Mevrouw L. Amsterdam.
Brussel 10 Febr. 1877.
.........................
Zijt gij nog droog in Amsterdam? Of moet gij ook reeds varen en zwemmen door de stad? Hier heeft het nu reeds zoo vele maanden aanhoudend geregend, dat de aangekondigde révolutie zeker verdrinken zal met de ongeboren républiek in haar armen! Die périodieke révoluties, welke men ons hier telkens belooft, en die altijd opgelost worden in eenige straatdeuntjes en een stuk of zes gebroken glasruiten, beginnen nu op de lachspieren van 't publiek te werken, in plaats van de menschen schrik aan te jagen, of te doen opspringen van enthousiasme, zoo als vroeger het geval was!
.........................
Wat heb ik verbaasd opgekeken van het uiteenspatten van de familie ***! Ik vind, als men het zóó lang te zamen uitgehouden heeft als die oude luidjes (niet oud van jaren, maar oud van huwelijk!) dan kan men de rest van het leven toch ook wel