Mijn leven
(1877)–Mina Kruseman– Auteursrechtvrij
[pagina 264]
| |
en nog wel een militaire plaatsje, waar men liefhebberij-concertjes en comedietjes heeft die marcheeren, zonder dat ze door kleingeestigheden of intrigues in 't honderd loopen. Ik ben dáár steeds in verbazing geweest over het menschdom. Een kruidenier, die leeraar aan 't gymnasium is, en 's avonds in de opéra in 't orchest viool speelt; eenGa naar voetnoot1 apotheker, die concert-directeur is, en een benedictus composeert, zóó mooi, dat wij ons suf gezocht hebben om hem te koopen (den benedictus, meen ik) enz. enz. enz. Waar vindt men zulke lui, en waar geeft men hun de gelegenheid om uit te komen, als ze nog eens hier of daar gevonden worden? ......................... Addio met E! Bouw je een schuit en vaar naar Brussel, als de nood ten top zal stijgen! Wij wonen hier nog hooger dan de toren van 't stadhuis, en kunnen je dus gerust beloven dat je hier niet nat zult worden. .........................
Mina. |
|