Noord- en Oost-Salland
(1974)–E.H. ter Kuile– Auteursrechtelijk beschermdStaphorstIJhorstDE HERVORMDE KERK, behorend aan een kerkelijke gemeente die zowel IJhorst in Overijsel als De Wijk in Drente omvat, is in 1823 gebouwd ter plaatse van een oudere kerk. Afb. 153 154 155. De kerk is een rechthoekig zaalgebouw met schilddak. Aan de noordzijde staat een houten klokkestoel, gefundeerd op grote zwerfkeien. Tot de inventaris behoren: een eikehouten preekstoel, waarvan de kuip is voorzien van toogpanelen met gesneden festoenen, en die dagtekent van 1656 (Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1919 blz. 78); een afgesleten en gebroken grafzerk van blauwe kalksteen voor Johannes Schepelar, abt van de naburige abdij Dikninge, welke zerk in 1887 bij graafwerk in de kerk tevoorschijn is gekomen (Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1898 blz. 19 en steendruk tegenover het titelblad); een kaarsenkroon van 3 × 8 armen, volgens de namen die er op voorkomen geschonken tegen midden-xvii (als voren blz. 91/92). | |
Staphorst en RouveenLitteratuur: F.A. Ebbinge Wubben, Plaatsbeschrijving der gemeente Staphorst, 1835; C.H. EbbingeGa naar margenoot+ Wubben, Staphorst en Rouveen, 1907 (met beschrijving en afbeeldingen van boerderijen); Margrit de Sablonière, Staphorst, 1966; R.C. Hekker in Duizend Jaar Bouwen in Nederland ii blz. 259, tekeningen op blz. 262 en pl. 188; Documentatie Landelijke Bouwkunst, uitgaaf van het Nederl. Openluchtmuseum, map 1 (1961) en map 4 (1967). Geschiedenis: De dorpen Staphorst en Rouveen worden in xiii vermeld. Zij moeten aanvankelijk veelGa naar margenoot+ meer westelijk dan nu in de nabijheid van het Meppelerdiep hebben gelegen. In 1282 kreeg het klooster Mariënberg aan het Zwarte Water verlof om een kerk te bouwen in het broekland van Ruenvene (Oork. Ov. ii no. 367). In 1324 worden de kerspellieden van Staphorst vermeld naast die van Rouveen (als voren iii no. 770). Vóór xvii zijn de beide dorpen, na meer dan één oostwaartse opschuiving, op de tegenwoordige plaats gevestigd. Bij de beruchte dijkdoorbraken en overstromingen van februari 1825 werden Staphorst en Rouveen zwaar geteisterd. | |
[pagina 68]
| |
Fig. 16. Staphorst, Boerderij Gemeenteweg 2, plattegrond en doorsneden
Ga naar margenoot+ De bebouwing van Rouveen en Staphorst strekt zich zonder zichtbare scheiding over een lengte van ongeveer 5 km uit langs beide zijden van de hoofdstraatweg. Deze bebouwing bestaat nog steeds overwegend uit boerderijen. De richting van de meestal langgerekte boerderijen ten opzichte van de as van de hoofdstraatweg (Oude Rijksweg in het zuiden en Gemeenteweg in het noorden geheten) is òf haaks òf scheef overeenkomstig de richting van de verkaveling van het veengebied in smalle stroken. In veel gevallen liggen de boerderijen ten getale van twee, drie of meer achter elkander op één en dezelfde kavelstrook. De boerderijen met hun rieten daken, hun goed-traditioneel gevormde en gedetailleerde voorgevels van baksteen en zijwanden en achterwanden van baksteen of hout, strekken zich in een eindeloos lijkende opeenvolging uit langs de hoofdstraat met haar gebogen beloop. Zij zijn omringd door een gevarieerde beplanting van bomen en struiken. Ondanks het feit dat er sinds ongeveer 1900 hier en daar bedenkelijke gaten zijn geslagen in de oude bebouwing vormen Rouveen en Staphorst over hun volle 5 km lengte toch een treffende éénheid. Als historisch streekdorp-in-combinatie is Staphorst-Rouveen een monument zonder weerga.
Ga naar margenoot+ De boerderijen zijn hallehuizen van het dwarsdeel-type met ingebouwde tasruimten. | |
[pagina 69]
| |
Fig. 17. Staphorst, Boerderij Gemeenteweg 2, opstand uitwendig
Als voorbeeld zijn in fig. 16 en 17 plattegrond en opstanden gereproduceerd van de kloeke Staphorster boerderij Gemeenteweg 2 naar opmetingen van het Openluchtmuseum uit 1944. Deze tekeningen zijn eerder gereproduceerd in Documentatie Landelijke Bouwkunst map 4, de bladen 4.10 en 4.11. Tot de kenmerkende bijzonderheden van de boerderijen in Staphorst en Rouveen behoren de goed ingedeelde voorgevels. De vensterkozijnen en -ramen, wit geschilderd, werden tot ongeveer 1900 nog steeds gemaakt in de traditionele, 18-de-eeuwse vormen met kleine ruiten. Onder het rieten dakschild komen in het midden van de voorgevels veelal twee kleine vensters voor. De schoorsteen die bij de top van dit dakschild naar buiten komt is meestal van hout. Het woongedeelte heeft bakstenen wanden, maar achter dit woongedeelte zijn de wanden vaak geheel of in belangrijke mate van planken. Terwille van de zij-inritten zijn de dakschilden veelal plaatselijk opgelicht. Soms komt een klein uitbouwsel tegen een van de zijden van het woongedeelte voor, hetgeen het geval is bij de boerderij Rouveen Oude Rijksweg 408. De boerderij Staphorst Oude Rijksweg 96 heeft een woongedeelte dat aan de ene zijde voorbij de stal uitschiet en dat met een dwarskap is gedekt. Dit is evenwel een uitzondering. Helaas is het stalgedeelte van deze boerderij kort geleden nogal gemoderniseerd. De boerderij Staphorst Ge- | |
[pagina 70]
| |
meenteweg 67 (afb. 161) is door de gemeente aangekocht om het behoud te verzekeren. Wat de ouderdom van de boerderijen betreft, Rouveen Oude Rijksweg 348 (afb. 162) vertoont in ankers het jaartal 1822, en is, naar het uitwendige en in het bijzonder naar het karakter van het metselwerk te oordelen, zeker een van de alleroudste. Voorzichtigheid inzake het oordelen over de ouderdom is steeds gewenst: Vaak zullen de boerderijen bij stukjes en beetjes geheel zijn vernieuwd om het oude bintwerk dat eeuwen mee kan, en zeker heeft men veelvuldig de oude planken wanden vervangen door gemetselde buitenmuren. Dat er, te oordelen naar de uitwendige verschijning, geen huizen schijnen te zijn die teruggaan tot vóór het begin van de xixe eeuw, zou wellicht een gevolg kunnen zijn van de verwoestingen die de overstroming van 1825 heeft veroorzaakt. Ten aanzien van Staphorst-Rouveen als collectief historisch monument willen wij opmerken dat elk huis, dat als onderdeel van het geheel enigermate een positieve betekenis heeft, als een onmisbaar element moet worden beschouwd ook al biedt het op zichzelf genomen vrijwel niets bijzonders. | |
RouveenDE HERVORMDE KERK, dagtekenend van 1641, is een rechthoekige zaalkerk met een vrij rijzige toren aan de straatzijde. Kerk en toren zijn geheel van baksteen en vertonen de vormen van een 17-de-eeuwse Gotiek. De kerk behoort aan de kerkelijke, de toren aan de burgerlijke gemeente. Fig. 18, afb. 158. Fig. 18. Rouveen, Herv. Kerk, plattegrond en doorsnede toren
Ga naar margenoot+ Geschiedenis: In 1282 kreeg het klooster Mariënberg bij het Zwarte Water, gelijk al is opgemerkt, verlof om in Rouveen een kerk te bouwen (Oork. Ov. II no. 367). Over de lotgevallen van de kerk van Rouveen die aan de bestaande voorafging zijn ons geen gegevens bekend. Over de stichting van de bestaande kerk is ons niets anders bekend dan het jaartal 1641 boven de noorderingang, ongetwijfeld | |
[pagina 71]
| |
het stichtingsjaar. In 1931 is de kerk inwendig gemoderniseerd. Een herstelling van de toren is nu (1968) in voorbereiding. De kerk is zoveel mogelijk o - w gericht als de verkaveling, die ongeveer nw - zo loopt,Ga naar margenoot+ toeliet. De rechthoekige zaalvorm mag ongotisch zijn, de forse steunberen, de spitsbogen en Tudor-bogen geven duidelijk blijk van de gotiserende bedoelingen van de onbekende ontwerper. Aan de oostzijde van de toren is de moet te zien van het oorspronkelijke kerkdak, dat vrij wat steiler was dan het bestaande. De overzoldering van de kerkruimte maakt de indruk uit eind xix te dagtekenen. De kerk is toegankelijk door de toren en bovendien door een ingang in een vak van de noordermuur dat overigens blind is gehouden. Boven deze noorderingang bevindt zich een stuk zandsteen met het opschrift an̄o 1641.
Tot de kerkinventaris behoren:Ga naar margenoot+ een gegoten geelkoperen lezenaar met plantaardig ornament, xvii, aan de moderne kansel (afb. 159); drie geelkoperen kaarsenkronen, waarschijnlijk xviii, waarvan één 2 × 6 armen heeft gehad maar er drie heeft verloren, en de andere 1 × 6 armen tellen; een zilveren avondmaalsbeker, hoog 17 cm, met gegraveerd ornament en het jaartal 1696 onder de voet. Merken niet meer te ontcijferen. Afb. 160 rechts; een zilveren avondmaalsbeker, hoog 19 cm, die over de hele hoogte is versierd met een gegraveerde ornamentatie waarin de allegorische voorstellingen van Geloof, Hoop en Liefde, de Standvastigheid, de Trouw en het Recht zijn opgenomen, en waaronder jachttaferelen voorkomen (afb. 160 links). Volgens opschrift is deze beker in 1731 geschonken door juffrouw Adriana Hedelyn Sluiter van Gronyngen. Merk: een schild met een haan. Wij vermoeden dat de beker uit xvii dagtekent en dat het figurale graveerwerk geheel of gedeeltelijk is toegevoegd ter gelegenheid van de schenking in 1731. | |
StaphorstDE HERVORMDE KERK is in 1952 gebouwd ter vervanging van een kerk die een plattegrond had in de vorm van een gelijkarmig kruis. Deze was gesticht in 1752, in 1763 van een toren voorzien, en xix verbouwd. De toren van 1763, eigendom van de burgerlijke gemeente, is in 1952 gehandhaafd vóór de nieuwe kerk. Hij is uitermate sober van vorm en boven de ingang voorzien van een opschrift aangaande zijn stichting. Afb. 156. Terzijde van de toren staat in het plantsoen een gescheurde klok opgesteld van 120 cmGa naar margenoot+ middellijn. Het randschrift luidt: Virginis hoc Marie sancti quoque vas Nicolai fusum a Gherardo Wou Schoneborchque Johanne anno salutis xli (1541). Afb. 157. Tot de kerkinventaris behoren: vijf geelkoperen kaarsekronen, te weten één van 2 × 6 armen, die 1753 is gedateerd, en vier van 1 × 6 armen; twee onversierde zilveren avondmaalsbekers, gedateerd 1739; een rouwbord met geschilderde wapens: in het midden een groot wapen met drie zilveren torens in rood, voorts acht kwartierwapens en het jaartal 1678 (Prins blz. 208). |
|