De deftige tante
Bij Roos thuis is een tante op visite.
Tante Alida. Die is deftig. Oei!
Die zet niet eens haar hoed af als ze binnen is.
Ze zit op het puntje van haar stoel.
Ze tilt haar kopje koffie hoog op, tot voor haar kin.
Als ze roert, raakt het lepeltje bijna haar neus.
Roos is er stil van. Ze kijkt tante Alida met open mond aan.
‘Is dat nu Roosje?’ vraagt tante Alida.
‘Ja,’ zegt Roos verlegen.
‘Ze is groot geworden heur,’ zegt tante Alida.
Ze neemt een piepklein slokje van haar koffie.
‘Hoe gaat het met Frits?’ vraagt Roosjes moeder.
‘Die sukkelt nog steeds met zijn rug,’ knikt tante Alida
bedroefd.
Ze kijkt diep in haar kopje, alsof oom Frits in de koffie zwemt.
Dan begint ze te vertellen. Een heleboel. Over dokters en pillen.
Over alle mensen die ziek zijn.
Het duurt lang.
Roos weet niet wat ze doen moet.
Ze heeft zin om buiten te spelen.
Kan ze zomaar weglopen?
Misschien vindt tante Alida dat onbeleefd.
Opeens is er een verschrikkelijk lawaai buiten. Net of het onweert.
Het komt uit de achtertuin.