weergegeven naar Charles-Antoine Coypel. Aan de Noord-Oostzijde bevindt zich gelijkvloers nog een schoorsteen (± 1720) met een geprofileerden zandsteenen schoorsteenmantel en een geverfd houten boezembetimmering, waarin een spiegel en een schoorsteenstukje, voorstellende een landschap. Op de verdieping vindt men aan de Zuidzijde eenvoudig geprofileerde balksleutels (XVIIc). Een der vertrekken aldaar bevat een houten schoorsteen (XVIIb) met boezembetimmering, waarin een schoorsteenstukje. Tenslotte bevindt zich op het huis een groot aantal familieportretten (XVII-XX) van leden van het geslacht van Rechteren en daarmee verwante geslachten, o.a. von Castell, Daun, Hohenlohe, van Reede, geschilderd onder meer door D. van Loonen (1654), H. ten Oever (1684), vele door R. Koets en P. Koets (1735 en 1736), alsmede door P. Boeckers (1715), Kappers (1774), G.J. Palthe en J.B. van der Hulst (1833). Op kaarten gebrachte gegevens omtrent deze verzameling berusten op het Rijksbureau voor Kunsthistorische en Iconografische Documentatie, afd. Iconografie, te 's-Gravenhage. De beide langgerekte gebouwen op het voorplein hebben elk twee inrijpoorten met zandsteenen segmentbogen, en vensters met zandsteenen omlijstingen. De steenen vensterkozijnen in het Westelijk deel van den voorgevel van het Zuiderbouwhuis zijn gedeeltelijk van gothieke profileeringen voorzien en dus blijkbaar afkomstig van een ouder gebouw, misschien van het middeleeuwsche kasteel. In den buitenmuur van dit gebouw zandsteenen schietgaten voor haakbussen, die vóór den herbouw in 1930 hooger waren geplaatst dan thans. In het midden van den voorgevel van elk der beide bouwhuizen een ovaal venster, waarboven steenen met alliantiewapens en onderschriften, te weten: aan de Noordzijde de wapens-van Rechteren en-Castell, waaronder het jaartal MDCXCV, en aan de Zuidzijde de wapens-van Rechteren en -Almeloo met onderschrift: TEMPORE ZEGERI (Zeger van Rechteren, de bouwheer van het tegenwoordige huis, overleden 1674). De poortbogen van dit bouwhuis dragen het jaartal MDCLXX. Op het voorplein staat een zandsteenen zonnewijzer (± 1700) versierd met monogrammen. Vóór op den oprit bevinden zich twee monumentale zandsteenen hekpijlers, bekroond door siervazen, welke de wapens-van Rechteren Almeloo en -Castell vertoonen. De moderne vleugelmuren aan weerszijden van deze hekpijlers eindigen tegen twee lichtere zandsteenen pijlers (eveneens ± 1700) met eenvoudiger vaasbekroningen.
2. Groote Straat 62. Heerenhuis (± 1775, zie pl. IV, no. 3) met rechte houten kroonlijst, balustrade en fronton, zandsteenen middenpartij en zandsteenen schoorsteenen op de hoeken van het dak. De pui is in 1928 bij een verbouwing tot winkel geschonden. Inwendig bevat het huis aan de achterzijde | |
[pagina 9]
| |
op de verdieping een kamer met een stucplafond, een eenvoudigen schoorsteen met gestucten boezem, en een betimmering, welker vakken zijn gevuld door ‘en camaieu’ geschilderde behangsels, geteekend ‘And. Warmoes 1778’, voorstellende een Romeinschen triomftocht. Voor afbeeldingen van het huis vóór de verbouwing en van deze kamer zie ‘Buiten’ 1927, blz. 160 vlgg. 3. Groote Straat-N.eind 67 (zie pl. IV, no. 4). Halsgevel (XVIIId), welks top wordt geflankeerd door ingezwenkte zandsteen-vleugels en gedekt door een gebogen fronton met vazen aan weerszijden. In het fronton alliantiewapenschilden met monogrammen. De pui is bij verbouwing tot winkelhuis verknoeid. 4. Krommedijk. Deftig heerenhuis (XVIIId) met front naar de Loolee. Aan de achterzijde een schuur met geverfd opschrift op den sluitsteen van de inrijpoort: MDCCXXXX. Daar naast twee hardsteenen hekpijlers (XVIIId). 5. Bij ‘de Riet’. Het erve ‘Nijland’; Boerenhuis, gedeeltelijk vakwerk, houten topgevels, de achterdeur geflankeerd door twee uitbouwtjes. In deze inrijdeur bevindt zich een balustervormige gesneden ‘stipel’ (middenstijl) waarin het jaartal 1651. | |
Verzamelingen.1. Verzameling-H.F. ten Cate, Wierdenschestraat 51. Voornamelijk schilderijen, Nederlandsche school, XVIIde eeuw, na 1900 bijeengebracht. 2. Verzameling-J.L. ten Bos, Ootmarsumsche Straat. Voornamelijk schilderijen, Nederlandsche School XVIIde eeuw, in de laatste jaren bijeen gebracht. 3. Verzameling-Mr. G.J. ter Kuile, Wierdenschestraat 48. Voor- en vroeghistorische voorwerpen, meest alle in Twente gevonden. Klokkebeker-, ‘protosaksische’ en laat-Saksische ceramiek, vuursteenen pijlspitsen, lanspunten en andere werktuigen, steenen bijlen en hamers, bronzen zwaarden, bijlen, lans- en pijlpunten, ringen, spangen, fibulae. Sinds omstreeks 1900 bijeengebracht. |
|