Noord- en Oost-Salland
(1974)–E.H. ter Kuile– Auteursrechtelijk beschermdDen HamDE HERVORMDE KERK is in 1839 gebouwd tegen de toren van de middeleeuwse parochiekerk, en in 1956 verbouwd en aanmerkelijk vergroot door de architect Jan Jans uit Almelo. De toren is eigendom van de burgerlijke gemeente. Afb. 27. Ga naar margenoot+ De parochie van Den Ham wordt bij ons weten het eerst vermeld in 1333. (Oork. Ov. iv no. 1033). Toen in 1917 in een boerderij onder Daarle een romaanse doopvont werd ontdekt, die daar als paardetrog diende, meende A.E. Rientjes te mogen stellen dat deze doopvont in 1840 met de afbraak van de oude kerk in Den Ham naar Daarle was gekomen, zodat de parochie Den Ham zeker tot het midden van xiii zou teruggaan (Rientjes in Het Gildeboek 1928 blz. 57; de vont is daarna overgebracht naar het Rijksmuseum Twente in Enschede). De onderstelling van wijlen Rientjes lijkt ons zeer twijfelachtig; het komt ons voor dat de doopvont veeleer die van de oude kerk van Hellendoorn is. Kerkmeesters van Den Ham verkochten een stuk land, dat zij in 1412 ten geschenke hadden gekregen, in 1560 ten behoeve van herstelling van de kerk (J.I. van Doorninck, Cat. v. Charters uit het archief v.h. Burgerweeshuis, vroeger Buschklooster, te Zwolle nos. 2 en 24). Volgens Lindeborn (blz. 423) werd de kerk begeven door de proost van het kapittel van St. Pieter in Utrecht. Volgens een opschrift boven de toreningang is de kerk in 1607 herbouwd. In 1930 heeft de toren een herstelling ondergaan door de architecten gebrs. Boxman te Zwolle. Sindsdien is hij slecht onderhouden, zodat men het voornemen heeft tot een nieuwe herstelling over te gaan. Ga naar margenoot+ De toren is geheel van baksteen opgetrokken. Tot ongeveer 1 m boven de eerste waterlijst is het formaat 23/25 × 12/13 × 6, daarna begint een grover materiaal, formaat 26/28 × 13 × 7. Van halverwege de galmgaten van de derde geleding is een baksteen van 24/27 × 12 × 6 verwerkt. De vier geledingen van de toren worden gescheiden door waterlijsten van baksteen. Onder het overstek van de spits eindigt het metselwerk met een tandlijst. De vierkante spits is met leien gedekt. Een gemetselde spiltrap, die naar de eerste (de oorspronkelijke) luizolder leidt, is rechthoekig uitgebouwd aan de zuidzijde. | |
[pagina 19]
| |
Aan de westzijde bevindt zich de smalle ingang, die overdekt wordt door een ongetwijfeldGa naar margenoot+ 19-de-eeuwse segmentboog, en gevat is in een ondiepe spitsbogige nis. De zandstenen sluitsteen van de ingangsboog is ouder dan de boog zelf, en vertoont in een cartouche het opschrift: Ao 1607 deze karcke herbowt H:V:T: De vrije zijden van de tweede geleding zijn elk voorzien van een geheel in baksteen uitgevoerde driedelige nis. De derde geleding, die oorspronkelijk zeker de bovenste geleding is geweest, heeft aan elk van de vier zijden gekoppelde spitsbogige galmgaten, omvat door halfcirkelvormige togen. De gedrukte topgeleding bezit twee kleine galmgaten met halfcirkelvormige bogen aan elke zijde. De benedenruimte van de toren wordt overdekt door een kruisribgewelf, dat op geprofileerdeGa naar margenoot+ kraagstenen ontspringt. De sluitsteen is versierd met een rozet. In de spitse boog die oorspronkelijk uit het torenportaal in het kerkschip voerde is naderhand een vulmuur met een rechthoekige deur aangebracht. In de kerk ziet men aan weerszijden van de oude verbindingsboog een ondiepe spitsboognis. In de bovenste geleding hangen twee oude klokken, te weten:Ga naar margenoot+ een klok van 115 cm middellijn met opschrift: Jhesus Maria Johannes anno mccccx iv (1414); een klok van 141 cm middellijn met opschrift: Salvator is mijn name mijn geluit is gode bequame den levenden rop ick de doden bescrey ick hagel en donder werick Hinrick de Tremonia (Dortmund) me fecit anno 1520. In de kerk bevindt zich tegen het midden van de noordelijke wand de oude preekstoel,Ga naar margenoot+ ontdaan van zijn oorspronkelijke klankbord. De zeskante kuip heeft toogpanelen met inlegwerk en is voorzien van het jaartal 1628. De toren is, met uitzondering van het bovengedeelte dat in kleine baksteen is gemetseld, ongetwijfeldGa naar margenoot+ een werk van de xv eeuw. Het jaartal 1414 op de eerstgenoemde klok geeft wellicht ook de bouwtijd van de toren aan. Wij vermoeden dat bij de verbouwing van 1607 de toren is verhoogd met een strook boven de oorspronkelijke galmgaten en met de lage vierde geleding. |
|