De Vos.
Duitsche volksmelodie.
Wie kwamer in den donkren nacht Zonder dat wij Ons vos - je echter bleef toch daar Hoort niet tot de
't za - gen. In ons kip - pen - hok heel zacht, ban - gen. En voor hij 't zel - ve werd ge - waar
On-ze hoentjes pla-gen? Vos-je, vos-je, stou-te baas, Werd de vos ge - van-gen. Vos-je, vos-je, 't is te laat,
Vos-je, vos-je, ben je dwaas, Wil je 't wel eens la - ten. Wee de straf volgt op het kwaad. Want je bent ge - van - gen.