‘Haha, je weet het zelf niet eens,’ schreeuwt Jan-Willem.
‘Jawel,’ zegt Madelief, ‘het is een wortel.’
Jan-Willem en Roos zijn even stil.
‘Dat kan niet,’ zegt Jan-Willem dan. ‘Een wortel is oranje.’
‘Maar hij is wél lang en je kunt hem eten,’ zegt Roos.
‘Dat groen, dat zei ik maar om het moeilijker te maken,’ zegt
Madelief.
‘O,’ zegt Jan-Willem.
Hij denkt na. Dan zegt hij: ‘Ik heb ook een raadsel. Het is rood,
het is dom en het begint met een M.’
Roos en Madelief begrijpen er niets van.
Maar plotseling begint Roos te lachen.
‘'t Is Madelief,’ grinnikt ze. ‘Dat begint met een M.’
‘Precies,’ zegt Jan-Willem. ‘Knap hoor.’
‘Rood en dom,’ zegt Madelief rood van kwaadheid. ‘Jij maakt het té
moeilijk.’
Ze smijt de sperziebonen zo hard in het water dat het spat.