Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– AuteursrechtvrijMej. Lucie Baart.
| |
[pagina 271]
| |
recht om van je preek een wapen te maken en er je mee overhoop te steken. Zoo als nu met Lize gebeurd is! Zie zelfs den brief van Leentje. Och, ik vind dat alles zoo jammer! Wat behoeft men opzettelijk den schijn te zoeken van iets wat niet is, om daardoor in de publieke opinie lager te staan dan men inderdaad staan zou, als men niet anders schijnen wilde, dan men werkelijk was. Elize heeft meer dan iemand anders de publieke opinie noodig, om haar te steunen in haar loopbaan; zij heeft dit vroeger niet geloofd, maar zij heeft het nu gevoeld. Steun jij haar, Lucie, jij bent bij haar, en je kunt haar, op het oogenblik van handelen zelf, stuiten in haar vaart; leer haar vóór alles den schijn vermijden. Stuur me je stukje niet voor April. Adieu, ik heb geen tijd meer, in April hoor je weer van me. Tot zoo lang au revoir! Dank voor de lektuur. Leentje heeft zeker gehoord dat Van Deventer komt, schrijf haar niets over mij, als je blieft, dan blijft alles bij het oude. .........................
Mina. |
|