Wat de kleintjes gaarne zingen(1927)–J. Philip Kruseman– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Heb je het nog niet vernomen? Er was een oud vrouwtje, dat woonde in een schoen. Hop, hop, paardje! Een muisje speelde dicht bij poes. Moriaantje, zwart als roet. Handje plak een plakje toe. A B C de poes liep in de sneeuw. Koekoek, koekoek! De Vos. Zie dat duifje eens vliegen. H'm, h'm, zoo, zoo! Bè, bè, Schaapje! Humptie, Dumptie. Alles blij maakt de Mei! Het liedje van de acht popjes. Twee emmertjes water halen. Fiedel die diedel, de kat speelt de fiedel! In Artis. Alle vogels zijn er al. Slaap, kindje, slaap!